De zoektocht naar een vervanger voor Massa verloopt moeizaam.

We schreven het eerder al: de dagen van Felipe Massa zijn geteld bij Ferrari. Nog een half seizoentje en de Braziliaan wordt bedankt voor bewezen diensten. Alleen moet dan iemand gevonden worden om hem te vervangen. Dat lijkt toch wat moeilijker dan velen denken. In de paddock geldt immers de overtuiging dat iedereen voor Ferrari wil rijden. Maar vandaag is niets minder waar.

Het probleem is Fernando Alonso, die sinds zijn komst bij de Italianen in 2010 het team helemaal naar zijn hand heeft gezet. Mark Webber werd gepolst, maar verlengde uiteindelijk zijn contract bij Red Bull. Daar zal hij tijdens de race geen telefoon krijgen om zijn ploegmaat voorbij te laten, zoals Massa wel overkwam bij Ferrari. Om dezelfde reden zal de 21-jarige Mexicaan Sergio Pérez, geboekt als een van de grote beloften in de F1, zich wellicht niet laten verleiden door de lokroep van Ferrari. Ook de Schot Paul di Resta, nu bij Force India, staat op het verlanglijstje maar twijfelt om dezelfde reden. Temeer omdat hij bij Mercedes de auto van MichaelSchumacher kan krijgen als die de helm aan de wilgen hangt. En met Lewis Hamilton, wiens onderhandelingen voor contractverlenging bij McLaren vast lijken te zitten, moet Ferrari niet eens gaan praten: Alonso zal zeker zijn veto stellen.

Hoe langer de zoektocht van Ferrari duurt, hoe meer namen in de geruchtenmolen raken. Zoals die van Jérôme D’Ambrosio: in mei al ging Ferraribaas Stefano Domenicali bij Lotus-Renault het cv van de Belg opvragen. En als Ferrari dan toch iemand neemt voor een jaar of twee, tot Alonso aan uitbollen denkt, dan heeft de Lotusinvaller het juiste profiel: hij heeft een jaar ervaring in de F1, maakt weinig fouten en heeft een goede reputatie als afsteller.

In Boedapest viel een nieuwe naam te horen: Romain Grosjean, die het dit jaar goed doet bij Lotus. Alonso ziet de Fransman best zitten – ze reden een half jaar samen bij Renault, alleen de sponsoring kan een probleem zijn. Ferrari heeft Shell als sponsor en Grosjean is het boegbeeld van Total, dat Lotus 15 miljoen euro per jaar toestopt. Dus doken in Hongarije plots nog twee andere namen op: de Finnen Heikki Kovalainen en Kimi Räikkönen. Met honderd GP’s op de teller is Kovalainen stilaan vaste prik in de F1 en hij wil maar wat graag weg bij dat troosteloze Caterham. Räikkönen is dan weer een ander verhaal: hij vindt dat hij al een paar keer had moeten winnen met de Lotus, maar dat het team te veel strategische fouten maakte. Merkwaardig genoeg zou Alonso niets tegen de komst van de Fin hebben. Wellicht omdat hij ervan overtuigd is dat hij sneller is. Maar ook omdat hij weet dat Kimi helemaal niet het type is om politieke spelletjes in het team te spelen. Räikkönen zelf laat de deur open: “Ik zei altijd dat ik graag bij Ferrari reed en ik werd daar wereldkampioen. Misschien hadden we samen meer kunnen bereiken.”

DOOR JO BOSSUYT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content