Wie in Meerhout van de markt naar de Weversberg rijdt, overschrijdt op het einde van de Veldstraat een grens die – zeker in het plaatselijke voetbalverleden – een symbolische waarde had waar niet mee te spotten viel. Langs de ene kant had je ‘De Met’ met het daarbijhorende Meerhout Sport. Langs de andere kant ‘De Berg’, waar Hand in Hand Meerhout speelde. Frans Burtin (72) behoorde als speler tot dat tweede kamp, zetelde na de fusie tussen de twee ploegen in 1966 eventjes in het bestuur en is nog altijd supporter.

Hij weet nog hoe het vóór 1966 not done was om van het ene Meerhoutse team naar het andere over te lopen. “Maar ja, sommigen verkeerden met een meisje van ginder. Dat werden afvalligen. Mertscheiters. Wel werd na elke match iemand naar de markt gestuurd, om te checken of de vlag uithing aan De Tramhalt, het lokaal van Meerhout Sport. Zo wisten we op De Berg altijd of de aartsrivaal gewonnen had.

“Bij ons speelden veel jongens die in de koolmijnen werkten,” verhaalt Burtin, “want op De Berg, daar woonde het gepeupel, de mensen die bakharing verkochten. De Met, dat waren de dikke nekken, de notabelen. Daar ging je naartoe als je naar de dokter moest – in die tijd nog meneer doktoor.”

Aan de twee kanten van Meerhout bloedde het hart van menig supporter hevig bij de fusie. “Die werd geregeld in ons lokaal,” weet Burtin nog, “bij de Wiet. Met een ‘geforceerde stemmentelling’. Buiten bliksemde en donderde het. Alsof ze hierboven ook niet akkoord gingen.

“Uiteindelijk was het een goede zaak”, realiseert Burtin zich. Hij begon met wat vrienden een steunclub voor het nieuwe Verbroedering Meerhout. “Je weet hoe dat gaat. Op een avond op café wordt eens geopperd : ‘Als wij nu eens een pot uitlegden, en de spelers elk honderd frank winstpremie toekenden…’ Iets later organiseer je een kaartavond om dat te betalen, dan een bal, dan start je een clubblad … We deden dat allemaal vooral voor ons eigen plezier. Voor iets wat op een uur beslist kon worden, waren we meestal tien avonden op stap. Met een goeie pint en zonder de vrouwen ( knipoogt). De steunclub groeide. Op den duur zaten we bij vergaderingen met zestien rond de tafel. En er was telkens één man die ik niet kende. Die hoestte nooit. Ik deed eens een rondvraag. Uiteindelijk bleek niemand te weten wie dat was, iedereen dacht dat hij een vriend was van een ander ( lacht).” Euh … die hoestte nooit ? “Ah ja,” kijkt Burtin verbaasd, “die betaalde nooit een tournee.”

Iets later wijst hij langs onooglijke grindwegeltjes de weg naar het vroegere veld van Hand in Hand. Nu blijkt dat een lap grond met enkele bomen en gras dat veel te hoog staat. Niets verwijst nog naar de voormalige bestemming van dit terrein. Maar Burtin ziet het allemaal zo weer voor zijn ogen. “Het was ne schonen tijd. Veel plezier gehad … ( kijkt even rond) ‘Gehad’ is een lelijk beest.”

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content