EVEN DODELIJK ALS AAIBAAR

© TIM DEWAELE

Zaterdag neemt Fabian Cancellara (35) in het Gentse Kuipke afscheid van de Belgische wielerfans. Weinig buitenlandse renners die zij ooit meer hebben omarmd dan Spartacus, de Zwitserse strijder die even onverschrokken en dodelijk was als aaibaar en joviaal. Een karakterschets in vier facetten.

HET COMPETITIEBEEST

7 juli 2013. Na de slotrit van de Ronde van Oostenrijk wachten Fabian Cancellara en ploegleider Dirk Demol in Wenen op hun vliegtuig. Bij een kop dampende koffie gaat het over het nieuwe Trekproject, waar ze samen zullen instappen. Voor de Zwitser zijn allerlaatste contract. ”Nog drie jaar, tot 2016. Dan houd ik ermee op’, verklapte Fabian me’, herinnert Demol zich. ‘En voegde hij er meteen aan toe: ‘Zou het niet mooi zijn om te stoppen met een gouden medaille in Rio? Het perfecte einde.’ Ik schrok: is die daar nú al mee bezig?

Fast forward naar 10 augustus 2016. In een tent zit Fabian Cancellara voor de olympische tijdrit op een vouwstoeltje. Terwijl drukdoende verzorgers en mecaniciens alles triplechecken staart hij naar een wit zeil, helemaal in zichzelf gekeerd, tien minuten lang. Een tunnel waarin hij tijdens zijn carrière vele keren is gekropen, in aanloop naar vooral ‘zijn’ kasseiklassiekers. Zoals tijdens de verkenningen van de Ronde en Parijs-Roubaix, waarin de Beer van Bern opvallend traag de hellingen en stroken opreed, om elke kassei in zijn geheugen op te slaan. Of door de dagen ervoor de kaart van het parcours te bestuderen die hij in zijn keuken had opgehangen. Of door voor de start in Brugge en Compiègne, omstuwd door fotografen, zijn armen op zijn stuur te leggen, het hoofd te buigen en zich nog even af te sluiten van de buitenwereld – een vast ritueel.

Meer dan voor die klassiekers was voor de olympische tijdrit echter twijfel in Cancellara’s hoofd geslopen. Zou hij Chris Froome en Tom Dumoulin, oppermachtig tegen de klok in de Tour, op die lastige omloop in Rio aankunnen? Heeft hij, zoals veel analisten zeiden, zijn beste tijd gehad? Om die spanning uit zijn hoofd te bannen maakt hij de dag ervoor een lange wandeling door het olympisch dorp, waar hij met Zwitserse schermers praat en een selfie neemt met een Amerikaanse basketbalspeler – alles om niet aan het allerlaatste grote doel van zijn illustere loopbaan te denken.

Een doel waar Cancellara, na zijn geplande opgave in de Tour, als een bezetene voor heeft getraind. Op een zwaar parcours, thuis in het Zwitserse Limpach, vergelijkbaar met dat van Rio, om de inspanning te simuleren. Nooit in zijn carrière voelden de dolkstoten in zijn dijen pijnlijker aan als tijdens deze sessies, onder begeleiding van jarenlange vriend/trainer Luca Guercilena. Maar het rendeert: de topvorm die in de Tour ontbrak, drijft boven, en na een laatste training van vijf uur moet zijn coach zelfs de bruisende Cancellarafles sluiten. ‘Ik zei: Fabian, verder fietsen hoeft niet, je bent klaar, je zal niet meer beter worden.’ Pas de ochtend voor de tijdrit in Rio schroeft Guercilena het dopje er weer af – de bubbels mogen naar boven stromen. ‘Vandaag komt alles neer op één vraag: hoe erg wil je dit? Zó erg dat niemand je zal verslaan? Wel, geef dan álles vandaag, want morgen bestaat niet meer.’

