Na een week waarin RC Genk Sef Vergoossen en Jos Daerden zag vertrekken, bleef het ook tegen AA Gent zwak spelen. ‘Het is méér dan die spanning.’

Dinsdag

RenéVandereycken, GeorgesLeekens, AriëlJacobs, ErikGerets, WalterMeeuws : kandidaat-trainers genoeg voor Genk om uit te kiezen. Zelden waren er zoveel ervaren Belgen tezelfdertijd welwillig om met de club te praten. Want hoopte Genk eerst nog niet of à la limite pas op het eind van het seizoen afscheid te moeten nemen van Sef Vergoossen, de 3-1-nederlaag op Antwerp bracht alles in een stroomversnelling.

’s Avonds, om zes uur, zullen een ge-emotioneerde JosVaessen en Sef Vergoossen, gemodereerd door assistent-manager ErikGerits het einde van hun samenwerking officieel bekendmaken. Er staat, voelt Vergoossen, een te grote spanning op clubbestuur en spelersgroep. Daarom zal hij als eindverantwoordelijke voor de sportieve resultaten de druk van buitenaf niet langer weerstaan en door een vrijwillig vertrek het ventieltje van de ketel draaien. “Genk heeft in ieder geval aan mij een grote supporter overgehouden.”

Niet aanwezig is JosDaerden, die in tegenstelling tot Vergoossen niet zelf opstapt, maar ontslagen wordt. En daar heeft hij het moeilijker mee. “Ik heb mijn lot nooit gekoppeld aan dat van Sef Vergoossen. Ik had er veel meer van verwacht. Maar blijkbaar is Genk niet klaar voor een technisch directeur”, zal het ’s anderendaags in de kranten klinken.

“Nooit meer nemen we een Nederlander als trainer, want die kunnen geen Frans”, veralgemeent Jos Vaessen, zelf vertaler-tolk van opleiding, zijn conclusie. En passant moest de voorzitter erkennen zich drie jaar lang bemerkingen te hebben gemaakt bij Vergoossens onkundigheid van de Franse taal. Dat de voorzitter zich meermaals ergerde aan de wisselvallige prestaties van Franssprekenden als Zokora en Roumani zal daar niet vreemd aan zijn. Maar zelfs al sprak Vergoossen Frans, uitgekafferd zou hij ze nooit hebben. Hij heeft er zich, net als tegen het al te snel door elkaar gooien van zijn ploeg, altijd tegen verzet. “Ik geef mensen een kans, de tijd om te groeien.” Vrijdag, thuis tegen AA Gent, wordt het voor enkelen noodzakelijk om zich groot te tonen.

Donderdag

Veel supporters, dat wel, maar verder weinig opmerkelijks op de laatste training voor de wedstrijd tegen Gent van morgenavond. Zeker geen roepende of naar aandacht hengelende trainers. Daarvoor weten Ronny VanGeneugden, Pierre Denier, Guy Martens en Dirk Staelens te goed dat hun toekomst een andere zal zijn dan die van hoofdtrainer in Genk. Staelens zal straks terugkeren naar de beloften, Martens blijft keeperstrainer, Van Geneugden wordt trainer van satellietploeg Tongeren en Denier blijft wat hij al dertig jaar lang is : de rode draad van Genk. Tussen 1974 en 1988 was Denier speler van Winterslag, waarna hij nog vier seizoenen voor de fusieploeg Genk voetbalde om daarna twaalf jaar assistent-trainer te worden. Vertrekt een trainer vroegtijdig, staat Denier paraat. Er is nog altijd minstens één zekerheid in Genk.

“Voor de vierde keer is het nu al”, glimlacht Denier, die zich in de schaduw op z’n best voelt. “Het bestuur heeft mij wel gevraagd de taak naar de pers toe te vervullen, maar Ronny en ik, we willen eigenlijk alle twee liever niet op de voorgrond treden. De scouting en de tactiek zullen we samen bepalen, maar misschien dat Ronny wat meer aandacht geeft aan de invulling van de trainingen. Maar voor de laatste vijf weken zullen we niet veel moeten veranderen. Ik heb alleen wel tegen de spelers gezegd dat ze moeten zorgen dat de supporters niet op hen roepen. We moeten ze van in de eerste minuten achter ons krijgen, niet tégen ons. Want de wil was er altijd wel, alleen zat er zo’n spanning op de groep dat vooral de uitwedstrijden niet goed liepen. Dat passje wat je anders met risico diep durft te spelen, gaat dan onder invloed van het geroep breed of naar achter. Terwijl de stijl van het huis dus naar voor voetballen is. Elders zouden mistevreden supporters wegblijven, maar wij zitten met twintigduizend abonnees. Die blíjven komen, hé.”

