AA Gent ging in het tussenseizoen met de grove borstel door de technische staf. Drie vooraan-staande clubfiguren getuigen over de stijlbreuk bij de Buffalo’s nu Trond Sollied Georges Leekens heeft vervangen als opperhoofd.

Geen idee wat eind vorig seizoen het meeste kopij opleverde : het vertrek van Georges Leekens als hoofdtrainer bij AA Gent, of het aanstellen van Trond Sollied als zijn vervanger. Leekens nam zijn assistent Freddy Heirman mee naar Lokeren, Sollied kreeg met Cedomir Janevski en Chris Van Puyvelde twee trouwe makkers in ruil. Maar hoe anders gaat het er op het eind van de stoelendans nu aan toe bij AA Gent ? Is het verschil tussen ‘de Belgische meesterpsycholoog’ en ‘de koele Noor’ echt zo groot als de clichés doen vermoeden ? Dominic Foley, Freddy Delcourt en Gino De Vriendt getuigen. De eerste kent u als de Ierse aanvoerder van AA Gent, de andere twee behoeven wellicht een kleine introductie. Delcourt werkt, een korte periode bij buur Racing Heirnis buiten beschouwing gelaten, sinds 1984 voor de club. Hij deed dat eerder in de hoedanigheid van coach en scout, maar tegenwoordig is hij ploegafgevaardigde. Een taak die veel inhoudt, onder meer het papierwerk voor de spelers regelen en de schorsingen en reglementen bijhouden. Gino De Vriendt is dan weer de Gentse keeperstrainer. Een parttimejob die hij probeert te verzoenen met een baan als verpleger op de spoedafdeling.

Aanvoerder Dominic Foley: ‘Niet veel woorden, wel veel ogen’

“Sollied benadrukt steeds de snelle omschakeling naar de aanval. Wat levert balbezit op als je achteruit speelt ? Je moet de drie aanvallende spelers zo snel mogelijk in het spel betrekken. Bij Leekens moesten de verdediging en het middenveld het spel in de eerste plaats compact houden, de ruimtes beperken was cruciaal. Pas als die voorwaarde was ingevuld, kon aan aanvallen worden gedacht. De trainingsinhoud is daarom anders. Nu trainen we veel vaker met de bal. Bij Leekens wist je elke week wat je te doen stond. Maandag vrij, dinsdag lopen en poweren, woensdag een rustige training en donderdag en vrijdag een wedstrijd elf tegen elf. Dat was het equivalent van het huidige shadowgame : aanvallende patronen herhalen en optimaliseren, waarbij een passieve verdediger je schaduwt. De trainer is verbaal minder aanwezig op de training, maar hij observeert alles nauwkeurig. Zoals de staf het zelf altijd zegt : ‘Niet veel woorden, wel veel ogen.’ Trainingssessies duren al gauw twee uur. Dit jaar is het daarom fysiek misschien iets zwaarder, maar je merkt dat niet omdat je altijd met die bal bezig bent. Zeker is dat er nu minder vrije momenten zijn. De dag na een wedstrijd hoeven we niet naar de club te komen, maar krijgen we wel een loopprogramma mee dat we thuis dienen af te haspelen. Echt zwaar is dat niet, het is een kwestie van het lichaam in beweging houden.

“Het verschil tussen de beide trainers zit hem ook in kleine dingen. Stom voorbeeld : als je nu gedaan hebt met eten, zet je je bord weg en kan je doen waar je zin in hebt. Bij Leekens wacht je tot iedereen gedaan heeft. Het is a funny situation, spelers respecteren dat klein beetje laksheid wel, we weten dat we niet over de streep moeten gaan. Op het veld doe je sowieso wat je wordt opgedragen, al heb je ook daar een zekere vrijheid. Met de rechter- en linkeraanvaller kan ik bijvoorbeeld van plaats wisselen. Het Solliedsysteem geeft je als aanvaller meer afspeelmogelijkheden : twee jongens naast je en dan nog iemand die uit het middenveld komt. Aangezien de nadruk op aanvallen ligt, is de bal heel vaak op de aanvallende helft van het veld. Minder kansen voor de tegenstander, meer voor ons dus. Of dat ook betekent dat ik meer doelpunten zal maken, dat kan ik voorlopig alleen maar hopen.”

