Bij KV Kortrijk vond Ilombe ‘Petit-Pélé’ Mboyo eindelijk de stabiliteit waarin hij als voetballer én als mens kan gedijen. Zijn donkerste periode heeft hij definitief voorbij gedribbeld, en nu wil hij alleen nog maar vooruit, recht op doel af. Een monoloog.

Ilombe Mboyo: “Toen ik aan tafel zat met Kortrijk, wist ik meteen dat het de goede keuze was. Ik heb zelfs geen tijd gevraagd om na te denken. De club zat op dat moment nog zonder trainer, maar dat deerde me niet. De mentaliteit en de clubcultuur zaten juist, dat voelde ik gewoon. Ik snap niet waarom de mensen KV Kortrijk keer op keer onderschatten. Oké, er zijn geen grote sterren, maar er staat wel een samenhangende groep met goede voetballers die de hand voor elkaar in het vuur willen steken.

“Twee seizoenen kende ik onzekerheid bij Charleroi, ik stond nooit voor een langere periode constant in de basis. Hier krijg ik wel het vertrouwen. Op sportief vlak zou het wel eens het beste seizoen uit mijn carrière kunnen worden.

Hein Vanhaezebrouck gelooft in mij en heeft dat van in de voorbereiding duidelijk gemaakt. Hij laat me spelen omdat hij gelooft dat ik iets kan bijbrengen. Het is nu aan mij om elke match opnieuw te bewijzen dat hij gelijk heeft.

“De trainer laat niets aan het toeval over. Het moment dat ik op de bank terechtkom, zal daar waarschijnlijk een reden voor zijn. Ik ben kritisch voor mezelf; dus ik zal zwijgen als ik die reden begrijp. Maar als ik onverwachts bankzitter word, dan ga ik hem om uitleg vragen. Hij is heel open en eerlijk, dus ik ben zeker dat ik dan antwoord zal krijgen.

“Het is nog veel te vroeg om na vijf matchen al te evalueren, maar het loopt goed bij Kortrijk. De eerste match van het seizoen tegen Club Brugge beschouw ik als een van mijn beste wedstrijden ooit. Iedereen had het over die actie waarbij ik tussen twee verdedigers doorglip en dan de assist geef op Davy De Beule, maar ik heb daar globaal een goede wedstrijd gespeeld.”

Over ‘oom’ Bayat en de schoonmaak

“Bij Charleroi blesseerde ik me op het einde van vorig seizoen domweg in de laatste wedstrijd tegen Standard. Een serieuze tegenvaller, want na twee seizoenen wou ik sowieso vertrekken uit Charleroi. Eigenlijk wilde ik er na één seizoen al weg. Vakantie heb ik niet gehad, want meteen na het seizoen heb ik keihard gerevalideerd bij Lieven Maesschalck, zodat ik zeker het competitiebegin bij een nieuwe club zou kunnen meemaken.

“Ik wil niet te negatief doen over Charleroi, want ik ben de club en zeker de familie Bayat heel erg dankbaar. Ze hebben me de kans gegeven om mijn leven terug op de rails te zetten. Velen hadden mij opgegeven, maar in Charleroi kreeg ik een profcontract. Mogi Bayat beschouw ik een beetje als een oom. Hij blijft me volgen, al is het nu meer van op afstand. Maar we bellen nog heel regelmatig.

“Helaas was het niet mogelijk om te presteren in Charleroi. Er wordt niet gewerkt in de beste omstandigheden, de sfeer en mentaliteit zitten er compleet verkeerd. In de lokale pers verscheen een artikel waarin stond dat een aantal jongens mochten vertrekken omwille van ‘gedragsproblemen’. ( windt zich op) Belachelijk! Mijn naam stond daar ook bij, maar ik leef en werk als een echte prof. Zowel bij Charleroi als bij Kortrijk. Nooit te laat, met alles in orde, niet één boete heb ik gekregen.

“En ik was niet de enige die onterecht beschuldigd werd. Kijk naar al die andere jongens die het slachtoffer werden van die befaamde nettoyage. Habib Habibou staat nu bij Zulte in de ploeg en heeft al gescoord. Ik denk niet dat er problemen met hem zijn. Grégory Christ? Doet het goed bij Sint-Truiden. Mijn neef, Geoffrey Mujangi Bia, probeert het intussen te maken in de Premier League.

“Het valt toch ook op dat de zogenaamde ‘schoonmaakoperatie’ bij Charleroi altijd geld opbrengt? Bij Kortrijk gaan ze op zoek naar goede voetballers om de kern te versterken en een goed seizoen neer te zetten. Als je bij Charleroi goed presteert, dan word je liefst zo snel mogelijk verkocht.

“De malaise van vorig seizoen werd te gemakkelijk op de spelers afgeschoven, maar dat is geen correct beeld. Er was zeker talent genoeg, maar te veel dezelfde types. Allemaal technische spelers die graag met de bal aan de voet op avontuur gaan. Bij Kortrijk is de ploeg veel meer uitgebalanceerd. De voorhoede is complementair: Brecht Capon zoekt graag de diepte op en speelt zijn snelheid uit, Giuseppe Rossini zorgt voor présence in de zestien en kan goed kaatsen en ik probeer met mijn actie en versnelling vanaf de flank voor gevaar te zorgen.

“Ik zou graag iets teruggeven aan Charleroi, want de club heeft me een kans gegeven. Maar zoals de sfeer er nu is, kan ik daar onmogelijk renderen. Ik ben in de jeugd gevormd bij Anderlecht, Eendracht Aalst en Club Brugge, dus ik hou wel van wat structuur en discipline. Ik hoop dat die situatie binnenkort opklaart, want in principe lig ik er nog onder contract tot 2012. Toch is het nog lang niet zeker dat ik terugkeer. Wie weet kan Kortrijk mij overnemen, of vind ik, zoals David Vanden- broeck, na mijn uitleenbeurt een andere club in België. Maar dat zijn zorgen voor later, ik wil me in eerste instantie focussen op Kortrijk.”