Alles geben doet Cancellara, verlost van alle spanning, in de olympische chronorace.Een vijfde tussentijd maakt hem niet ongerust, want de tactiek was om in het tweede deel en op de laatste klim ganzlos te gaan. Daar schreeuwt Guercilena als het ware de pijn in diens kuiten: ‘Dit is de laatste keer dat je zo zult afzien.’ Die gedachte, aan het Perfecte Einde, doet de killer en het competitiebeest in Cancellara de pedalen martelen als nooit tevoren. Hij verbetert, op zijn 35e (!), zijn alltime recordwattage op één uur met liefst vier procent, en zet Dumoulin en Froome op 47 seconden en ruim een minuut. Wat weinigen voor mogelijk hadden gehouden is geschied: Spartacus, indertijd door Fassa Bortoloploegmaat Roberto Petito zo genoemd vanwege zijn brede schouderpartij, is – na Peking 2008 – weer de held van de olympische arena. Na de finish valt hij in Guercilena’s armen: ‘Dat was het, mijn allerlaatste race, jetzt ist Feierabond.’ Achtduizend kilometer verder geniet Dirk Demol voor zijn tv. Terugdenkend aan die dampende koffie op de luchthaven van Wenen.

DE GRAPPIGE SPRAAKWATERVAL

December 2000, trainingsstage met de opleidingsploeg van Mapei. Tijdens een harde training met toppers als Michele Bartoli, Paolo Bettini en Stefano Garzelli, praat Cancellara honderduit, en is hij zo opgewerkt dat hij zelfs begint te fluiten. Garzelli en co vinden het van een gebrek aan respect getuigen en knallen een helling op. De jonge Zwitser komt puffend boven, waarna Garzelli hem toesnauwt: ‘Dit was de laatste keer dat je tijdens een training gefloten hebt.’ Cancellara bedoelde het echter niet zo en verontschuldigt zich wel tien keer: ‘Sorry, ik ben gewoon blij dat ik met kampioenen als jullie mag trainen.’ Spartacus echter ten voeten uit. Sven Montgomery, zijn trainingspartner in zijn jonge profjaren, vergezelde hem zelfs met plezier. ‘Een rit van vier of vijf uur? Fabian zweeg geen seconde, zelfs niet als hij kapot zat. Op den duur knikte ik alleen nog.’ (lacht)

Een gevoel dat veel journalisten die Cancellara hebben geïnterviewd herkennen, zeker als ze uitweidden naar onderwerpen die niet met de koers te maken hadden, zoals wijn, mode, reizen. Interviews die de tweevoudig olympisch kampioen ook vaak gaf op de… trein, zo getuigt Tim Vanderjeugd, sinds 2010 de man die alle mediacontacten voor hem regelde. ‘Wanneer hij die van Bern naar de luchthaven van Zürich nam, op weg naar een of andere wedstrijd – een voorbeeld van zijn strak georganiseerde timemanagement, hij is niet toevallig een Zwitser, hé.’ Al verloor Cancellara soms ook de tijd uit het oog, zoals op de persconferentie na de Tourproloog in Utrecht, die hij in 2015 won. ‘Fabians eerste antwoord op de eerste vraag’, vertelt Vanderjeugd, ‘duurde twáálf minuten, aan een stuk. De vertaler naast hem wist niet met wat te beginnen, al moest hij er, net als Fabian, wel om lachen. Ook de hele perszaal lag in een deuk.’

Even vaak was het lachen met Cancellara’s Twittertaal: het zogenoemde ‘Fabianese’, een grappige, vreemde mix van boerenkool-Engels – zoals zijn veelgebruikte ‘unluck’ in plaats van ‘bad luck’ -, het Zwitsers Duitse woordenboek op zijn iPhone en véél hashtags. Komische ’talenten’ die hij ook gebruikte binnen de ploeg, door onder meer buschauffeur Danny In’t Ven te jennen. ‘Als de sfeer in de bus voor een koers gespannen was, riep Fabian soms luid vanuit de wc: ‘Danny, dit is geurloze ziekenhuiszeep!’ Of: ‘Danny, de handdoeken zijn weer te hard!’ Al jaren een running gag binnen onze ploeg – iedereen ligt dan strike. Ik denk dat hij het op den duur zelfs bewust deed, om zo de spanning bij zijn teamgenoten weg te halen.’

