Wie wordt kampioen: revelatie Genk, alsnog Standard of toch weer Anderlecht? Wim De Coninck, Philippe Clement, Eddy Snelders en Gert Verheyen vergelijken de drie resterende titelkandidaten per linie.

De doelmannen

“Keepers spelen altijd een doorslaggevende rol”, zegt Wim De Coninck, Belgacom TV-analist en gewezen doelman. “Pakt Proto op Lokeren die penalty niet, dan was Anderlecht misschien al uitgeschakeld. Dat Gent het wat minder doet, zal ook wel te maken hebben met het ontbreken van Jorgacevic. En de terugkeer van Bolat is volgens mij niet vreemd aan de revival van Standard. Op Club Brugge stopt hij in het begin van de wedstrijd door zijn explosiviteit vanop vijf meter een inzet van Akpala en in Gent houdt hij, na een kopbal van Coulibaly op de lat, de herneming van Thijs tegen met een jump vanop zijn gat en wordt het kort daarna 1-3. Een keeper moet een puntenpakker zijn – zeker in deze eindfase waarin alles zo dicht bij elkaar ligt, kan zijn rol niet overschat worden.

“Aan goeie keepers alleszins geen gebrek in België. Dat Manchester United geïnteresseerd zou zijn in Courtois kan ik mij best voorstellen. Hij is een wereldkeeper. Tegen Standard maakte hij een zeldzaam foutje bij die penalty op Nong, maar dat draagt hij niet mee. Zoals Van der Sar is hij een cool type. Bolat is meer een Pfaff: enorme souplesse en detente, panterachtig. Zijn stijl is efficiënt maar oogt ook mooi. Beiden werden in Genk opgeleid door Guy Martens en zijn ook heel sterk in het opzetten van de tegenaanval. Bolat kan een pass van zeventig meter trappen die perfect aankomt en met spitsen als Tchité en Nong is dat een geweldig wapen. Courtois heeft daar iets meer tijd voor nodig. Proto kan goed uittrappen vanuit de hand, maar heeft iets meer moeite als hij met de voeten een terugspeelbal moet verwerken. Daarin is hij wat zenuwachtiger. Ik vond hem altijd al een heel zenuwachtig type. Hij leeft van emoties en teert op adrenaline, maar zonder zichzelf te verloochenen is hij toch geevolueerd tot een volwaardige keeper voor Anderlecht. Zijn aandeel in de titel van vorig seizoen en in het feit dat zijn ploeg ook nu nog landskampioen kan worden, is groot.

“Het zou mij niet verwonderen, mochten drie, vier of vijf reddingen in play-off 1 beslissen over de titel. Natuurlijk, je moet ook scoren, en als keeper ben je afhankelijk van de defensie. Proto hield de voorbije twee jaar zo vaak de nul, maar plots vlogen de ballen langs alle kanten binnen. Courtois is de beste keeper van deze competitie, maar ik denk dat Bolat er het best voorstaat. Hij keerde na een langdurige afwezigheid met succes terug in doel, zit in die hype van Standard, de verdediging staat steviger dan voorheen, de ploeg draait langs alle kanten en verloor nog niet. Bovendien móét er voor Standard eigenlijk niets. Bij Anderlecht moet het altijd en Genk draait al van in augustus bovenaan mee, krijgt een unieke kans om kampioen te worden en moet dat nu zien waar te maken. Ik denk dat Bolat geniet van play-off 1 en dat de anderen af en toe onrustig slapen. Psychologisch is hij in het voordeel.”

De verdedigers

“De beste verdediging is momenteel die van Genk”, zegt Philippe Clement, centrale verdediger van Germinal Beerschot, die volgend seizoen trainer van de verdedigers van Club Brugge wordt. “Vooral omdat ze op de flanken stabieler zijn dan de twee andere ploegen. Ik ben een fan van Anele: hij maakt heel weinig positionele fouten, heeft de snelheid om iemand terug te halen, is verdedigend sterk, ook in de lucht, en zorgt voor aanvallende impulsen. Op links halen ze niet hetzelfde niveau, maar zijn ze toch degelijk. Pudil geeft bij momenten de indruk meer iemand te zijn om de flank te doen in 3-5-2 dan een linksback in een viermansverdediging; en Mavinga is snel en een jongen met veel potentieel, maar is soms een beetje te enthousiast. Als geheel vind ik Genk stabiel. Matoukou maakt in tegenstelling tot vroeger weinig fouten, verliest weinig ballen en is soms zelfs de sterkhouder achterin. Hij lijkt zich beter te voelen naast Joneleit. Carlos ging meer op avontuur en was bij balverlies soms iets te laks in de omschakeling, waardoor andere verdedigers weleens in de problemen kwamen. Joneleit blijft meer in positie en dat zorgt voor meer rust voor de rest achterin. Hij is niet het type dat inschuift, hij zoekt van achteren uit zo snel mogelijk een simpele oplossing. Dat past in het geheel, omdat er op het middenveld voldoende spelers lopen die het spel kunnen verdelen.