Over zijn moeder en Belgacom TV

“In bijna ieder interview probeert de interviewer toch nog eens te polsen naar mijn periode in de gevangenis. Maar daar praat ik liever niet meer over. Ook niet over alles wat daarmee samenhangt, anders mondt het gesprek daar toch onrechtstreeks op uit. Alles wat ik daarover wou vertellen, heb ik al eerder gezegd. Misschien dat het voor journalisten interessant is om daar nog eens naar te vragen, maar ikzelf en mijn familie willen dat hoofdstuk liefst zo snel mogelijk achter ons laten. Zeker nu alles in de plooi lijkt te vallen.

“Ik heb het grote geluk dat ik een heel goede entourage heb om op terug te vallen. Mijn familie en mijn dichte vrienden betekenen alles voor mij. Ik heb zeven zussen en één broer, maar ook een aantal heel dichte vrienden die ik beschouw als broers. Ik zeg ‘ maman‘ tegen hun moeder en zij zeggen dat tegen de mijne. Dat zijn de vrienden voor wie je alles zou doen, en die er altijd zijn voor je, of het nu goed of slecht gaat. Mijn neven behoren daartoe, Mujangi Bia en Andrea Mutombo, maar ook Anthony Vandenborre. Hij heeft veel voor mij gedaan toen ik in de problemen zat.

“Bij elke wedstrijd komen er vrienden en familie kijken. Vooral mijn jongste zusje van 14 is heel fanatiek. Ze is enorm fier op haar grote broer. Mijn moeder volgt de matchen thuis op tv. Ik heb heel veel respect voor haar, maar op de een of andere manier heb ik liever niet dat ze naar het stadion komt. Dat is al zo van bij de jeugd. Zelf zou ze dolgraag komen, maar ik zou mezelf schamen denk ik, als ik weet dat ze naar mij aan het kijken is.

“Als je mij vraagt of ik nu gelukkig ben, dan zou ik niet volmondig ja antwoorden. Mentaal ben ik een stuk sterker dan in het verleden, maar ik denk dat ik pas gelukkig zal zijn wanneer ik zelf een gezin heb. Het juiste meisje ben ik nog niet tegengekomen, maar ik weet wel al zeker dat ik kinderen wil. Drie of vier. Ik hou van een goede familiale sfeer. Tijdens de week zit ik in mijn appartement in Kortrijk, maar ik geniet er echt van om in het weekend thuis te zijn in Brussel. We hebben een groot gezin, dus er is altijd ambiance.

“Mijn ouders zijn verhuisd van Kin-shasa naar Brussel toen ik nog heel klein was. Veel herinneringen aan mijn Congolese roots heb ik dus niet meer. Ik ben er één keer teruggeweest, toen ik zeventien was. Een deel van de reis brachten we door op hotel, de rest in het appartement dat mijn vader daar nog heeft. Maar we zijn toen ook op bezoek geweest bij familie die in de cités woont. Dat opent toch wel de ogen: hier in België moeten we eigenlijk heel tevreden zijn met wat we hebben. Iedereen klaagt altijd over de problemen in de samenleving, maar persoonlijk heb ik nog maar weinig racisme meegemaakt en ben ik in mijn leven nooit iets tekortgekomen. Ik vind dat de culturen in dit land al bij al vrij tolerant met elkaar omgaan en goed samenleven.

“In mijn opvoeding heb ik drie belangrijke zaken meegekregen: respect voor de ander – want dat onderscheidt de mensen van de dieren – delen met je omgeving en eerlijkheid in wat je zegt en wat je doet. Als voetballer is een goede opvoeding heel belangrijk. In de voetbalwereld draait het om grote sommen geld en dan durven respect en eerlijkheid snel te vervagen. In het voetbal kan het geen kwaad om een entourage te hebben die je daarmee blijft confronteren. Zo houd je de voetjes op de grond.”

Over straatvoetbal en dribbels

“Voetbal is alles voor mij. Dat is altijd zo geweest. Ik leef en ik adem voetbal. Familie, vrienden en voetbal, dat houdt me overeind. Als ik niet aan het trainen ben, dan praat ik erover met mijn vrienden. Of we kijken naar een wedstrijd op tv, of we spelen voetbalgames op de PlayStation. Geregeld hebben we een discussie die uitmondt in een geïmproviseerd partijtje op straat. Als we het niet met elkaar eens raken, dan bakenen we snel een veldje af, leggen onze truien op de grond als doelpalen en we vechten het uit met de bal.

“Iedere avond speelde ik vroeger op straat of op pleintjes. Je leert er veel bij: snelheid van uitvoering, een actie maken, bewegen in de kleine ruimte,… Ik heb een vrij spectaculaire spelstijl, maar die dribbels en die bewegingen zijn slechts een middel, geen doel op zich. Een dribbel is pas mooi als hij ook iets oplevert.

“Maar misschien nog belangrijker dan op voetbalgebied, vormt de straat vooral een leerschool als mens. Je speelt samen met kinderen uit verschillende culturen. Soms ontstaan er problemen, maar die moet je proberen op te lossen zonder hulp van volwassenen. Er is bovendien geen scheidsrechter; iedereen moet dus een basisrespect hebben voor elkaar.”

door bregt vermeulen – beelden: reporters

Anthony Vandenborre heeft veel voor mij gedaan toen ik in de problemen zat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content