Leeftijd : 44 jaar
Positie : verdedigende middenvelder
Clubs : Ardooie, Club Brugge (1974/77), AA Gent (1977/82), KV Mechelen (1982/85), Harelbeke (1985/1988), Racing Heirnis Gent (1988).
Palmares : promotie uit tweede klasse met AA Gent (via de eindronde) en KV Mechelen (kampioen).
Mooiste herinnering : “De West-Vlaamse titel bij de junioren met Ardooie, verdienstelijkste speler bij AA Gent, het tweede seizoen met Gent. Maar eigenlijk is de mooiste herinnering de galawedstrijd met KV Mechelen tegen Ajax, met Cruijff, Jesper Olsen…”
Slechtste herinnering: “Een wedstrijd tegen Club Brugge, ik denk dat het de eerste wedstrijd in eerste klasse was van Marc Degryse, of anders toch zijn eerste doelpunt in eerste. Ik moest hem dekken bij een corner, maar kwam net te laat. We verloren zwaar, 4-0 of 5-0. ( Lachend) Ardooienaars onder elkaar, hé. Ik was bij de Chiro nog zijn leider geweest.”
Beste trainer: ” Han Grijzenhout. Al stond ik het jaar dat ik hem bij AA Gent had, niet in de basis. Zijn oefenstof was gevarieerd en zijn betogen waren, voor een Nederlander, kort en krachtig.”
Slechtste trainer: “( Na lang nadenken) Ernst Künnecke, bij KV Mechelen. Die was trainer van elf spelers; wie naast de ploeg stond, bekeek hij niet.”
Beste ploegmaat: ” Aad Koudijzer. Groot en dus traag, maar heel verstandig. Altijd op de juiste plaats, perfect positiespel, kon als geen ander de bal bijhouden, scoorde nog gemakkelijk ook. Hij crëerde openingen voor anderen, kon een ploeg beter doen voetballen. Dat, vind ik, is essentieel om een groot voetballer te worden genoemd. Daarom sla ik Cruijff ook veel hoger aan dan Maradona. Willy Reisinger vond ik een fantastische spits. Van de 30 goals die hij dat seizoen bij KV Mechelen maakte, waren er 15 voorzetten vanop de flank, denk ik. Franco Pirelli heeft het nooit gemaakt, maar was technisch één van de meest fantastische voetballers waarmee ik heb gespeeld.”
Moeilijkste tegenstander: ” Heinz Schönberger. Je kòn er geen bal van afpakken, omdat hij altijd in één tijd speelde. Bij KV Mechelen werd ik door Künnecke eens aan de rust vervangen omdat volgens hem Schönberger te veel aan de bal was gekomen. Ik kwam altijd te laat.”
