Met Stijn Devolder baarde de Ronde van Vlaanderen 2009 een prachtige en oververdiende winnaar. Verslag vanuit de volgwagen van Sportmagazine.

8.40 uur, Grote Markt, Brugge. Voor ze mogen starten, dienen de renners officieel in te tekenen en in het koersgekke Vlaanderen gaat dat steevast gepaard met allerlei leukigheden op een podium. Michel Wuyts en Carl Huybrechts praten de boel aan mekaar. Fabian Cancellara is het eerste slachtoffer van dienst.

Wuyts: “Hoe voel je je vanochtend?”

Cancellara: “Huh?”

Wuyts: “Hoe je je voelt vanochtend?”

Cancellara: “Eh, sorry, a bit difficult.”

Wuyts: “Wie fühlen Sie sich?”

Cancellara: “Gut.”

Lachsalvo bij het publiek. Cancellara, door ziektes en valpartijen ver van zijn topvorm verwijderd, weet verder nog te vertellen dat een leider altijd bij zijn troepen moet zijn, ook in mindere dagen.

Vlaams minister-president Kris Peeters is de volgende die het podium betreedt. Hij volgt de koers voor het tweede jaar op rij achter op de motor. Dit jaar heeft hij zelfs een opdracht gekregen: voor hindernissen gaan staan en aldaar op een fluitje blazen en met een geel vlaggetje zwaaien alsof zijn leven ervan afhangt – wat soms letterlijk het geval is als het peloton met een snelheid van vijftig kilometer per uur op hem afstormt.

9.15 uur. We laten de podiumceremonie voor wat ze is om ons naar de perswagen van Sport/Wielermagazine te begeven. Er zitten drie genodigden in de auto: Rik De Nolf, ceo van Roularta Media Group, Rik Duyck, lid van het directiecomité van Landbouwkrediet, en Michel Tubbax, algemeen directeur van Roularta Media. Omdat het hun eerste keer is, legt onze chauffeur, die zich liefst laat aanspreken met Swybo, de spelregels uit: “Geen deuren open voor ik het zeg, er kan altijd een motard of renner passeren. Altijd gordels aan, het zou niet de eerste keer zijn dat er eentje vooraan in den bak ligt. En geen raampjes open op de hellingen, anders gooien ze bier naar binnen.” Hij test zijn speciaal geïnstalleerde toeter, die dient om toeschouwers te laten weten dat we eraan komen.

***

“De Ronde van Vlaanderen, dat is mijn droomkoers. Daar winnen, dat zou de ultieme kick zijn. De Ronde van Vlaanderen, dat is de koers onder de koersen.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

9.45 uur. Officieuze start. Radio Tour komt krakend tot leven en heet ons welkom. Er wordt uitgezonden op een buitenlijn, die iedere volger kan horen via de verplichte ontvanger, en een binnenlijn, enkel bestemd voor koersdirectie en UCI-commissarissen. Om 9.50 uur meldt Radio Tour het eerste nieuwsfeit van de dag. Leif Hoste is er al in geslaagd om lek te rijden.

Tien minuten later wordt op de Torhoutsesteenweg de officiële start gegeven. Te midden van de benevelde West-Vlaamse velden schieten de renners weg met een snelheid van meer dan vijftig per uur. Het is amper negen graden, maar in Torhout staan de supporters al vier rijen dik en doemen rennerskarikaturen, reuzen en fanfare op uit de mist. Ieder dorp stuurt zijn mensen naar buiten om de Ronde te verwelkomen, elk jaar opnieuw.

In Ardooie trekt een vipwagen pal voor onze neus zijn rem op, een oudere man stapt doodgemoedereerd uit. Het peloton bevindt zich een paar minuten achter ons en vlamt nog steeds meer dan vijftig per uur. Links en rechts schieten politieagenten naar voren en manen de volgwagens met wilde armgebaren aan om snelheid te maken. We worden verplicht negentig per uur te rijden op een weggetje waar je vijftig mag. Geen probleem: in de koers geldt het verkeersreglement niet, enkel de instructies van de politie.

Op een verkeersremmer staat minister-president Peeters te vlaggen. Hij kijkt een beetje benepen.

***

“Als ik een doel voor ogen heb, ga ik door tot ik het bereik.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

11.20 uur. Ook volgers hebben hun eigen tactiek. Met een officiële perswagen kan je je in de koers begeven, maar we mogen geenszins renners, ploegleiders, jury of communicatiewagens voor de voeten rijden – op straffe van uitsluiting. Grosso modo heb je dan vier opties. Je kan voor de koers uit rijden, of je gaat achter de stoet van ploegleiders achter het peloton zitten. In geen van beide gevallen zie je renners. Om iets van de wedstrijd te zien, moet je de renners laten passeren en vervolgens de koers weer proberen in de halen door plankgas een stuk af te snijden. Of je posteert je achter een groepje vluchters, maar dat mag alleen als de kloof met de achtervolgers meer dan twee minuten bedraagt.

Vandaag wordt er in de eerste twee wedstrijduren gevlamd tegen een moyenne van 49 kilometer per uur en raakt geen enkele ontsnapping weg, dus kiezen we voor optie drie: laten passeren en afsnijden. We besluiten dat te doen ter hoogte van Drongen en dan via de E40 naar Brussel door te steken naar Wetteren, Dorp van de Ronde. Dat blijkt al gauw een slecht plan. We rijden ons vast in de file op de E40, missen de koers in Wetteren en kunnen na veel kunst- en vliegwerk pas in Sint-Lievens-Houtem weer inpikken.

