Anzji Machatsjkala, van de hel naar de hemel en terug. Een bizar verhaal over de tegenstander van Racing Genk, dat begint in een… toilet.

Toen het stadion in juni 2013 officieel geopend werd, stond ik in het toilet plots naast Mehdi Carcela en Jean-Claude Van Damme. Drie Belgen, netjes op een rij, aan een urinoir in Dagestan. Bijna surrealistisch”, zegt Stijn Vandenbroucke, een West-Vlaming die tussen augustus 2012 en 2013 precies dertien maanden bij Anzji Machatsjkala werkte. “Een opening met alles erop en eraan. Grootste 3D-scherm ter wereld, actes de présence van Van Damme en Steven Segal, een optreden van Cher… Ongezien. En: een fantastisch stadion.”

Maar net als vorig seizoen kreeg de club van de UEFA geen toelating om zijn Europese thuiswedstrijden in Dagestan te organiseren en moet het uitwijken naar het stadion van FC Saturn, in een buitenwijk van Moskou. Reden: te gevaarlijk, terroristische dreiging te groot. Vandenbroucke: “Toen we vorig seizoen tegen Hannover moesten spelen, legde de voorzitter zelf vliegtuigen in en werden de supporters naar Moskou overgevlogen. 30.000 man in het stadion van Lokomotiv. Het voetbal in Zuid-Rusland leefde enorm.”

Lééfde. Verleden tijd. Want begin augustus 2013, goed dertig maanden na de overname, trok Soelejman Kerimov er de stekker uit en werd het budget van 180 miljoen euro naar 60 miljoen teruggeschroefd. De logische leegloop volgde. “Intriguing to see a whole team being sold! 11 gone, a few more to go! The football circus!“, twitterde Vandenbroucke op 29 augustus van vorig jaar, waarna ook hij uit Dagestan vertrok. FC Anzji, een wonderbaarlijk verhaal.

Megalomane miljardair

In februari 2012 reisden Iwan van Duren en Tom Knipping, twee journalisten van Voetbal International, naar de op dat ogenblik meest besproken club ter wereld: een ufo in het archaïsche Dagestan. Een trip die begon in Moskou, hoofdkwartier van FC Anzji, op de bovenste verdieping van het hotel van de club.

“Vanaf grote hoogte is de voorbij stromende Wolga te zien. In de verte ligt het Kremlin, waar Kerimov net als zijn soortgenoten een ‘kryshna’ – een tussenpersoon die je betaalt om invloed te krijgen – bij Vladimir Poetin heeft. Globaal kun je stellen dat een kleine cirkel van gelukkigen rond Poetin steenrijk is geworden. Kerimov is de baas in Dagestan, maar woont in Moskou in een fort vol lijfwachten.”

Soelejman Kerimov heeft een doel wanneer hij op zijn 23e als economist afstudeert: zo snel mogelijk rijk worden. Missie geslaagd. Vijftien jaar nadat hij als boekhouder begon bij Eltav, een door de staat gecontroleerde fabriek waar transistors geproduceerd werden, schat Forbes zijn zakenimperium op 5 miljard euro, vergaard bij onder andere Fedprombank, Nafta Moskva, Vnukovo Airlines, Poluys Gold (goudwinning) en Uralkal, de nummer twee van de wereld in de productie van kunstmeststoffen.

Met de aankoop van Anzji Machatsjkala in januari 2011, twee jaar nadat het kampioen in tweede klasse geworden is, wil hij Dagestan op de kaart zetten. Niet als schurkenstaat, maar als voetbalhoofdstad van Rusland (en Europa). Er komt een nieuw voetbalstadion, er zullen minstens zeven trainingscentra gebouwd worden, buitenlandse vedetten komen de ploeg versterken. Topvoetbal, zo klinkt het, moet de inwoners van Dagestan blij maken. Een nobele gedachte in een van de armste regio’s van Rusland, waar het gemiddelde inkomen amper 250 euro per maand bedraagt en de werkloosheidsgraad tegen de vijftien procent aanschurkt.

Nog binnen de maand staan er vijf nieuwe spelers op de loonlijst: twee Russen en drie Brazilianen, onder wie João Carlos, overgenomen van Racing Genk. Vandenbroucke: “João heeft me nog verteld dat er op zijn eerste oefenkamp amper materiaal was. In het midden van het terrein stond een grote doos, met daarin truitjes van Umbro en Adidas, kousen in allerlei kleuren, ballen van verschillende merken… De omkadering was amateuristisch, op het niveau van tweede of derde klasse.”

