Zaterdag 23 november, 12.45 uur lokale tijd. Horden rode supporters passeren hun tempel, Anfield Road, steken Stanley Park over en gaan naar het rivaliserende stadion, Goodison Park, volledig in het blauw gehuld. Welkom op de grens tussen Walton en Anfield, twee populaire wijken in Liverpool, die getuigen van de oude rivaliteit die ontstaan is tijdens de derby van de Merseyside.

Deze derby op de oevers van de Mersey is een van de meest verhitte, maar desondanks blijft het ook een van de meest vriendschappelijke. Hier geen sociale kloof (de fans komen uit dezelfde buurt) of religieuze scheiding, evenmin geografische tegenstellingen. Gewoon heerlijk vechten voor de overwinning, ieder seizoen. In Liverpool heeft elke familie wel aanhangers van beide clubs in de rangen.

Dat is niet meer dan normaal wanneer we weten dat in eerste instantie een familiale scheuring leidde tot de rivaliteit tussen beide clubs en bijgevolg de geboorte van Liverpool FC. In 1891, nadat Everton zeven jaar lang Anfield als thuisbasis had, eiste eigenaar John Houlding een buitensporige huur, waarop de Toffees hun koffers pakten en verhuisden naar Goodison Park, een eindje verderop. De corrupte Houlding zat toen met een stadion, maar zonder club, waarop hij Liverpool FC oprichtte in 1892. Sindsdien lijkt elke derby op een familiebijeenkomst, en zoals op elk familiefeest wordt er soms wat gekibbeld. Wanneer er evenwel iets ernstigs gebeurt, hangen beide clubs broederlijk aan elkaar. Iedereen in Liverpool herinnert zich nog de blauw-rode ketting van sjaals ter nagedachtenis van de slachtoffers van het Hillsboroughdrama in 1989.

Maar een rivaliteit kan niet bloeien zonder glorieperiodes. In Liverpool was dat in de jaren 80, het midden van het economische verval onder eerste minister Margaret Thatcher, toen de bedrijven en de haven ten onder gingen. Toen was het voetbal het licht dat over de havenstad scheen. In dit prachtige decennium kenden zowel de Reds als de Toffees grote successen in de Engelse voetbalgeschiedenis. Tussen 1976 en 1990 braken enkel Nottingham Forest in 1978, Aston Villa in 1981 en Arsenal in 1989 de hegemonie van de stad Liverpool. Tussen 1984 en 1988 grepen beide clubs beurtelings de titel. In 1985 won Everton drie derby’s en het kam-pioenschap, met 13 punten voorsprong op Liverpool. Ook in 1987 werden de Toffees kampioen, maar het Heizeldrama, met Liverpool FC als betrokken partij, leidde tot een verbod van Engelse clubs in Europa en belette dat Everton in de Europacup I van 1987/88 kon aantreden.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content