Verloren heeft Real Madrid onder Rafael Benítez nog niet, maar de trainer wordt door iedereen met argusogen bekeken. Bovendien is de spelersgroep nog niet overtuigd van zijn manier van werken.

Toen de nieuwe coach Carlo Ancelotti in juli 2013 zijn opwachting maakte in Valdebebas, het oefencentrum van Real Madrid, was het eerste wat hij al lachend tegen Xabi Alonso zei: ‘Jij bent mij een Europese beker schuldig.’ Hij verwees daarmee naar de inmiddels beruchte Champions Leaguefinale van 25 mei 2005 in Istanbul, toen Liverpool een 3-0-achterstand tegen het AC Milan van Ancelotti ophaalde en uiteindelijk de Italianen klopte na penalty’s. Xabi Alonso voetbalde toen bij de Reds, waar Rafael Benítez coach was. De geschiedenis herhaalt zich, want in zijn eerste babbel met de groep verwees ook Benítez afgelopen zomer naar die finale. ‘Ik had het met de ploeg over de bijdrage van Vladimir Smicer. Die was destijds geen basisspeler, maar hij viel in en maakte een doelpunt in de finale’, zei de in Madrid geboren en getogen trainer. ‘Iedereen heeft een rol en een missie. Voor de spelers die weinig aan spelen toekomen, is dat het moeilijkst. Daarom moeten zij meer trainen, om dat gebrek aan speelminuten op te vangen. En om klaar te zijn wanneer ik hen nodig heb. Of dat nu een halfuur, drie kwartier of drie minuten is.’ De instelling van Smicer zou Benítez, die veel meer dan Ancelotti zweert bij een rotatiesysteem, graag zien bij de spelers van de Koninklijke.

Zijn rotatiesysteem baseert hij op medische gegevens en statistieken, maar bovenal op zijn buikgevoel. Benítez: ‘Een voetballer gaat je haast nooit zeggen dat hij zich niet goed voelt. Eerst ga je af op je eigen gevoel, dan ga je te rade bij de speler en vervolgens bekijk je zijn gegevens. Al die informatie filter je en het belangrijkste houd je over.’ Om te vervolgen: ‘Roteren is geen modegril. Het is een poging om het maximum uit je kern te halen. Afhankelijk van zijn rendement en zijn positie zullen we een basisspeler wisselen. Een speler uit de centrale as is immers niet hetzelfde als een speler op de flank.’

Bijgevolg heeft bijna iedereen weleens de bank van dichtbij gezien, inclusief de vorig seizoen onmisbaar gewaande Toni Kroos. Uiteraard is er eentje, afgezien van keeper Keylor Navas, die in de negen tot nu toe gespeelde wedstrijden – zeven in de competitie en twee in de Champions League – nog geen minuut aan de kant gestaan heeft: Cristiano Ronaldo. Of die dan eens niet moet rusten, werd Benítez gevraagd op een persconferentie. ‘De belangrijkste speler in een ploeg is degene die een goal kan maken op gelijk welk moment en zo iemand probeer je op het veld te houden. Cristiano is een garantie op goals, hij heeft het hoogste scoringspercentage’, antwoordde de trainer.

Benítez is duidelijk een betere evenwichtskunstenaar dan Luis Enrique. De trainer van FC Barcelona is ook voorstander van een rotatiesysteem, maar hij maakte begin vorig seizoen de fout ook de onaantastbare Lionel Messi weleens op de bank te zetten. Pas toen het in januari tot een aanvaring kwam tussen de twee en voorzitter Josep Bartomeu zijn trainer verplichtte om Messi altijd te laten spelen, begon het te lopen bij de Catalanen, met de triplete als gevolg. Toch liet Benítez vorige week nog eens duidelijk verstaan dat hij zijn hand er niet voor zou omdraaien om CR7 een keer op de bank te zetten.

