Zaterdag begint Genk aan play-off 1 met een thuiswedstrijd tegen Zulte Waregem. Met Ilombe Mboyo in een glansrol speelde het de ploeg van Francky Dury zes maanden geleden op een hoopje. Dat was tot nu toe de enige keer dat de Limburgse fusieclub plezier beleefde aan zijn recordtransfer. Hoe komt dat?

Ilombe Mboyo sloot met Racing Genk de reguliere competitie af op het veld van de club waar hij drie en een half jaar geleden doorbrak als profvoetballer. Na een halfuur viel hij er in voor de geblesseerde Jelle Vossen, maar hij bleef vrij onzichtbaar. Bleek was toch alweer het woord dat het best bij zijn uitstraling en zijn prestatie paste. In het Guldensporenstadion vroegen velen zich met ons af: wat is er met ‘Petit Pelé’ gebeurd?

Het was via Philippe Vande Walle dat de Belgische Congolees in de zomer van 2010 bij KV Kortrijk terechtkwam. De toenmalige keeperstrainer van KVK was zijn potentieel in hun gezamenlijke tijd bij Sporting Charleroi opgevallen: een jongen van 23 al met bovendien een zwaar gerechtelijk verleden, maar volgens hem met de intrinsieke kwaliteit én mentaliteit om het te maken. Mboyo was destijds bij de jeugd van Anderlecht weggestuurd wegens moeilijk gedrag en raakte daarna in de gevangenis wegens geweldpleging en groepsverkrachting. Maar bij KV Kortrijk integreerde hij zich met gezonde nederigheid probleemloos in de groep en in de ploeg. Acties van hem lagen aan de basis van onder meer winning goals tegen Club Brugge op de eerste speeldag en later ook tegen het op dat moment nog ongeslagen Racing Genk van Frank Vercauteren.

“Hij gaf mij meteen een heel goed gevoel”, zegt KVK-coach Hein Vanhaezebrouck. “Volwassen, voeten op de grond, in het besef dat hij hard moest werken om er te komen en met de bereidwilligheid om dat te doen. Voorbeeldig, zowel op training als in de wedstrijden. Heel correct. Iemand die zijn verantwoordelijkheid opnam en geen uitvluchten zocht wanneer er eens iets fout ging. Een lichaam van beton en fantastisch aan de bal. Bij Charleroi zocht hij vooral de individuele actie en ik heb hem uitgelegd dat hij er alleen daarmee niet zou raken. Dat hij in functie van de ploeg moest leren spelen. Hij heeft dat gesnapt en heel goed opgepikt.”

Eind januari 2011 begint zich voor het vroegere Brusselse straatjoch de hemel te openen: na zes maanden al wordt hij voor één miljoen euro getransfereerd naar het ambitieuze AA Gent. Bondscoach Georges Leekens moedigde hem zelfs al aan om zijn best te blijven doen met het oog op een eerste selectie voor de Rode Duivels. In het Ottenstadion groeit Mboyo uit van een stille jongen tot aanvoerder en baas van de kleedkamer. In oktober 2012 debuteert hij onder Marc Wilmots voor België met een korte invalbeurt tegen Schotland. Maar niet alles is positief. Af en toe spelen agressie en zijn vechtreflex hem parten. Er zijn incidenten met onder meer supporters en zijn ploegmaat Frank Boeckx. Niet iedereen vindt het een even goed idee dat hij aanvoerder werd gemaakt. Even wordt de band hem zelfs afgenomen, maar na een tijd krijgt hij hem terug. Telkens is daar de psycholoog in voorzitter Ivan De Witte om te zalven en te verzoenen.