Ploegafgevaardigde Freddy Delcourt: ‘Leekens was meer begaan met het randgebeuren’

“Leekens was een controlefreak, wilde van alles op de hoogte zijn en eiste dat alle details perfect geregeld waren. Dat ging van de oefenterreinen tot de de kleur van de uitrusting van de tegenstander. Bij Trond is dat de laatste van zijn zorgen. Hij laat de mensen heel zelfstandig hun ding doen, maar verlangt wel dat het goed loopt. Dat geldt voor mijn job, maar ook voor de spelers. Zij moeten zelf uitmaken of ze goed bezig zijn. Wezenlijk is dat het grote verschil. Daardoor sta ik nu misschien dichter bij het team. Vroeger stapten spelers naar de trainer bij problemen, nu zal dat wellicht eerder naar mij zijn. Ook op de bank was Leekens meer dan Sollied begaan met het randgebeuren. Georges was heel aanwezig, heel kritisch voor de scheidsrechter. Sollied heeft dat veel minder, hij blijft onder alle omstandigheden rustig en focust zich alleen op wat er op het terrein gebeurt.

“Een vriend zou ik Leekens niet noemen, dat is te sterk uitgedrukt, maar we hebben professioneel heel goed samengewerkt. Toch is dat met de huidige trainersstaf niet anders. Op de juiste momenten hebben we contact. Ik hoef niet dagelijks bij hen over de vloer te komen. Als er iets gezegd moet worden, dan wordt dat gezegd. Freddy Heirman en Georges, die waren perfect op elkaar ingespeeld, maar ook nu zijn de rollen mooi verdeeld. Janevski, Van Puyvelde en Sollied voelen elkaar daarin heel goed aan. Die denken ook altijd hetzelfde, echt fantastisch is dat. Verschil is wel dat Freddy Heirman bij Leekens altijd op de achtergrond fungeerde, Sollied zal meer delegeren. Chris neemt het fysieke aspect voor zijn rekening, Cedo meer het technische en Trond observeert. Dat klikt perfect.”

Keeperstrainer Gino De Vriendt: ‘Andere benadering, zelfde resultaat’

“Sollied gaat uit van de eigen sterkte. Dat wil zeggen : aanvallen en hoog druk zetten. De verdediging speelt daarom hoger dan vorig seizoen en dat heeft zijn gevolgen voor een keeper. Sollied wil dat die heel alert is en uit zijn doel speelt. Hij moet snel anticiperen op diepe passes en mag de ruimte in de rug van de verdediging niet te groot laten worden. Hij moet aansluiten en zo vermijden dat spelers alleen voor doel komen. Concreet betekent dat voor mij dat ik tijdens trainingspartijtjes specifiek daarop probeer te coachen.

“Het is absoluut een voorrecht om na Leekens nu opnieuw met een topcoach samen te werken. Sollied en Leekens benaderen het voetbal heel anders, maar het resultaat is hetzelfde, ze weten beiden hoe ze punten moeten pakken. Het zijn ook alletwee uitgesproken persoonlijkheden. Leekens was de meest dominante, Sollied de meest filosofische. Hij doet vaak uitspraken waarvan je versteld staat. Daaruit blijkt echt wel dat hij heel intelligent is.

“Met Frédéric Herpoel als nummer één was de hiërarchie onder de doelmannen duidelijk bij Leekens. Met Bojan Jorgacevic en Alexandre Martinovic hebben we dit jaar twee keepers die qua niveau dicht bij elkaar liggen. Trond moet dus een keuze maken. De laatste dagen voor de wedstrijd in Moeskroen, waar uiteindelijk Bojan onder de lat zou komen, heeft hij met mij overleg gepleegd. Samen hebben we de argumenten voor en tegen overlopen. Ook na de training wil hij graag feedback. Ik voel me dus zeker niet het vijfde wiel aan de wagen, nee. S

Door Jan-Pieter De Vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content