Bernd Thijs en Koen Daerden oefenen van achter een muurtje gele poppen nog wat vrije trappen, terwijl Denier een Poolse stagiair-trainer uit Warschau uitgeleide doet. Zelf verbleef Denier dinsdag in Bordeaux voor de Pro Licensecursus. Nog maar net had hij het vliegtuig vanuit Rijsel verlaten of daar hing PaulHeylen aan de lijn. Of hij de persconferentie van zes uur nog kon proberen te halen om voor de vierde keer in zijn carrière trainer ad interim te zijn. “Maar ik heb in overleg met FransMasson beslist die ene dag nog vol te maken in Bordeaux. Dus om twee uur ’s nachts pas was ik thuis.”

Een klas op bezoek wil na de training nog even op de foto met een paar spelers. Met Sef Vergoossen zal dat niet meer lukken, al waren er woensdag, toen de opgestapte trainer van iedereen op de club persoonlijk afscheid kwam nemen, nog die in de gauwte een communiefotootje met OmeSef meegristen. Ook Jos Daerden meldde zich die dag met Vergoossen nog eens in de kleedkamer, maar deed er in tegenstelling tot de Nederlander, die een emotionele afscheidsrede hield (“Probeer de laatste zes wedstrijden goeie dingen te doen en reageer positief”, herinnert BrianPriske zich), verder het zwijgen toe.

Welk weer het metde Paas zal worden, wil Priske, met een pakketje gele kegeltjes in de hand, terloops weten in vlot Nederlands met een occasionele tâchedebeauté. Hij wil liever dat de regenwolken snel uitklaren. Kan hij eindelijk zijn pas gekochte aardbeiplantjes in de grond poten. Maar zal het morgen een mooie wedstrijd worden, willen wij eigenlijk weten. Priske grijnst. “Er is in elk geval een spanning in de groep weggevallen. Laat ons hopen dat we nu weer op een positieve manier tegen de toekomst aan kunnen kijken en vrijer gaan voetballen.”

Of en hoe hij daartoe zaken gaat bijsturen, daarover laat Ronny Van Geneugden, onderweg naar Gent voor de wedstrijd van de reserven, niet in zijn kaarten kijken. Alleen dat het zinloos is alles overboord te gooien wat de voorbije maanden goed is geweest, geeft de trainer ad interim aan. “Belangrijker is het emotionele verwerkingsproces bij de spelers te kanaliseren, want dat heeft toch wel heel gevoelig gelegen. Omdat de eerste wedstrijd al vrij kort volgt, is het nu zaak te proberen er toch met een ‘goed gevoel’ aan te beginnen. Veel meer zal ik als trainer niet moeten toevoegen aan wat er al is.” Behalve misschien… “Jaja”, sust Van Geneugden, “ik spreek een beetje Frans.”

Vrijdag

Vraag : wat brengt het tegen AA Gent teweeg dat Sef Vergoossen en Jos Daerden niet meer voor de groep staan ?

Antwoord : dat het publiek zich op wat gejoel aan het rustsignaal na vrij apathisch gedraagt, hoewel het zeker in de eerste helft nochtans reden heeft tot morren. Want bepaald bevrijd van spanning kan je het vertoon van Genk, en het zowaar nog zwakkere Gent, bezwaarlijk noemen : laag tempo, slordige passing, weinig kansen.

JanMoons, die na de opwarming aan de zijlijn door Jos Vaessen nadrukkelijk werd toegesproken om de ploeg op sleeptouw te nemen : “We zijn met dezelfde mentaliteit van de laatste weken aan de wedstrijd begonnen. Dit was vergelijkbaar met de wedstrijd tegen Antwerp. Een verandering zou ik het niet echt noemen. Alleen waren hun tegenprikken toen iets doeltreffender dan die van Gent nu. Als zij met acht man voor hun zestien gaan liggen, dan weet je dat wij op dit moment de scherpte of de kwaliteiten missen om dat open te breken. Het is, denk ik, niet alleen die spanning.”

PaulKpaka : “We zitten nog altijd met dezelfde groep. We moeten meer geduld hebben in de opbouw, want de laatste pass was telkens net niet goed genoeg. De tweede helft lag de balcirculatie hoger. Het is zeker ook een kwestie van durven, van risico in je spel leggen en van de andere kant ook weer niet te veel forceren. Balans vinden, kortom. Hopelijk heeft deze overwinning ons nu wat vertrouwen gegeven en krijgen we de volgende wedstrijden weer de steun van het publiek.”