Op het veld maakt Mboyo zich intussen almaar meer onmisbaar. Alles draait rond hem. In de reguliere competitie scoort hij negentien keer, evenveel als Mbokani – zij het in meer wedstrijden en dankzij meer strafschoppen. Standard wil hem, maar hijzelf wil (terug) naar Anderlecht en Anderlecht wil hem (terug), maar het komt niet tot een akkoord met AA Gent. Uiteindelijk tekent hij op 7 augustus een riant vierjarig contract bij Racing Genk. Het transferbedrag wordt niet meegedeeld, maar zou rond de vier miljoen euro bedragen. Daarmee is ‘Petit Pelé’ de duurste inkomende transfer uit de geschiedenis van de Limburgse fusieclub.

Integratie

Het is geen gekke aankoop. Mboyo bezit de kwaliteiten om als grote, sterke, balvaste spits een prima complement voor Jelle Vossen te zijn. Maar hij is geen typische targetspits. Hij is ook snel, heeft een actie en kan voorin alléén zijn plan trekken. Dat is de manier waarop hij bij AA Gent tot in de hemel groeide: de meeste ballen kwamen bij hem terecht en hij deed er zijn zin mee. Opvallen deed hij er ook door zijn grote actieradius. Hij is een spits die veel de bal moet voelen en overal moet kunnen opduiken. Links, rechts en in het centrum, in de diepte en tussen de linies. Wanneer je hem ergens vastzet, verliest hij van zijn waarde. Hij moet kunnen lopen, ook met de bal. Dan is de vraag natuurlijk: hoe vlot kan hij zich in de structuur van het spel van Genk integreren? Met andere woorden: niet alleen complementair zijn met Vossen, maar ook met Benji De Ceulaer, Thomas Buffel en Fabien Camus, offensieve spelers die ook graag de bal voelen. Vanzelfsprekend is dat niet, zeker niet voor een nieuwkomer die bij zijn vorige club door transferbeslommeringen en onzekerheid over zijn toekomst ook nog eens een onrustige en onregelmatige voorbereiding kende. Net voor zijn overgang wordt zijn vriendin ook nog eens omvergereden. Het was een chaotische tijd voor Petit Pelé. In de Engelse boulevardpers was eerder ook al zijn criminele verleden breed uitgesmeerd geweest.

Het zou wat tijd kosten om zich in het leven in de Cristal Arena in te passen en dat bleek ook. Maar op 14 september valt in de thuiswedstrijd tegen Zulte Waregem opeens alles in zijn plooi: het team van Trainer van het Jaar Francky Dury wordt met 5-2 in de vernieling gespeeld; en Mboyo is de absolute uitblinker met twee doelpunten en twee assists voor Vossen.

Maar vier dagen later valt Mboyo in de Europa Leaguewedstrijd in Kiev na een halfuur uit met een hamstringletsel. Aanvankelijk lijkt het niets ernstigs, maar uiteindelijk zal hij elf weken out zijn. Vragen over die lange afwezigheid wil de club niet beantwoorden. Mario Been verwijst eind oktober in een interview met Sport/Voetbalmagazine wel naar de fysieke gesteldheid van de speler. “We trainen hier op basis van drie wedstrijden per week”, zegt hij. “Dat was hij niet gewoon. Je merkte snel dat hij wat achterstand had. Hij zegt het nu ook zelf: ‘Ik krijg een ander lichaam.’ Hij wordt sterker. Pelé was vorig seizoen enorm belangrijk voor AA Gent. Ik denk dat hij er toen grotendeels voor gezorgd heeft dat Gent in de hoogste klasse is gebleven. In die periode is de manier van trainen bij hem toch iets anders geweest. Dan kon hij na een wedstrijd bijvoorbeeld een paar dagen even uitblazen. Net omdat hij de bepalende speler was. Dat kan hier absoluut niet.”