“Voor Anderlecht is het zonder Juhász, ervaren verdediger die anderen stuurt, erg behelpen. Dat medespelers zeggen dat hij gemist wordt, bewijst ook zijn belang voor de groep, want zoiets wordt niet snel gezegd. Wasilewski centraal was al geen succes en Kouyaté deed het beter, maar is het helemaal niet gewoon. Zonder Juhász kent Mazuch veel moeite met zijn positiekeuze en uitvoetballend is hij eigenlijk te weinig voor het niveau dat Anderlecht verwacht. Ook Deschacht wordt gemist. Hij voelt aan wat er wanneer moet gebeuren, coacht en gaat er in moeilijke momenten voor. Lecjaks liet al geregeld zien dat hij over een prima center beschikt, maar is veel lichter in duel en wordt gemakkelijker uitgespeeld. Op rechts is Gillet geen echte back en hij speelt er ook niet graag. Hij kent problemen met wel of niet doordekken, reageert geregeld te laat en wordt dan in de rug gepakt. Dat Anderlecht dit seizoen niettemin vaak de nul kon houden, daar speelde Proto een grote rol in. Hij was onder meer heel sterk in een-tegen-eensituaties toen het op buitenspel speelde op momenten dat het niet moest.

“Standard is achterin stabieler geworden met Bolat in doel en ook het middenveld speelt daarin een grote rol. Op links ontlast Van Damme back Pocognoli. Carcela deed dat niet toen hij linksmidden stond, die bezit helemaal geen verdedigende reflex. Witsel haalt nu een hoger niveau en met of zonder Defour maakt natuurlijk ook een verschil. Er is minder druk op de verdediging. Op rechts is Opare wel snel, maar soms staat hij niet goed opgesteld en komt hij te laat in de omschakeling. Mangala doet het beter met Kanu naast zich dan met Victor Ramos of Felipe. Toen leek het alsof er geen afspraken waren en er geen communicatie was. Dikwijls gingen ze naar dezelfde bal. Nu gebeurt dat minder. Blijkbaar is er een betere samenwerking. Kanu reageert sneller op mogelijke problemen.

“De beste verdediging? Anele, Matoukou, Juhász en Deschacht.”

De middenvelders

“Het middenveld van Genk is het meest variabele van België”, zegt Eddy Snelders, gewezen middenvelder. “De wisselmogelijkheden zijn enorm. Zelfs Buffel en Vanden Borre zijn niet zeker van een basisplaats. Vercauteren beschikt over voldoende oplossingen om op eender welke positie een tegenslag of een vormcrisis op te vangen. De ploeg leed niet onder de langdurige onbeschikbaarheid van De Bruyne en nu evenmin onder de afwezigheid van de geblesseerde Hubert.

“Op de linkerflank zorgt De Bruyne natuurlijk wel voor de extra dimensie die nodig is om mee te doen voor de titel. Door klierkoorts was hij lange tijd uit circulatie, maar nu vormt zijn frisheid een extra troef. Op het juiste moment is hij in vorm, maar van zo’n jonge jongen mag je ook niet verwachten dat het élke wedstrijd bingo zal zijn. Hij is snel, slim en balvast en doet het noodzakelijke defensieve werk naar behoren, maar hij moet zich vooral aanvallend kunnen uitleven.

Barda en Vossen zijn twee hangende spitsen. Zij moeten op het juiste moment infiltreren, maar ook uit de dekking kunnen komen om af te haken. Barda staat soms op rechts, op de plaats van Buffel, maar ik reken hem niet bij de middenvelders omdat hij niet de afstanden kan afleggen die nodig zijn op die positie. Vanden Borre kan dat wel, maar vertoont nog altijd mankementen op mentaal vlak. Hij lijdt te vaak aan concentratieverlies. Daardoor blijft hij een onberekenbare factor, hoewel zijn fysieke en technische capaciteiten hoger liggen dan het niveau van Genk.

