Spektakel ! Show ! En ook een beetje sport. Een avondje zesdaagse van Bremen.

Bremen. Havenstad aan de Weser. Werder Bremen en het Weserstadion. Die Bremer Stadtmusikanten. Het historische centrum met de Sint-Petersdom, het gotische stadhuis en de reus Roland, het standbeeld dat sinds 1404 het symbool is van vrijheid en burgerbewustzijn. Das Sechstagerennen !

Eén keer per jaar is niet het fraaie oude stadscentrum of de voetbaltrots, die afgelopen seizoen voor de vierde keer landskampioen werd in de Bundesliga, de grootste attractiepool van Bremen. Midden januari gaat alle aandacht voor een periode van zes dagen – en vooral nachten – naar de qua omzet en toeschouwersaantallen grootste wielerzesdaagse van het seizoen. Spektakel ! Show ! En ook een beetje sport. Een sfeerimpressie van de 41e zesdaagse van Bremen.

Vrijdag 14 januari 18.30 uur. In het restaurant van het Intercity Hotel, vlakbij het station, lijkt maar één onderwerp het gesprek aan de goedgevulde tafeltjes te bepalen : de zesdaagse, een kleine vierentwintig uur voordien op gang geschoten door Patrick Sercu. Al twintig jaar is de succesvolste zesdaagsenrenner aller tijden wedstrijdleider in Bremen. Honderd procent tevreden loopt Sercu er niet bij. Op de openingsavond viel met Matthew Gilmore meteen al een van de smaakmakers en sportieve sterkhouders uit. “Rib gebarsten. Hij kan nog wel fietsen, maar het risico is te groot. Als Matthew nog een keer valt, kunnen de gevolgen catastrofaal zijn.”

Sercu kijkt sip als hij dit zegt, maar hoe moet Andreas Kappes zich dan niet voelen ? De 39-jarige Kappes won al zeven keer in Bremen en wou zich met acht zeges alleen als recordhouder in de geschiedenisboekjes laten schrijven. Met Matthew Gilmore aan zijn zijde maakte hij daarvoor kans. Een laatste keer, of toch niet ? “Akkoord, volgend jaar ben ik veertig”, laat de in Bremen woonachtige en er bijgevolg uiteraard erg populaire Kappes in boulevardkrant Bild optekenen. “Voor de meeste sporters is het dan niet meer mogelijk om op hoog niveau te presteren, maar ik behoor tot een uitzonderlijke categorie. Volgend jaar kom ik terug, opnieuw om te winnen.” Ambitieus is hij altijd geweest, bescheiden daarentegen…

19.30 uur. Bij het betreden van de Bremer Stadthalle, vorig jaar de geldschieter ter wille omgedoopt tot AWD Dome, valt het meteen op : de zesdaagse is hier véél meer dan sport alleen. Sport und Show der Spitzenklasse, maakt een paneel met gigantische afmetingen duidelijk. In hal 1 wordt, onder andere, gefietst. Hallen 2 tot 5 bieden amusement van een andere soort. ” Bitte schön.” Een niet bepaald warm uitgedoste jongedame duwt ons bij het binnenkomen van hal 2 een geel pakje in de hand. ‘ Die nacht der Liebe‘ staat erop. ‘Niet openmaken met scherpe nagels’ ook.

In hal 2 kan je een Cubaanse sigaar kopen of een exotische cocktail nuttigen in ‘Bar Tropical’, inclusief discotheek, maar je kan er ook penalty’s trappen, foto’s kopen van je favoriete voetballer of wielrenner of op een op rollen bevestigde fiets een simulatieparcours afleggen gaande van de Ronde van Vlaanderen tot de Mont Ventoux. En Bratwurst eten. Kermis ! Want in hal 3 kan je het kind in jou laten herleven in het schietkraam of het lunapark, op de rupsbaan of de botsautootjes. En Bratwurst eten.