De twee andere Brazilianen? Jucilei, voor 10,5 miljoen euro bij Corinthians weggekocht, en Roberto Carlos, transfervrij van een Braziliaans strand geplukt. Een paar maanden erna, wanneer de verdediger zijn 38e verjaardag viert, krijgt hij van de eigenaar een Bugatti Veyron – kostprijs twee miljoen euro – en wordt de Amerikaanse rapper Flo Rida voor zijn feestje ingevlogen. Nog eens 700.000 euro. Katsjing!

Begin maart tekent ook Mbark Boussoufa, nadat hij van Anderlecht op weg leek naar Terek Grozny, Tsjetsjeens grondgebied en Anzji’s grote concurrent in de Kaukasus. De frêle middenvelder is een vedette in België en halfgod in Marokko, maar in Dagestan leidt hij het leven van een filmster. 2,3 miljoen euro netto per jaar, villa met sauna en zwembad die de club voor 11.000 euro per maand huurt, en een privéjet wanneer hij met de nationale ploeg moet voetballen.

Vandenbroucke: “Enorm professioneel, fantastisch om mee samen te werken. Verantwoordelijkheidszin, genoeg rusten, drinkt niet, gaat niet uit, altijd bereid om in de gym bij te trainen. En als moslim werd hij er op handen gedragen. Een speler die, net als Nicolas Lombaerts, de juiste keuzes maakt. Op het veld komt hij misschien arrogant over, maar ik heb hem anders leren kennen. Als ik zin had om te zwemmen, dan was ik altijd welkom.”

Transfer van de eeuw

“Het laatste wat je hier verwacht, is een loslopende Afrikaan. Maar ineens staan we oog in oog met Samuel Eto’o. De best verdienende voetballer op de globe heeft het prima naar zijn zin. Hij waant zich in het beloofde land. Hier geen manna uit de hemel, maar dollars. Zijn grijns is verklaarbaar. Wie zou niet grijnzen van een miljoen euro netto per maand, twintigduizend euro per doelpunt en tienduizend euro per assist?”

In de zomer en herfst van 2011 gaat de portefeuille van Kerimov opnieuw wijd open. Balázs Dzsudzsák (PSV, 15 miljoen), Joeri Zjirkov (Chelsea, 16 miljoen) én Samuel Eto’o, voor bijna dertig miljoen euro bij Inter weggeplukt. Vandenbroucke: “Schitterende kapitein, die voor iedereen tijd vrijmaakte en ook oog had voor de problemen van de ‘gewone’ stafleden. Op zijn vraag heb ik ooit twee liefdadigheidsprojecten georganiseerd, onder andere voor een jonge vrouw van wie de arm geamputeerd was. Eto’o heeft alles betaald: transport naar België, kunstarm, revalidatie… Akkoord, hij verdiende enorm veel geld, maar toch. Hij moest dat niet doen, hé. En toen hij hoorde dat ik al zes maanden een appartementje deelde, stelde Eto’o voor dat ik in zijn tweede appartement zou gaan wonen. ‘Slaap daar maar…'”

En, zegt Vandenbroucke: “Door met zulke gasten samen te werken, heb ik een belangrijke les geleerd: hoe beter de voetballer, hoe professioneler. Als ik zei dat hij morgen om 8.30 uur in de gym moest zijn, dan stond hij daar. Zonder morren, iets wat je van de pseudovedetten niet kunt zeggen.”

De transfermolen maalt verder. Mehdi Carcela, een handvol Russen, Christopher Samba (Blackburn, 15 miljoen), de Ivoriaan Lacina Traoré (Koeban Krasnodar, 19 miljoen), Ewerton (Corinthians), Lassana Diarra (Real Madrid) en… Stijn Vandenbroucke, ervoor drie seizoenen als rehab fysio bij West Ham United aan de slag (zie kader).

Van West Ham United, een van dé Londense volksclubs waar de voetbalbeleving nog authentiek is, naar Anzji, een kunstmatig samenraapsel van vedetten, gezwicht voor tonnen dollars. “In de eerste plaats doe je het voor het geld, dat zeker, maar ik keek er ook naar uit om met Guus Hiddink, zijn assistent Hong Myung-Bo – nu bondscoach van Zuid-Korea – en al die grote namen samen te werken.”