EEN VRIJSCHOP NEMEN DOE JE ZO

Een trainer van Real Madrid moet kunnen omgaan met vedetten. De vraag is of Rafael Benítez dat kan. In het onlangs verschenen My Story, de biografie van Steven Gerrard, werpt het Liverpoolicoon een schaduw op de kwaliteiten van Benítez als people manager. Een fragment: ‘Ik kan de telefoon pakken en naar al mijn vorige Liverpooltrainers bellen. Behalve naar Rafa. Dat is spijtig, omdat we samen de waarschijnlijk mooiste avond uit onze carrières – de CL-overwinning in Istanbul – meegemaakt hebben. Toch is er geen band tussen ons. (…) Op persconferenties noemde hij andere spelers bij hun voornaam, bij mij was het altijd ‘Gerrard’. Het was hetzelfde in de kleedkamer. Hij las dan de opstelling voor en gebruikte vaak bijnamen, maar bij mij was het steevast ‘Gerrard’. Nu, ik zou niet beter beginnen te spelen zijn als hij me ‘Stevie‘ had genoemd. Ik wilde gewoon de volgende wedstrijd winnen en ik wist dat Rafa ons daarmee kon helpen. Op tactisch vlak was hij de beste coach met wie ik ooit gewerkt heb, dus het kon me niet schelen hoe hij me noemde. (…) Onze werkrelatie was ultraprofessioneel en zijn kilheid motiveerde me om nog beter te gaan voetballen. Eigenlijk hengelde ik naar een compliment van hem, maar evengoed wilde ik hem laten zien dat hij me echt nodig had. We waren als vuur en ijs. In mij borrelde de passie, terwijl Rafa de strategische denker was.’

Toen Benítez geconfronteerd werd met de passage uit het boek, wuifde hij de beschuldigingen van Gerrard weg: ‘Ik heb die citaten gezien en ik denk dat hij zich vergist. Uit respect voor hem, voor Liverpool en voor de supporters denk ik dat ik de zaak het best laat rusten. Hij heeft een boek uitgebracht en ik ben nu de trainer van Real Madrid. Dat verkoopt natuurlijk goed…’

Dé vedette bij Real Madrid is uiteraard Cristiano Ronaldo. Opvallend is dat Benítez zich niet in blinde adoratie aan de voeten van de Portugese sterspeler werpt. Toen een journalist hem eens vroeg of Cristiano de beste voetballer ter wereld was, klonk zijn antwoord zeer diplomatisch: ‘Hij is een uitstekende speler. Hij is een van de besten die ik ooit getraind heb. De beste, dat kan ik niet zeggen, want ik heb nogal wat goeie spelers zien passeren. Maar op dit moment is hij van ons en is hij de beste van de wereld.’ In veel media werd alleen die laatste zin onthouden, maar de trainer laat ook verstaan dat hij al betere spelers getraind heeft. Wie dat dan wel zouden kunnen zijn, dat blijft een tot op heden onopgelost mysterie. Steven Gerrard? Xabi Alonso? Javier Mascherano? Wesley Sneijder? Dries Mertens misschien?

Afgezien van de relatie met CR7 is die met de andere zwaargewichten in de kleedkamer verre van perfect te noemen. Karim Benzema uitte al eens zijn ongenoegen over het feit dat hij gewisseld werd en stelde zich openlijk vragen bij de tactische keuzes. Sergio Ramos, de kapitein die afgelopen zomer bijna het schip verlaten had richting Manchester United, kon ook niet appreciëren dat Benítez hem – terecht overigens – met de vinger gewezen had na zijn onnodige penaltyfout in de wedstrijd op Atlético. Bovendien sijpelen er uit de spelersgroep geluiden door dat de trainingen als ‘erg saai’ worden ervaren en dat Benítez om de haverklap onderbreekt om iets uit te leggen. Zo zou hij al eens aan Cristiano Ronaldo getoond hebben hoe die een vrijschop moest nemen…

DEFENSIEF STEMPEL

Een etiket waar Rafael Benítez maar niet van verlost geraakt, is dat van ‘defensieve coach’. Een verklaring als die van Sergio Ramos na de Madrileense derby begin deze maand is alleen maar olie op het vuur: ‘Na de 0-1-voorsprong speelden we te defensief. In plaats van de lijnen op te schuiven naar voren, trokken we meer naar achteren om te verdedigen. Misschien viel de 1-1 daardoor wel.’ Fernando Torres, spits van nota bene aartsrivaal Atlético, brak dan weer een lans voor Benítez: ‘Ik ken hem goed. Ik heb bijna vier seizoenen met hem gewerkt bij twee verschillende ploegen (Liverpool en Chelsea, nvdr) en ik kan jullie verzekeren dat hij geen defensieve trainer is. Als ze hem laten werken, zullen ze beseffen hoe goed hij is.’