Hal 4 is, hoewel Bremen in Noord-Duitsland ligt, volledig gewijd aan de Zuid-Duitse regio Beieren : een Biergarten, een Weinstube, kraampjes met allerlei culinaire – nu ja, wat heet ‘culinair’ ? – specialiteiten. Hier kan je calvados met appels proeven, evenals wodka met vijgen. En Bratwurst eten. De hoofdbrok van het showprogramma vindt in hal 5 plaats. DJs Das dufte Duo treden momenteel op en straks geven ook Bremen Eins Band en Right Said Fred het beste van zichzelf. Je kan hier ook… Juist.

Hal 1. Aha, sport ! Daar komen we voor. Wacht, eerst nog een geel pakje. ” Danke schön.” Glimlach. Glimlach terug.

19.50 uur. De ontvangst in het perscentrum is hartelijk, maar on-Duits slecht georganiseerd. “De perstribune ? Geen idee. Resultaten van de eerste avond ? Die werden allemaal verdeeld op de persconferentie. Nee, we hebben er geen kopie meer van.” Voor wie moet werken, zijn de omstandigheden niet ideaal. Dan maar even de sfeer proeven op het middenplein. “Een veel te klein middenplein”, vindt Sercu. “Zeker in verhouding tot de vernieuwde tribunes. Er werd een verdieping bijgebouwd, perfect voor muziekconcerten, maar minder geslaagd voor de zesdaagse, want het creëert een beetje een gevoel van leegte.” Er zullen vanavond nochtans zowat 20.000 mensen komen, dubbel zoveel als er zelfs na de uitbreiding rond de piste kunnen zitten, maar ruim twee derde kiest voor het vertier in de andere hallen.

Iljo Keisse moet over een kwartiertje de baan op – met zijn 166 meter een stuk korter dan de andere op Duitse bodem waar zesdaagsen gehouden worden. Toch maakt hij tijd voor een korte babbel. ” Marco Villa en ik sloten de eerste nacht af op een tweede plaats, maar helemaal content ben ik niet. We hadden wat meer punten moeten pakken.” De jonge Gentenaar (22) is dé revelatie van het seizoen. Heeft niet alleen het gewenste charisma van de pistier, maar toont ook lef en doorzettingsvermogen. Keisse is een topper in wording als hij de voetjes op de grond weet te houden.

De voetjes op de grond houden, dat is niets voor de enthousiaste bende op het middenplein. Zij zingen luidkeels mee met Five Set, een Duits coverbandje dat zijn ding doet op het daarvoor geïnstalleerde podium. Vergane glorie, schiet ons spontaan te binnen.

Tijd voor de renners. De naam Gil-more zal dus niet voor de derde maal op de palmares staan – Matthew won in 2001 samen met Scott McGrory de Bremense Six, vader Graeme Gilmore vormde met Dieter Kemper in 1973 het beste koppel. Kappes zal ook niet winnen, tenzij er een andere topper uitvalt en hij alsnog diens plaats kan innemen, want de Lokalmatador blijft op post om een aantal nevennummers te rijden. Gisteren werkte hij zelfs op zijn eentje een ploegkoers af. “Als ik hem maar geen dubbele gage moet betalen”, citeert het plaatselijke dagblad Weser Kurier Patrick Sercu.

21.10 uur. De Zwitsers Bruno Risi en Kurt Bettschart wonnen samen al het recordaantal van 34 zesdaagsen, maar vijf meetings ver staat de teller deze winter nog op nul als gevolg van de zitvlakproblemen van Bettschart. Die lijken áchter de rug, en er dus niet meer ónder, Bettschart haalt het in de afvalling : gut, besser, Bettschart. Risi straalt. De Koning van het circuit heeft weer een fitte ploeggenoot. ‘ Vielen Dank für die Blumen‘, weerklinkt een bekend deuntje.