Na de winterstop geeft Mboyo na de nederlaag in Zulte Waregem aan dat er nog steeds een probleem is. De medische staf verklaarde hem fit, maar hij voelt zich niet goed. “Ik weet echt niet wat de medische staf met mij heeft gedaan.” Hij zal later op de week op een door de club georganiseerde persconferentie zijn onvoorwaardelijk vertrouwen in de medische staf uitspreken en beloven keihard te werken om binnen een paar weken zijn kracht en explosiviteit terug te hebben. In de drang om terug te keren, besluit hij, heeft iedereen een foute inschatting gemaakt. Enkele weken later verklaart technisch directeur Gunter Jacob in Het Laatste Nieuws dat uit medische tests voorafgaand aan de transfer was gebleken dat indien het ritme van de trainingen en wedstrijden omhoog zou gaan, het risico bestond dat Mboyo geblesseerd kon raken. “Dat berekend risico pak je er dan bij.” Dirk Degraen voegt eraan toe dat die medische tests twee dagen duren, dat ze bijzonder grondig zijn en dat er heel weinig spelers honderd procent uit zo ’n controle komen.

Bij Mboyo zou er volgens insiders – globaal gesteld – sprake zijn van een te lage belastbaarheid en een onevenwicht tussen zijn heel sterk ontwikkelde bovenlichaam en zijn onderlichaam.

Persoonlijk gevoel

Bij KV Kortrijk en AA Gent zorgde dat blijkbaar niet voor problemen. “Ik heb het speciaal nog eens nagevraagd bij onze medische staf”, zegt KV Kortrijktrainer Hein Vanhaezebrouck. “Hij is in die zes maanden één keer out geweest met een kleine blessure en miste daardoor twee wedstrijden. Voor de rest trainde hij altijd mee. Wij trainen zwaar en hij kon alles aan. In zijn algemene structuur was hij niet op alle niveaus perfect, een aantal verhoudingen waren niet honderd procent in orde, maar zo zijn er wel meer voetballers. De vraag is: moet je dat allemaal gaan corrigeren? Moet je iedereen perfect restylen? Moet je aan iemand die al heel zijn leven zo beweegt en voetbalt, die vanuit die structuren en gewoontes zijn eigen kracht produceert, van alles beginnen te veranderen? Als je dat allemaal gaat veranderen naar het perfecte toe, zoals het theoretisch bepaald is, dan heb ik daar wel mijn vragen bij. Ook onze osteopaat stelde toen dat het niet makkelijk was om dat te doen. Als je het zou doen, zou het lichaam misschien gedurende een lange tijd minder kunnen presteren dan ervoor. Voor een club als KV Kortrijk, die snel veel rendement moet halen uit zijn transfers, was dat dus niet aan de orde.”

“Ook bij ons miste Pelé weinig trainingen”, zegt Frank Wezenbeek, hoofdkinesist van AA Gent. “Het was wel zo dat hij soms een individueel programma op maat kreeg, zoals zoveel spelers – de perfecte mens bestaat niet. Maar dat betekent niet dat hij gespaard werd of minder deed. Op sommige dagen deed hij zelfs meer dan de groep. ‘Uitblazen’ is zeker niet het juiste woord. Zonder voldoende trainingsuren kan je niet maandenlang top zijn. Ik denk dat iedereen toen wel heeft kunnen zien dat hij niet alleen technisch maar ook conditioneel heel sterk was. Dat bouwden we op met oog voor zijn persoonlijk gevoel. Hij was iemand die veel aandacht vroeg voor zijn lichaam, die kleine ongemakjes en kwaaltjes signaleerde, en die aandacht gaven we hem. Bij ons kreeg hij ook lenigmakende oefeningen voor verschillende spiergroepen, onder meer voor de hamstring, in combinatie met wat stabiliserende oefeningen. We moesten een beetje op zoek gaan naar de combinatie tussen kracht en lenigheid. Preventie is belangrijk. Onevenwichten die aanleiding kunnen geven tot een verhoogd risico op blessures moet je proberen aan te pakken om geen grote problemen van overbelasting te krijgen. Maar de vraag is: hoe doe je dat en in welk tempo? Preventie is niet het belangrijkste. Het preventieprogramma, het bijschaven, mag niet het doel op zich zijn. Het is er om de speler te helpen beter te presteren. Het belangrijkste is de prestatie in de wedstrijd. Daarom is het ook altijd een evenwicht zoeken tussen: hoe voelt de speler zich en hoe presteert hij? Het gaat ook om het afwegen van het wetenschappelijke tegenover het gevoel van de atleet. Een renner die niet synchroon op zijn fiets zit maar zo Parijs-Roubaix wint, moet je niet vragen zijn hele houding te veranderen. Het gaat om finetunen, want anders zou hij zo’n wedstrijd niet winnen. Maar het gevoel zal altijd belangrijk zijn. Dat was onze manier van aanpakken.”