Zelf verdedigt Benítez zich met zijn statistieken bij Napoli, waar hij de afgelopen twee seizoenen trainer was en één beker en één supercup won (maar de ploeg nooit kon plaatsen voor de Champions League). ‘In Italië vonden ze me juist een te offensieve trainer: 104 doelpunten, twee jaar op rij het doelpuntenrecord bij Napoli verbroken… Hier krijg ik een defensief etiket, terwijl we de ploeg zijn die het meest op doel schiet en die de meeste doelpunten scoort (tot nu toe 15, alleen Celta de Vigo doet even goed, nvdr).’

DE SCHADUW VAN MOURINHO

The Telegraph rekende uit dat een trainer die onder vuur ligt en die vervolgens openlijk gesteund wordt door het bestuur van zijn club, het daarna gemiddeld nog 48 dagen uitzingt voor hij ontslagen wordt. Dat zou betekenen dat José Mourinho op 22 november bij Chelsea zou mogen beschikken. Mocht dat gebeuren, dan zou dat geen ramp zijn, want volgens ingewijden loopt er nog een rechtstreekse lijn van The Special One naar José Ángel Sánchez, algemeen directeur bij Real Madrid, en naar Florentino Pérez, die zoals geweten een grote fan is van de Portugees. Mourinho zou geregeld aan de lijn hangen met de twee, die hem beschouwen als een belangrijke raadgever. Aan een terugkeer naar Bernabéu zou Mourinho niet denken zolang daar nog de spelers rondlopen die hem – in zijn ogen – destijds verraden hebben. Dat verraad bestond onder meer uit het niet willen meewerken aan zijn strategie om systematisch de scheidsrechters met de vinger te wijzen en de spelers van Barcelona als lafaards te bestempelen. Een van hen – Iker Casillas – is ondertussen vertrokken, een andere – Sergio Ramos – is er nog steeds.

De relatie tussen Mourinho en Benítez staat overigens ook op een laag pitje, zeker na een uitspraak van Montserrat Seara, de vrouw van Benítez. Die had gezegd dat haar man bij Real ‘alweer het zootje dat Mourinho had achtergelaten moest opruimen’. The Special One voelde zich meteen geroepen om een en ander toe te lichten: ‘Die vrouw is een beetje in de war. Haar echtgenoot ging naar Chelsea om er Roberto Di Matteo te vervangen en bij Real Madrid kwam hij na Carlo Ancelotti. De enige club waar haar man mij verving, was Inter. En daar richtte hij in zes maanden tijd het beste team in Europa ten gronde.’ Een sneer die kan tellen, maar daarna deed Mourinho er nog een schepje bovenop. ‘Mevrouw zou zich beter bezighouden met het dieet van haar man, dan zou ze niet zo veel tijd hebben om over mij te praten.’

Met onder meer Cristiano Ronaldo, James Rodríguez en Pepe zit er bovendien nog een aantal spelers uit de portefeuille van Mourinho’s boezemvriend en makelaar Jorge Mendes in de Spaanse hoofdstad. Kortom, het is balanceren op een slappe koord voor Rafael Benítez.

DOOR STEVE VAN HERPE – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Benítez is geen defensieve trainer. Als ze hem laten werken, zullen ze beseffen hoe goed hij is.’ FERNANDO TORRES

‘Ik kan de telefoon pakken en naar al mijn vorige Liverpooltrainers bellen. Behalve naar Rafa.’ STEVEN GERRARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content