De baanronde valt traditiegetrouw in de smaak bij de toeschouwers. De Oostenrijker Franz Stocher, vijf keer na elkaar deelnemer aan de Olympische Spelen en bezig aan zijn afscheidstournee, lanceert zijn dertien jaar jongere teamgenoot Christian Grasmann (23), die een uitstekende tijd neerzet. Toeval, of allicht niet, ‘ Heidi, Heidi‘, galmt door de boxen als de Alpenbewoner de finish overschreden heeft. Is zijn tijd genoeg voor de overwinning in deze discipline ?

Nee, Robert Bartko, door de speaker aangekondigd als “de stijlvolle beer uit Potsdam”, gaat nog sneller door de bochten. Bartko rijdt in Bremen met Andreas Beikirch, een duo dat de toekomst van het Duitse zesdaagsenrijden wel eens zou kunnen kleuren. Als allerlaatsten gaan die fliegenden Höllander van start. Robert SlippensDanny Stam zijn momenteel ontegensprekelijk de beste ploeg. Dat bewijzen de drie overwinningen dit seizoen : Amsterdam, Gent en Rotterdam. ” Es geht um das Renommée“, tiert de omroeper met lichte zin voor overdrijving. Maar het werkt. Robert Slippens toont zijn snelheid, 66,25 kilometer per uur. Na 9 seconden en 56 duizendste blijft de klok al stilstaan. ‘ Vielen Dank für die Blumen‘.

21.30 uur. Zo dadelijk begint het eerste sportieve hoogtepunt van de avond : de grote jacht – niet voordat we nog een geel pakje krijgen toegestopt. Het gaat er hard aan toe in de ploegkoers : aanval hier, aanval daar, rondegewin hier, rondegewin ginder. De renners hebben echter ook oog voor spanning. Dertien minuten voor het einde van de vijftig minuten durende jacht zitten alle ploegen opnieuw in dezelfde ronde. “Dit heb ik nog nooit meegemaakt”, brult de speaker. Uiteindelijk maken Slippens en McGrory in de sprint tegen elkaar uit wie het haalt. Slippens, met vijf centimeter verschil ! ‘ Kedeng kedeng kedeng kedeng Oe Oe.’ In Bremen kennen ze Guus Meeuwis ook.

‘Hoe later op de avond, hoe schoner het volk’, luidt het gewestelijke spreekwoord. Helaas niet zo op het podium. Zucht, daar heb je ze weer : Five Set. Het muzikale intermezzo duurt – gelukkig – niet lang. Het lawaai van de dernymotoren klinkt voor één keer als een verademing. ” Wir freuen uns das Andi Kappes dabei ist.” De thuisrijder neemt na de ploegkoers weer de draad op.

22.45 uur. In razende vaart met zijn drieën naast elkaar op een smalle wielerbaan, gangmakers die elkaar en de renners opjutten : de derny’s zorgen altíjd voor spektakel. Zeker als Joop Zijlaard zijn 135 kilogram op het gaspedaal duwt. De sowieso al laaiend enthousiaste man achter de microfoon doet er nog een schepje bovenop : ” Jetzt kommt der Dikkeueuh.” Maar hoezeer der Dikke, met in zijn spoor Robert Slippens, ook probeert, hij komt niet meer voorbij… Andreas Kappes. Bij sommige disciplines laat de winnaar zich al vóór de start raden.

De Elektro Haas Cup, genoemd naar de sponsor, heet de 500 meter met vliegende start voor de gelegenheid. Uitkijken is het naar de specialisten, in principe dezelfde als de baanronde. Zet Christian Grassman opnieuw de eerste richttijd ? Nee, voor Grassman, vijf jaar geleden nog lid van de Duitse skiploeg, gaat de piste blijkbaar niet steil genoeg naar beneden. Hij stelt teleur en zal als elfde en laatste eindigen. De overwinning gaat naar Beikirch-Bartko. Bartko mag het, zijn roepnaam alle eer aandoend, ‘stijlvol’ afmaken.