‘Ook na de race’, vertelt In’t Ven, ‘bracht Fabian vaak ambiance in de ploeg. Tijdens een lange verplaatsing met de bus trad hij zelfs dikwijls op als ‘dj’. Op zijn iPad met een app muziek mixen en, in de euforie na een zege, soms zelfs meezingen. Met het hele team riepen we dan: ‘Cancellaarrraaa!!!” (lacht)

DE FAMILIEMAN

Februari 2001. De 19-jarige Cancellara is aan zijn eerste weken als prof bezig bij het opleidingsteam van de toenmalige wereldploeg Mapei. Het wielerleven, wekenlang weg van zijn vriendin Stefanie, die thuis in hun appartementje zit, valt hem zwaar. Wanneer de Zwitser naar de Ronde van Rhodos vertrekt, is hij er met zijn hoofd niet bij. Ploegleider Roberto Damiani pept hem op: ‘Je kan je afwezigheid alleen goedmaken door te winnen, zodat je met het goede nieuws naar Stefanie kan bellen.’ Cancellara verheugt zich daar zo op dat hij de proloog voor die andere neoprof Bradley Wiggins én het eindklassement wint. Hij gloeit van trots na zijn eerste profzeges, maar verbleekt wanneer hij te horen krijgt dat hij meteen moet doorreizen naar de Ronde van de Algarve. Hoe zal hij zijn Stefanie uitleggen dat hij amper één dag thuis zal zijn en dan alweer moet vertrekken?

Een anekdote die typeert hoezeer Cancellara gehecht was/is aan zijn heimat, familie en gezin. Een gevoel dat nog versterkt wanneer hij in 2006 trouwt met Stefanie, en een jaar later hun eerste dochtertje Giuliana geboren wordt. In 2012 krijgt zij een zusje Elina, tijdens de Tour. Geen haar op het hoofd van de Zwitser dat eraan denkt om verder te koersen. ‘Goodbye #TDF12’, twittert hij. ‘Ik ben niet alleen een renner, maar ook een echtgenoot. Mijn familie heeft me nodig’ – een van zijn meest gelikete tweets ooit.

Om diezelfde reden blijft Cancellara na zijn olympische titel niet lang in Rio, hij wil zijn tiende huwelijksverjaardag immers absoluut met zijn vrouw vieren en al op maandag zijn dochters naar school brengen – hij is in zijn carrière lang genoeg weggeweest van huis. Al verzachtte Fabian dat gemis door Stefanie en zijn twee oogappels in de Heilige Week tussen de Ronde en Parijs-Roubaix steevast naar het ploeghotel in Brugge te laten overkomen. Of door hen, zoals in januari dit jaar naar Gran Canaria, mee te nemen naar een lange trainingsstage.

Voor Cancellara was wielrennen immers maar een deel van zijn bestaan. Dat ondervond ook Danny In’t Ven, sinds 2007 buschauffeur in diens wielerteams én een goede vriend. Al meermaals logeerde hij bij de renner thuis. ‘Daar zag je een veel meer ontspannen Fabian. Een ‘normale’ familieman die afwast, de vuilniszakken buitenzet, over de dingen des levens praat en totaal niet met wielrennen bezig is. Voor hem slechts een deel van zijn bestaan. ‘Je vrouw en je kinderen, Danny, dát is het échte leven.’ Daarom heeft hij hen ook altijd afgeschermd van de media – interviews of foto’s met Stefanie waren zéér uitzonderlijk.

‘Dat familiegevoel, zich thuis volledig ontspannen en de fiets in de winter vijf, zes weken aan de kant schuiven, was mede de reden voor Fabians lange, succesvolle carrière. Zoals een computer kon hij zich helemaal rebooten, om zo ontgoochelingen én triomfen te plaatsen, en zich daarna weer honderd procent op een nieuw doel te focussen.’