Tot in de drieënnegentigste minuut duurde het voor Genk tot scoren kwam. Voor het eerst dit seizoen stond Paul Kpaka aan de aftrap met KevinVandenbergh, die gisteren tijdens het partijtje op training als een duiveltje uit een doosje scoorde en dat tegen Gent weer deed. Vandenbergh : ” Roussel wint een kopbalduel tussen Herpoel en Konnafis, de bal valt tussen mij en Faye, die hem wil wegtackelen, maar ik blok dat af en ik heb maar in te tikken.” Kortom, een typisch Kevin Vandenbergh-doelpunt. “Ik dacht het wel, ja (lacht).”

Hoewel Ronny Van Geneugden en Pierre Denier vooraf aankondigden niet veel te zullen veranderen (“We moesten vooral rustig blijven, want het emotionele verwerkingsproces van de voorbije week is toch wel enorm geweest”) vielen er toch drie verrassingen te noteren : niet alleen startte Vandenbergh naast Kpaka, ook speelden Eric Matoukou en Marco Ingrao voor res- pectievelijk Aaron Mokoena en In-dridi Sigurdsson.

Ronny Van Geneugden : “Gent heeft achterin veel verschuivingen moeten doorvoeren, dus wij wilden veel beweging en inspeelpassen van de flanken naar de spitsen. Gent knijpt veel naar binnen met zijn flankverdedigers aan de niet-werkende kant. Vandaar dat we rekenden op de crosspass van Ingrao naar Chatelle om ons mogelijkheden te bieden. Onze drie spitsen liggen, vind ik, dicht bij elkaar. Maar Vandenbergh was iemand die zich zou kunnen tonen, in de wetenschap dat Gent ver zou terugvallen en we met hem opportunisme in de box kregen. Door de snelheid van Zézéto en het geregeld mee inschuiven van Didier(Zokora, nvdr) wilden we achterin met Matoukou iemand die vrij snel is en zo in een man-mansituatie uit de voeten zou kunnen. Maar ook hij ligt qua mogelijkheden dicht bij Aaron (Mokoena, nvdr).”

Toch bleef het spelniveau ook na de trainerswissel tegenvallen. Erg matig was het. “Matig ? ! Ik was bescháámd !”, geeft Pierre Denier geanimeerd toe, terwijl hij in de perszaal met een pint in de hand de beelden van VTM’s Goal afwacht. “Die eerste helft was net iets meer dan wandelen. Dat heb ik de jongens in de rust ook gezegd, dat dit niet kon in eerste klasse. We kwamen veel te weinig in de zestien van Gent en er was ook niemand die echt initiatief durfde te pakken. In de tweede helft hebben we meer risico in ons spel gelegd, maar toch weer een paar fouten gemaakt. Op sommige momenten zag je Priske oprukken en dan ging Marco óók, of omgekeerd, waardoor je een twee-tegen-tweesituatie kreeg van Didier en Eric ( Matoukou) tegen twee spitsen van Gent. Dat was niet de afspraak. En een Haroun bijvoorbeeld, die is nog jong, die wil altíjd gaan, die moet af en toe kunnen doseren, anders laten we het centrum open. Tegen echt goeie ploegen wordt dat genadeloos afgestraft als hij ook nog eens vóór de bal gaat spelen.”

Veel spelers lopen achter hun beste vorm aan, beseft Denier. “Anders zouden we nu eigenlijk vrijuit gespeeld hebben. Je ziet ook dat iemand als Bernd (Thijs, nvdr) bijvoorbeeld al extra goed moet spelen wil hij het publiek op zijn hand krijgen. Hij deed een paar keer een tackle en dan hoorde je het, dat ze daar goed op reageerden. Hij was zelf ook tevreden. Koen Daerden daarentegen heb ik vooraf effe apart genomen om op hem in te praten. In de loop van de week heeft hij door het ontslag van zijn vader toch een tik gekregen, jaja. Hij liep er wat aangeslagen bij op training. Maar dan zie je in zo’n wedstrijd dat hij toch de knop kan omdraaien. Voor de ploeg blijft hij een belangrijke aanjager.”

Contact met zijn vertrokken collega’s heeft Denier nog steeds. Vanmiddag nog had hij Sef Vergoossen aan de lijn. “Hij had nog wat scoutingverslagen en informatie over Gent liggen die hij me wilde doorspelen. Prachtig dat het zo ook nog kan in de keiharde voetbalwereld.” Is het tegen Gent toch ook nog een klein beetje Vergoossens overwinning geweest. De zoveelste deze week.

door Raoul De Groote

‘Een verandering zou ik het niet echt noemen.’ (Jan Moons)

‘Jaja, ik spreek een beetje Frans.’ (Ronny Van Geneugden)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content