Bartko probeerde het als prof vier jaar lang op de weg. Twee jaar bij Telekom en evenveel bij Rabobank brachten hem niet veel meer op dan de eindzege in de Driedaagse van West-Vlaanderen. Dan ging het hem voordien beter af als pistier : op de Olympische Spelen van Sydney in 2000 pakte de Oost-Duitser twee gouden medailles, in de individuele en in de ploegenachtervolging. Sinds dit seizoen concentreert hij zich weer volledig op het baanwielrennen. Een juiste keuze, want ook in de zesdaagsen behoort hij stilaan tot de absolute top.

Vooraleer zich nog een laatste zware duurinspanning te getroosten – de tweede ploegkoers – fungeren de atleten nog even als achtergrondkoor. Alles voor de show. Terwijl Right Said FredStand up for the Champions‘ te berde brengt, zorgt Bruno Risi ervoor dat de gelegenheidsartiesten druk gesticuleren en ook op het podium het publiek vermaken. “Ik ben een entertainer”, vertelde Risi ons ooit. Niet alleen op een wielerbaan dus.

0.25 uur. Right Said Fred gaat in hal 5 nog wat meer ‘ I’m too sexy for myself‘ en andere nummers zingen. Correctie : playbacken, maar niet dat iemand daarvan wakker ligt. Het merendeel van de nog steeds massaal aanwezige hal-5-bezoekers is immers flink boven zijn theewater, wat hen er tien minuten geleden dan weer niet van weerhield nog enigszins schappelijk ‘ Werder Bremen‘ mee te kelen met Bremen Eins Band. Das Sechstagerennen trekt ook voetbalfans.

Niettegenstaande het late uur lijkt Iljo Keisse nog niet moe. Halverwege de jacht plaatst hij ondanks het hoge tempo een demarrage. Het duurt wel tien minuten voor hij samen met ploegmaat Villa een ronde pakt. Keisse plooit, maar breekt niet. Een terecht applaus is Keisses deel als hij het laatste gaatje dichtrijdt.

Voor winst in deze ploegkoers komt het Belgisch-Italiaanse duo nog wat tekort. Daarvoor strijden de viervoudige winnaars Risi en Bettschart met Juan Curuchet en Walter Pérez. Ondanks de steun van luidruchtige koebellen en alpenhoorns moeten de Zwitsers, viervoudig winnaar al in Bremen, onderdoen voor de verrassend sterke Argentijnen. Velen vroegen zich vooraf af wat de gaucho’s in hemelsnaam kwamen doen in een Europese zesdaagse, maar ouderdomsdeken Curuchet (bijna 40) en zijn zestien (!) jaar jongere landgenoot tonen aan dat ze vorig jaar niet zómaar wereldkampioen ploegkoers werden.

Twee heren met hoge hoed betreden het podium. Klaus en Klaus. Kwart over één, het is mooi geweest, denkt een mens. Het overvolle middenplein gaat echter uit zijn dak en vijf minuten later betrappen we ons er zowaar op dat we, weliswaar bescheiden, staan mee te zingen met een ons uit de Dortmundse zesdaagse bekende klassieker. ” Und dann die Hände zum Himmel. Komm lass uns fröhlich sein. Wir klatschen zusammen und keiner ist allein.”

Het volgende nummer kent bij de fans nóg meer succes. Eerder door een teveel aan alcohol dan door de lyrics, mogen we aannemen. ” Da wird die Sau geschlacht, da wird die Wurst gemacht. Im schönen Grünkohlland.” Es ist Feierabend. In Bremen wordt gefeest. Zes nachten lang.

door Roel Van den broeck

‘Jetzt kommt der Dikkeueuh.’

Bruno Risi is niet alleen een entertainer óp de piste, ook ernaast.

‘Da wird die Wurst gemacht.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content