DE DANKBARE KOPMAN/VRIEND

18 maart 2011. Spartacus viert tijdens Tirreno-Adriatico zijn 30e verjaardag ’s avonds met de ploeg en trakteert met wijn die hij enkele dagen ervoor met Leopard-Trekmanager en collega-wijnliefhebber/kenner Brian Nygaard in een vermaard Italiaans wijnhuis nabij Pisa gekocht heeft. Op de tafel van het personeel een drieliterfles ter waarde van ruim duizend euro. Tim Vanderjeugd, die Cancellara en Nygaard vergezeld had bij hun inkopen, schrikt zich een hoedje en draait zich om richting de rennerstafel, waar ook enkele prijzige flessen staan te pronken. ‘Fabian gebaarde me echter dat ik dat niet mocht doorvertellen. ‘Jullie verdienen dat.’ Typisch voor hem: hij wilde geen applaus voor zijn generositeit.’

Vaak toonde Cancellara zijn appreciatie met andere, speciale geschenken. Zoals de peperdure Zwitserse IWC-horloges die hij afgelopen voorjaar aan de renners en het personeel gaf die hem in 2013 en 2014 de Ronde van Vlaanderen (2x) en Parijs-Roubaix hielpen winnen. Uurwerken met op de achterkant gegraveerd: ‘You’ll never win alone‘, plus de naam van de persoon. Zelfs Bob Jungels, Tony Gallopin en Jesse Sergent, die in 2016 voor andere teams uitkwamen, kregen zo’n horloge – Cancellara gaf ze persoonlijk af in hun ploegbus, ook zonder veel poespas.

Op die manier bedankte de Zwitser na de Ronde van 2014 ook Remi De Moor, de voorzitter van zijn Belgische fanclub en een jarenlange vriend. Die zat immers vast in Spanje – vandalen hadden zijn autobanden platgestoken. Vanderjeugd: ‘Terwijl Fabian zich na de podiumceremonie omkleedde, vroeg hij me mijn gsm, zodat hij meteen naar Remi kon bellen – die tot tranen toe bewogen was. Dat Fabian daar in alle hectiek aan dacht…’

Ook ploegleider Dirk Demol ondervond hoe attentvol Cancellara is. ‘Toen mijn dochter na een hersentrombose in het ziekenhuis belandde, belde hij me twee, drie keer per week om te informeren naar haar gezondheid. Niet terloops, maar met heel gerichte vragen. Ook voor kinderen heeft hij een zwak. Toen ik eens vroeg of hij een zieke jongen, een grote fan van hem, wilde ontmoeten, trok hij daar – in plaats van de geplande vijf minuten – ruim een halfuur voor uit. Hij wordt overstelpt met zulke aanvragen en hoeft dat niet te doen, maar af en toe pikte hij er zo iemand uit.’

‘Wat ook weinigen weten,’ vertelt Vanderjeugd, ‘is dat Fabian in alle stilte nog contact heeft met de familie en vriendin van Wouter Weylandt (Cancellara’s ploegmaat toen die in de Giro van 2011 overleed, nvdr). De laatste jaren zijn hij, Danny en ik, na zijn Belgische fandag in Oudenaarde, telkens met de ploegbus doorgereden naar het huis van Wouters ouders in Gent. Wouter was slechts enkele maanden zijn teamgenoot, maar zijn dood heeft Fabian erg aangegrepen. In die emotionele gesprekken zie je dat hij, nog meer dan een groot kampioen, bovenal een heel warme mens is. Die weet waar het in het leven écht om gaat. En daar zal hij nu, meer dan ooit, van genieten.’

DOOR JONAS CRETEUR – FOTO’S TIM DEWAELE

‘Nog meer dan een groot kampioen is hij bovenal een heel warme mens.’ – TIM VANDERJEUGD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content