Tözsér is op de stilstaande fasen heel belangrijk, maar hij is ook dominanter geworden in het spel. Door het groeiproces dat de ploeg het voorbije anderhalf jaar doormaakte, brengen hij en Pudil een meerwaarde. Beiden namen ze hun verantwoordelijkheid op en staan ze met veel meer autoriteit op het veld. Toch vind ik dat Tözsér nog te veel teert op zijn schitterende traptechniek. Hij profiteert grotendeels van sterke spelers aan zijn zijde zoals De Bruyne en Buffel. Hubert is de stille kracht die tussen verdediging en aanval zuiver controlerend voetbalt.

“Anderlecht daarentegen staat of valt met Biglia en Legear. Biglia is op zijn best als verdedigende middenvelder. Als hij iets hoger staat, blijft hij de neiging hebben te corrigeren, het spel te verleggen en veel ballen in de breedte te spelen. Ik vind hem een heel goede speler, maar wil er niet de absolute topper van maken zoals al is gedaan. Daarvoor is hij aanvallend niet dreigend genoeg, neemt hij te weinig initiatief en komt hij niet voldoende in de zestien. Hoeveel doelpunten maakt hij jaarlijks? ( cynisch) Eentje, op penalty? De enige progressie die hij maakte, is dat hij nu ook in de diepte een aanspeelpunt zoekt.

Boussoufa zorgde wel voor die creativiteit. Nu moet Anderlecht hopen op de flitsen van de blessuregevoelige Legear. Met zijn explosiviteit en infiltratiekracht is hij moeilijk af te stoppen, kan hij een resultaat forceren en is hij onmisbaar geworden. Van de waterdragers Kouyaté en Kljestan kan je dat extraatje niet verwachten. De wederopstanding van Anderlecht tegen Genk was vooral te danken aan de rushes van Legear in combinatie met de opleving van Kljestan en Kanu. Die jongens zijn in principe te weinig krachtig om aan de top constante prestaties te kunnen leveren. Twee tot drie weken kunnen ze pieken, maar dan vallen ze terug. Ik merk dat ze vaak moeten forceren en dat is nooit goed voor het collectief. Gillet is een optie op rechts, maar Legear brengt op links niet dezelfde meerwaarde als op rechts.

“Standard is de ploeg in vorm en beschikt over het middenveld met de meeste mogelijkheden, zowel qua evenwicht als qua fysieke présence. Van Damme zorgt voor power vanop links en is door het vertrouwen en de autoriteit die hij uitstraalt de katalysator van het team. Iedereen is wat bang van hem, tegen Club Brugge zag ik dat in de luchtduels zelfs Donk zich wat terugtrok. Met zijn enthousiasme en zijn kracht trekt hij iedereen mee. Misschien scoort hij niet veel, behalve dan op stilstaande fasen, maar hij trekt wel de aandacht van de tegenstander en zorgt zo voor ruimte voor zijn medespelers. Ook in moeilijke omstandigheden durft hij zijn verantwoordelijkheid op te nemen en de bal te vragen. Vooral zijn loopvermogen blijft indrukwekkend.

“Witsel kan meer van Van Damme profiteren dan andersom. Door zijn stijl, flegma, intelligentie en infiltratiekracht is hij momenteel wel de beste voetballer in België. Hij is volwassener geworden, voelt de situaties beter aan en gaat verstandiger in de duels. Samen met Van Damme is hij de compleetste middenvelder op onze velden.

Camara vult op zijn manier heel goed de ruimte op die er viel na de blessure van Defour: dat betekent met veel meer atletisch vermogen, fysiek en kopkracht. Ik zie dat D’Onofrio er constant op hamert dat hij louter controlerend moet spelen: niets creëren, de bal afpakken en hem afgeven aan sterke voetballers als Witsel, Van Damme en Carcela. Defour, een karakterventje, heeft meer overzicht, is balvaster en beter in de passing, maar ondervindt de laatste jaren problemen met zijn lichaam.

“Carcela is een fenomeen: hij pakt uit met ongelofelijke flitsen, ritmeveranderingen en passeerbewegingen op de vierkante meter, maar wie achter hem speelt, moet heel geconcentreerd zijn, want Mehdi verwaarloost vaak zijn defensieve opdrachten, houdt zichzelf soms niet in de hand en kan volledig uit een wedstrijd verdwijnen.

“Het middenveld van Standard is het compleetste van de drie titelkandidaten en eveneens sterk in de breedte, want er zijn ook nog Goreux, Berrier en Daerden.