Leven in een roes

“De eigenaar heeft alle spelers en staf weer eens bij elkaar geroepen voor een etentje. Een lange stoet van geblindeerde auto’s met privéchauffeurs rijdt de oprijlaan op. Bij Kerimov thuis staan bepantserde SUV’s voor de deur en brede mannen met wapens op iedere hoek. Als de miljardair wandelt, bewegen er in alle kompasrichtingen leren jacks en glimmende lopen mee.”

“De voorzitter was alleen de dag van de wedstrijd in Dagestan, maar hij kwam wel na elke match – winnen of verliezen – naar de kleedkamer. Op zijn manier maakte hij toch deel uit van de groep”, zegt Vandenbroucke. En: “Fantastische sfeer, terwijl de perceptie van de buitenwereld totaal anders was. ‘Die gasten gaan alleen om geld te verdienen.’ Voor een deel klopt dat natuurlijk, maar zowel de spelers als de trainers waren echte winnaars. Enorm ambitieus.

“We leefden in een roes, waren altijd bij elkaar, De dag voor de wedstrijd vlogen we naar Dagestan, waar we dan een dag of twee dagen bleven. Soms vlogen we rechtstreeks door naar een van onze Europese tegenstanders, we waren de meest reizende ploeg ter wereld. Samen slapen, met z’n allen de tijd doden… Er ontstond automatisch een band, ook al waren er zo veel verschillende nationaliteiten.

“Wij waren een moslimclub, met een groot aantal donkere jongens. Niet vanzelfsprekend in een land waar racisme nog altijd sterk aanwezig is. Maar ook dat versterkte ons samenhorigheidsgevoel. En we wonnen heel veel, dat scheelt ook.”

Dagestan Airlines!

“Een vliegtuig… Het is meer een gammele stadsbus met vleugels. Een penetrante geur van wodka en zweet vult de cabine, die heen en weer schudt als een wasmachine tijdens het centrifugeren. Letterlijk een wasmachine. Vooral bij de nooduitgang druppelt het al flink door. In het rafelige tapijt zitten veel vochtplekken. Dagestan Airlines, een onvermijdelijke hindernis op weg naar het stadion van Anzji.”

Tijdens de week trainen de spelers in het oefencomplex in de buurt van Moskou en slapen ze in hun riante villa’s, voor elke thuiswedstrijd vliegt het hele gezelschap 1800 kilometer richting Kaspische Zee. “In Dagestan wonen was geen optie, dat wilden de spelers niet. Liever Moskou.”

De ploeg reist met een privévliegtuig, inclusief businessclassstoelen en met het clublogo op de hoofdsteunen, door Rusland en Europa. Na de wedstrijd serveren jongedames copieuze maaltijden. Gerookte zalm, botervis, kazen, worsten, olijven, kip, pasta, gebakjes. Een mens zou voor minder vrolijk worden.

Vandenbroucke: “Leuke momenten beleefd, zeker met Roberto Carlos. Op een bepaald moment zei Guus Hiddink hem dat hij beter zou stoppen met voetballen. (lacht) Hij werd een soort ambassadeur van de club, het gezicht van Anzji… Schitterende gast, die graag een pintje dronk. Alleen is dat in een moslimclub niet vanzelfsprekend, uiteindelijk moet je respect hebben voor de cultuur van het land waar je leeft. Maar zelfs in Grozny, waar alcohol verboden is, raakten we toch aan een pintje. Scoutsgevoel…” (lacht)

Welkom in Dagestan

Kapotte huizen. Barakken. Vrouwen gekleed in lompen hangen hoofddoeken aan de waslijnen. Mannen in legerpakken kaarten langs de weg. Honden scharrelen tussen de vervallen, lemen muurtjes. Ouderwetse propagandaplaten voor het leger, met daarop getekende soldaten. Tegelijk staan in de moslimenclave overal levensgrote glimmende borden met daarop een breed lachende Roberto Carlos die een balletje hooghoudt…”