De voetbalkwaliteiten van Mboyo zijn onbetwistbaar. Eind volgende maand wordt hij 27, in principe moeten de beste jaren dus nog komen – en zijn contract bij Genk loopt na dit seizoen nog drie jaar. Maar nu zit hij toch al een héle tijd slecht in zijn vel. Dat hij bij de rust naar huis vertrekt omdat hij gewisseld wordt, zoals hij in de thuiswedstrijd tegen Waasland-Beveren deed, en dat hij na het ontslag van Mario Been verklaart dat hij in één uur al meer leerde van Emilio Ferrera dan van zijn voorganger, zijn voorvallen die getuigen van een verstoorde emotionele stabiliteit. En op het veld, daar waar de waarheid ligt, ontbreekt het hem vooralsnog aan de grote bezieling. Druk, fysieke problemen, externe en interne kritiek lieten hun sporen na. Genk lijkt ook de mens Mboyo een beetje kwijtgeraakt te zijn. Zijn lichaam is misschien wel veranderd, maar sterker is hij nog niet geworden. Integendeel. Hij lijkt aan power verloren te hebben. Zijn lichaamstaal verraadt dat hij diep zit.

“Mboyo is een gevoelige jongen”, weet Frank Wezenbeek, die bij AA Gent twee en een half jaar met hem werkte. “In een moment van opwinding laat je hem misschien het best even met rust. Maar hij is intelligent. Je kunt achteraf rustig met hem praten, overleggen en een goeie communicatie onderhouden. Op voorwaarde dat je hem uitlegt waar je naartoe werkt en hem feedback geeft over zijn lichaam. Wij zijn hier ook een keer met hem in aanvaring gekomen. Dat was in de voorbereiding van vorig seizoen, op het moment dat hij met een kleine stressfractuur aan het bekken zat en we hem tegen zichzelf moesten beschermen. Toen we hem zegden dat hij een langere tijd moest rusten, ook al voelde hij zich vrij goed, werd het even moeilijk. Want hij bezit die drive, hij wil absoluut spelen en zich laten zien. Als je hem dan afremt, krijg je een confrontatie. Hij is iemand die bij pijn of een kleine blessure onrustig wordt. Dus ik kan mij wel inbeelden wat dat weleens kan geven bij een nieuwe club, waar hij wil spelen om zich te bewijzen en belangrijk te kunnen zijn voor de ploeg. Maar daarna leer je een andere Mboyo kennen. Dan ga je met het hele medische team om de tafel zitten, praat je dat uit en kom je tot een heel mooie samenwerking. Want hij is vatbaar voor argumentatie en kan zelf ook argumenteren. Dan verplicht hij je om in zijn denkwereld te komen. En als je dat doet en hij wederzijds respect voelt, dan kan hij er een streep onder trekken, professioneel verder werken en die relatie opbouwen. Na zijn terugkeer uit die blessure voetbalde hij van november tot eind mei op een heel hoog niveau. Ze moeten in Genk zeker niet wanhopen.” (lacht)

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Ze moeten in Genk zeker niet wanhopen.” Frank Wezenbeek

“Moet je aan iemand die al heel zijn leven zo beweegt en voetbalt van alles beginnen te veranderen?” Hein Vanhaezebrouck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content