Mijn vier broers en ik houden van mooi voetbal. Maar als passieve supporters van Club Brugge zie je ons niet vaak in de Belgische stadions. Toch besloten we ons een fankaart aan te schaffen. We kozen voor de duurste, maar ook handigste formule. We waren zo naïef om te geloven dat we dan waar en wanneer we maar wilden tickets konden krijgen. In die overtuiging besloten we dan ook om een familieuitstap te maken naar de wedstrijd AA Gent-Club Brugge op 23 februari. Een mooie gelegenheid om elkaar nog eens terug te zien en een schitterende namiddag te beleven.

Met de fankaart in de hand trokken we naar het secretariaat in Gent. We vroegen de bediende om tickets en lieten hem onze fankaart zien. Hij nam ze vast, controleerde ze en constateerde dat het om een kaart van Club Brugge ging. Alsof wij van een andere planeet kwamen, sloot hij als de bliksem zijn loket. “Wend je maar tot Club Brugge”, riep hij.

Wij waren met verstomming geslagen, maar we lieten ons niet ontmoedigen. We namen contact op met een supportersclub uit Sint-Amandsberg, waar we geen deel van uit maken. In het verleden waren zij zo vriendelijk geweest om ons fankaarten te bezorgen en ons aan tickets voor Europese wedstrijden te helpen. Daar vertelden ze ons dat ze door het beperkte aantal toegewezen tickets, de voorkeur gaven aan leden. Wat logisch is natuurlijk.

Maar nu wordt het pas echt menens. Jan met de pet is verplicht om zich naar een lokaal op zeven kilometer van het stadion te begeven. Daar wordt hij dan op een overvolle bus richting het Ottenstadion gezet. Een veetransport is er niets tegen. Vervolgens begeleidt men je naar een kooi, waar je netjes plaats mag nemen. Na de festiviteiten wacht je weer dezelfde behandeling. Het verbaast me niets dat de supporters zich opwinden. Zo’n behandeling lokt gewoon ongeregeldheden uit. Hartelijk bedankt.

Om een zuiver geweten te hebben, telefoneerden we naar het secretariaat van Club Brugge. Daar beantwoordde een moedige dame wat me moesten doen. Helaas hadden we het al op die manier geprobeerd. Wanneer we haar vertelden dat we een fankaart van Club Brugge hadden, klonk er enige ergernis in haar stem. Alsof ze genoeg had van al die klachten … Einde van het verhaal.

Toch vereist dit verhaal enig commentaar :

1. De KBVB heeft ons aangemoedigd, zoniet verplicht ons een fankaart aan te schaffen, met de garantie dat we in elk stadion binnen mochten. In de commerciële wereld noemt men zoiets misleidende reclame. Dit is zelfs bij wet strafbaar.

2. Het zou mij ook niet verbazen, mochten onze clubs verlies oplopen door deze maatregelen. Zelfs de grote clubs ontsnappen niet aan de dalende wedstrijdrecettes. Een voorbeeld : voor de kwartfinale van de Beker van België tussen Club Brugge en Lommel daagden er ongeveer 3000 mensen op. En dat in een stadion met ongeveer 30.000 plaatsen.

3. De “leiders van ons land” hebben voor de gemakkelijkste oplossing gekozen. Ze ontzegden duizenden mensen de toegang tot het stadion, omdat ze niet in staat zijn het hooliganisme in te dijken. Hooliganisme dat niet goed te praten valt, maar wel veroorzaakt wordt door slechts een honderdtal mensen. Dat houdt de burgemeester van Gent, of andere notabelen, natuurlijk niet tegen om in de loges van een schitterende maaltijd te genieten. Die maaltijd krijgen ze dan bovendien nog gratis aangeboden. Ondertussen kunnen ze ook nog eens een blik werpen op wat er zich op de grasmat afspeelt. Mooi is dat, terwijl het onze droom is om te mogen betalen voor een plaats, te genieten van de sfeer, een biertje te drinken en eventueel nog een frietje te eten. Van die lekkere gouden, krokante frieten bestreken met een flinke kwak pickles of mayonaise. Heerlijk !

4. De oplossing : neem een abonnement op Canal +. Nestel je voor de buis, barricadeer ramen en deuren, want er zou eens een hooligan in de straat moeten passeren en de ordetroepen zouden toevallig eens niet ter plaatse moeten zijn. Want zij hebben het natuurlijk te druk. Zij testen op een betere locatie hun speeltje, proberen daar hun waterkanon uit en leren daar de paarden hoe ze een mooie, dampende en stinkende hoop uitwerpselen moeten produceren.

Mij zie je nooit meer in een stadion, hoe spijtig het ook mag zijn.

Michel Koller, Melle

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content