DE VEDETTE : JESPER GRøNKJæR

FC Kopenhagen is een onverwachte naam op het kampioenenbal. De Deense kampioen schakelde in de laatste voorronde Ajax uit. JesperGrønkjær en André Bergdølmo zadelden hun ex-club op met een enorme kater. Grønkjær maakte in zijn carrière al een en ander mee. Hij wisselde geniale vlagen af met heel wisselvallige prestaties. Zijn grillige vorm tijdens zijn periode bij Chelsea dreef trainer Claudio Ranieri tot wanhoop. Op z’n best betekende de snelle vleugelspits evenwel een meerwaarde voor de ploeg. In 2004 verloor hij zijn moeder, miste daardoor de eerste wedstrijd van Denemarken op het EK in Portugal, maar was er toch op gebrand om mee te spelen op het toernooi. Met succes, want vijf dagen later trof hij tegen Bulgarije raak. Een emotioneel moment voor de eerste en tot nog toe enige profvoetballer die geboren is in Groenland. Een voetballer die goed aardde bij Ajax, in die mate dat de fans een liedje voor hem hadden gemaakt op de tonen van Champs-Elysées van Joe Dassin.

Bij Ajax was hij terechtgekomen dankzij Morten Olsen, die wel wat in hem zag. De fans van de tegenpartijen zagen de razendsnelle en dribbelvaardige winger minder zitten : zij vonden hem een matennaaier. Het afscheid uit Amsterdam in 2001 was er een in mineur : Grønkjær verweet Ajax immorele praktijken. Ze hadden hem tegen zijn zin verkocht aan Chelsea. Na Ajax en Chelsea ging het steil bergaf met zijn carrière. De klasseflitsen bleven bij Birmingham City en Atlético Madrid veelal achterwege. VfB Stuttgart, dat hem vorig seizoen overnam voor 6 miljoen euro, wilde onder de hoede van Giovanni Trapattoni een topploeg uitbouwen. De hoge verwachtingen werden nooit ingelost en na Nieuwjaar begon het te rommelen. Grønkjær en Jon Dahl Tomasson hekelden de defensieve aanpak van hun trainer. Trapa kon daar niet mee lachen en plaatste hen op de bank. Even later mocht hij zelf beschikken.

Nadat ook dit buitenlandse avontuur geen onverdeeld succes was, besloot Grønkjær terug te keren naar zijn vaderland en hij tekende voor vier jaar bij de Deense landskampioen FC Kopenhagen. Op de persconferentie waar hij het nieuws bekendmaakte, beweerde de rechtsvoetige linksbuiten dat de club het potentieel had om het Europees ver te schoppen. Daar werd lacherig om gedaan, tot de stunt in Amsterdam.

TACTIEK

De 4-4-2 wordt door Stale Solbakken iets flexibeler geïnterpreteerd dan door zijn voorganger, Hasse Backe. De voormalige Noorse international diende in 2001 zijn loopbaan te beëindigen door een hartstilstand. Ook als trainer toont hij zijn strategische en charismatische kwaliteiten. Hij zorgde voor gedisciplineerde verdedigers en een snelle omschakeling naar de aanval, waarbij het middenveld eventueel mag worden overgeslagen. Die linie is bijzonder offensief ingesteld, met Tobias Linderoth als enige recupererende speler. Michael Silberbauer of Razak Pimpong en Jesper Grønkjær zijn authentieke vleugels, die voor acties en voorzetten moeten zorgen. Voorin wordt gerekend op de doeltreffendheid van de Zweedse international Marcus Allbäck, die de steun krijgt van landgenoot Fredrik Berglund. Een variant is een 4-5-1, met alleen Allbäck als centrumspits. De ploeg is vooral gevaarlijk uit stilstaande fasen, want er zit veel kopbalkracht in het team, terwijl ook de counter graag wordt gehanteerd. l

FRéDéRIC VANHEULE & BJORN BORGT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content