In Anderlecht werd de voorbije week vooral gepraat over Aruna Dindane. De Ivoriaanse spits schermt met aanbiedingen uit Engeland en ziet een vertrek best zitten. Of dat voor onrust kan zorgen in de ploeg ? Olivier Deschacht : “We hopen met zijn allen dat Aruna blijft en zich weer honderd procent concentreert op Anderlecht. Heel wat spelers, en in het bijzonder Pär Zetterberg, probeerden hem al te overtuigen af te zien van een transfer. Aruna Dindane is een erg belangrijke speler voor Anderlecht, met hem erbij kunnen we ons niveau altijd wat optillen. Het spel van Anderlecht is deels gebaseerd op zijn capaciteiten. Zonder hem boeten we ontegensprekelijk aan kwaliteit in, dat bleek vorig seizoen nog toen we Aruna een tijdje moesten missen door een blessure. Persoonlijk zou ik het niet begrijpen, mocht hij kiezen voor Portsmouth of een andere middenmoter in Engeland. Om meer geld te verdienen ? Waarschijnlijk, maar als hij nog een seizoen bij ons kan spelen zoals het vorige, dan komt misschien een ploeg van het kaliber van Manchester United aankloppen.”

Zelf zou Deschacht naar eigen zeggen zijn hoofd niet op hol laten brengen door een mooie buitenlandse aanbieding. “Daar moet ik me overigens momenteel nog geen zorgen over maken ( lachje). Ik besef maar al te goed dat ik nog moet verbeteren om bij een ploeg uit een grote competitie, die ook nog eens de Champions League speelt, aan de bak te komen. Bij een ‘gewone’ club in het buitenland zou ik waarschijnlijk wel mijn mannetje kunnen staan, maar dat interesseert me hoegenaamd niet. De dag dat ik bij Anderlecht vertrek, zal het naar een Europese topclub zijn. Maar, zoals ik al zei, daarvoor moet ik nog heel wat progressie maken. Ook op het fysieke vlak, hoewel ik vaak te horen krijg dat ik over een goede conditie beschik. Tijdens sommige wedstrijden moet ik echt tot het uiterste gaan en zelfs even afremmen omdat ik het ritme niet aankan. Vooral in de Champions League merk ik dat, zoals vorig seizoen tegen Lyon.

“Ook offensief moet ik nog meer bijbrengen. Op Euro 2004 zag je nog hoe vaak flankverdedigers oprukten en voor gevaar zorgden. Daartoe ben ik nog te weinig in staat. De trainer maakte me er al attent op en zei dat hij meer aanvallende impulsen van me verwachtte. Ik nam het als een compliment op, want als de trainer je vergelijkt met de linksachters die op het EK voetballen, betekent het toch een vorm van vertrouwen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content