De thuiswedstrijden zijn altijd uitverkocht. Brood en spelen. Vandenbroucke: “De inwoners hadden het gevoel dat ze deel uitmaakten van een project, er stonden ook altijd twee of drie spelers uit Dagestan in de basis, maar de club en de streek kwamen voortdurend negatief in het nieuws. Terrorisme, bomaanslagen, armoede… De voorzitter bouwde scholen, legde voetbalvelden aan en pootte er een fantastische jeugdacademie neer. En tijdens de ramadan spaarde de voorzitter kosten noch moeite: gratis eten voor alle supporters na de wedstrijd…”

Anzji eindigt op de vijfde plaats en pakt een Europees ticket, in het seizoen 2012/13 wil Kerimov voor de titel spelen. De start is overweldigend. Vandenbroucke: “We verloren bijna geen enkele wedstrijd en waren al vrij snel zeker dat we in de Europa League zouden overwinteren, alleen had ik in augustus al een terugval voorspeld. Veel wedstrijden, verre verplaatsingen, krappe kern… Maar de club dreef op euforie, het bestuur had weinig oren naar mijn opmerkingen.”

Ondanks nóg een nieuwe toptransfer – Willian Borges da Silva, van Sjachtar Donetsk overgenomen voor… 35 miljoen – verliest Anzji zijn eerste vijf wedstrijden na de winterstop en wordt het door Newcastle uit Europa geknikkerd. Er volgen gesprekken tussen de eigenaar, Eto’o en de West-Vlaming. “Kerimov is totaal geen voetbalkenner, maar ik probeerde de vergelijking tussen een voetbalclub en het zakenleven te trekken. In zijn bedrijven had hij een duidelijke structuur, waarin mensen naar boven moesten rapporteren en verantwoordelijk waren voor de resultaten. Maar in zijn voetbalclub was er geen structuur, geen budget en moest niemand verantwoording afleggen… Dat zag hij na een aantal gesprekken ook zélf in.”

Slotakkoord

In het voorjaar van 2013 wordt de club derde en speelt ze de bekerfinale, met Igor Denisov – ongewenst bij Zenit Sint-Petersburg – haalt Kerimov eind juni nog maar eens een vedette naar Dagestan. Maar: geen zes weken later trekt hij er – na een hartaanval en enkele financiële tegenslagen – de stekker uit. Vandenbroucke: “Verrassend. Ik was net medisch directeur geworden en had een volledig nieuw team samengesteld, met specialisten uit de Premier League en Italië. En plots stonden ze van de ene op de andere dag op straat. Frustratie, want ik had echt het gevoel dat er nu wél een ideale structuur stond. Een periode van enorm veel stress: ‘Zal iedereen nog betaald worden?'”

Wat toen gebeurde, tekent de sfeer die in de groep heerste, zegt Vandenbroucke. “Een aantal medewerkers was al drie maanden niet betaald omdat ze in een schemerzone zaten. In Rusland moet je eerst een werkvergunning hebben vooraleer je betaald wordt. En dat kan een tijdje duren. (lacht) Maar om die mensen tijdelijk te helpen, hebben alle spelers een potje bijeengelegd. Nooit eerder meegemaakt.”

Maar op 7 augustus is het sprookje voorbij. Euthanasie. De sterren van het voetbalcircus slaan hun tenten elders op. Dinamo Moskou haalt tien spelers op in de Kaukasus, onder wie het Russische triumviraat Aleksandr Kokorin-Igor Denisov-Joeri Zjirkov, Samba en Vandenbroucke. “Ik mocht nochtans blijven van de voorzitter.”

Mehdi Carcela moet tevreden zijn met een enkeltje richting België, Traoré verhuist naar Monaco, Eto’o en Willian verkassen naar Chelsea, João Carlos (Spartak), Diarra en Boussoufa (Lokomotiv) mogen nog een paar jaar genieten aan de boorden van Wolga. En in Dagestan? Daar wordt nog altijd gevoetbald. Alhoewel. Matige selectie van Russen, Moldaviërs, Georgiërs en Oezbeken, geparkeerd op de laatste plaats in de Premjer Liga, nog amper toeschouwers. Machatsjkala is opnieuw dat godvergeten gat aan de voet van de Kaukasus.

DOOR CHRIS TETAERT

“Mehdi Carcela, Jean-Claude Van Damme en ik: drie Belgen, netjes op een rij, aan een urinoir in Dagestan.”

“Roberto Carlos: een schitterende gast, die graag een pintje dronk.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content