“Het ideale middenveld? Van rechts naar links: Legear, Witsel, Van Damme en De Bruyne.”

De aanvallers

“De spitsen van Genk maken het verschil door hun positiespel en hun passing, die veruit de beste van alle teams is”, zegt Gert Verheyen, Belgacom TV-analist en gewezen spits. “Door zijn diepgang en impact op het spel reken ik ook De Bruyne en in mindere mate Buffel bij de aanvallers. Het is de charme van Genk: hun aanval beperkt zich niet tot hun spitsen. Door hun complementariteit brengen zij de mooiste en vloeiendste combinaties over de grond. Het klikt simpelweg.

“Ik bewonder de onverstoorbaarheid van diepe spits Ogunjimi. Hij staat er op de momenten dat hij er moet staan en blijft cool afwerken. Ook Vossen scoort gemakkelijk, met zijn uitstekende traptechniek is hij moeilijk te verdedigen. Barda is de leepste, hij kan iets forceren als het moeilijk loopt, desnoods met een schwalbe. Intrinsiek is hij de minst zuivere afwerker van de drie, maar hij compenseert veel met zijn ervaring. Voor Vercauteren is het een luxe om met dergelijk materiaal te mogen werken. Als je iemand van hen teleurgesteld op de bank zet, moet je dat goed managen. Daarom opteerde hij er al geregeld voor om Barda naar de flank te verhuizen.

“Anderlecht zat een beetje in de knoop omdat het een alternatief voor het uitzonderlijke talent Lukaku miste en wat vastgeroest was in zijn tactisch systeem. Maar tegen Lokeren sleurde Romelu er de ploeg plots weer op zijn eentje door, zoals vorig seizoen zo vaak, was het vertrouwen terug, zat er weer snee op zijn startsnelheid, oogden zijn balaannames zuiverder en zijn bewegingen frisser. Veselinovic kwam in de basis toen in een moeilijke periode voor het team Lukaku voorin te veel geïsoleerd stond. Hij is struis, kan oorlog maken, zijn voeten zijn goed en hij is zeker een waardevol element, maar niet het type om de volgende jaren alles op in te zetten, vind ik. Dan heb ik het meer voor De Sutter, die tot nu toe veel pech kende met blessures en afgeblokt werd door de ontbolstering van Lukaku. Ik blijf ervan overtuigd dat hij echt een spits voor Anderlecht is: zijn positiespel en ook zijn voeten zijn goed, zijn flegmatieke manier van bewegen is mooi om naar te kijken én hij scoort eenvoudig. Suárez krijgt de wisselvalligheid niet uit zijn spel en daardoor is hij voor een topclub onvoldoende. De beste Legear zie je bovendien slechts vijf keer per jaar, hij is bijzonder frêle en de vele twijfels over zijn inzetbaarheid zijn frustrerend voor de trainer. Anderlecht is aanvallend zwak in de breedte. Ik vind het ook vreemd dat het bij balverlies weinig aan zijn voorste linie heeft. Het recupereert de ballen veel te laag.

“De aanvalslinie van Standard beschikt over de meeste troeven en staat garant voor spectaculair spel. D’Onofrio kiest het liefst voor de rechttoe-rechtaanstrategie met snelle spitsen in de diepte. Tchité en Nong zijn explosief, atletisch, onvoorspelbaar én efficiënt. Ze jagen iedereen op, lopen slim en zeker met wat ruimte in de rug zijn ze moeilijk af te stoppen. Bijkomend voordeel is het surplus aan aanvallend vermogen in hun rug dat het team vooruitduwt. Maar voorin beschikt Standard ook nog over Cyriac, Leye en Pieroni. Het zou straf zijn, mocht het alsnog kampioen worden. Dat het zover achterop raakte, wijt ik vooral aan de lange afwezigheid van Defour. In elk geval zag ik in play-off 1 al veel goede en intensieve wedstrijden. Ik ben blij dat iedereen er op de toppen van de tenen moet lopen, want van het hogere niveau worden we beter.

“Het beste aanvalsduo? Lukaku en Vossen. Misschien een ideetje voor de bondscoach.”

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE & FRÉDÉRIC VANHEULE

“De beste verdediging is die van Genk.” Philippe Clement

“Samen met Van Damme is Witsel de compleetste middenvelder.” Eddy Snelders

“De charme van Genk is: hun aanval beperkt zich niet tot hun spitsen.” Gert Verheyen

“Psychologisch is Bolat in het voordeel.” Wim De Coninck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content