***

“In zijn hoofd is Stijn een echte winnaar, maar hij verbaliseert het zelden. Het woord is niet zijn eerste taal. De pedalen zijn zijn communicatiemiddel. Hij zegt dat ook altijd: ik hoop dat ze het gezien hebben. De Ronde van Vlaanderen, dat was zijn statement, zo van: ik heb nu aan iedereen eens kunnen tonen dat ik zoiets kan.” – Michiel Delva, osteopaat van Stijn Devolder, februari 2009

***

13.05 uur. Er is een ontsnapping! Na 130 kilometer koers en de Molenberg raken Sébastien Turgot, Aleksandr Kuschynski, Filip Meirhaeghe en Wim De Vocht weg. Na de Wolvenberg loopt hun voorsprong op tot meer dan twee minuten, wat betekent dat wij achter de vluchters kunnen aansluiten en eindelijk eens wat koers gaan zien. In Zingem stelt Swybo de auto strategisch op – dat wil zeggen: met draaiende motor, snoet naar voren en niet al te zichtbaar voor officials – en even later maken onze genodigden hun eerste rodeo mee: het kat-en-muisspel tussen de achtervolgende wagens om zo goed mogelijk vooraan te komen. We binden de strijd aan met een Nederlandse vipwagen en gaan zij aan zij met gierende banden een veel te smalle bocht in. “Ik ga rechts hangen,” zegt Swybo doodkalm, “dan ben ik altijd in mijn recht als we botsen.” Een hele geruststelling.

Terwijl zijn passagiers alle moeite van de wereld hebben om op hun stoel te blijven zitten, geeft Swybo nog wat toeristische informatie. “Kijk, daar staat Adrie van der Poel. En ginds wacht Patrick Lefevere met drinkbussen.” Hoe ziet hij dat in godsnaam nog? “Ik ben zo geconcentreerd dat ik alles zie: zowel een kind dat de weg zou kunnen oversteken als een bekende kop.”

Twee kleine meisjes langs de weg. Ze zwaaien met zelfgemaakte spandoeken. I Love Tommeke. Tommeke is the best. Wat verder een groep vrouwen. Wij aan den dop, Tom aan den top.

14 uur. Voor de Oude Kwaremont nemen Saxo Bank en Cervélo het voortouw en we haasten ons om de vluchters – intussen zijn het er nog maar twee – voorbij te rijden. Het peloton fietst echter in een bijna gezapig tempo de Kwaremont op. Wanneer breekt deze koers nu eens open?

Op weg naar de Paterberg komen we Filip Meirhaeghe tegen, intussen achtergelaten door het peloton. De teleurstelling druipt van zijn gezicht. “Ik raak geen meter vooruit. Ik rij rapper op training”, briest hij. “Da’s niks jong, goed gedaan. Colaatje?”

***

“De Ronde van Vlaanderen, dat is een zeven uur lange kick. Alles rond je maakt je nerveus, vooral in de finale. Je kan je niet voorstellen wat daar allemaal gebeurt. Links en rechts moto’s die het peloton voorbijrijden, getoeter van volgwagens, helikopters die overvliegen, iemand die een onverwacht manoeuvre maakt, de andere renners die erop vloeken.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

14.25 uur. Intussen op Radio Tour: “Fotograaf! Maak dat je daar wegkomt! Ik ga je van je motor trekken!” De finale van de Ronde van Vlaanderen is begonnen.

Op de Paterberg ranselt Boonen het pak uiteen, maar het is DanielLloyd die er met Sylvain Chavanel en Manuel Quinziato vandoor gaat. Even later weet ook Leif Hoste aan te sluiten. Bij Quick-Step, Silence-Lotto en Liquigas zitten ze even op hun gemak en de groep-Chavanel krijgt een minuut cadeau voor de Koppenberg. Op die Koppenberg mennen Tom Boonen en Filippo Pozzato, al lijkt dat eerder om mekaar te testen dan om de anderen pijn te doen. Stijn Devolder, Juan AntonioFlecha en KarstenKroon volgen.

In de achtergrond lijdt Fabian Cancellara kettingbreuk. In eerste instantie vliegt de fiets de kant in, daarna gaat het vehikel laconiek over de schouder. Cancellara stopt ook nog even om vriendelijk te poseren voor fotograaf Tim De Waele. Even later dendert hij met de ketting om zijn hals de Koppenberg af.

In de echte koers begint het groepje-Chavanel-Hoste met 1’25” aan de Steenbeekdries. In de achtervolging maakt Devolder tempo, gevolgd door Boonen met Pozzato onveranderlijk in zijn schaduw. Op de Taaienberg probeert Boonen met een enorme versnelling Pozzato uit zijn wiel te kegelen, maar de Italiaan sluit schijnbaar makkelijk aan. Het gat op de vluchters is verkleind tot 50″.

Het peloton ligt in stukken en brokken uit elkaar, en dat is goed nieuws voor ons. Achter de Taaienberg voegen we opnieuw in achter een grote groep geloste renners.

14.45 uur. We raken bijna in de problemen op de Eikenberg. Een volgauto van Lampre wil ons passeren op een plaats waar het publiek tien rijen dik staat. Swybo gooit zijn auto luid toeterend aan de kant, mensen springen gillend opzij. In een scherpe bocht naar rechts staat een motard stil, nog meer getoeter, Swybo neemt met doorslippende wielen binnenkant bocht. Iemand klopt keihard op onze auto. Te midden van het uitzinnige publiek halen we de top.

***

“Ik denk dat het leven makkelijker is als je beter voor jezelf kan opkomen. Ik heb al een paar keer mijn deel verloren door mijn terughoudendheid. Maar je kan moeilijk tegen je natuur ingaan.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

15 uur. Varent en Leberg schuiven voorbij. De groep-Chava-nel-Hoste blijft voorop, Boonen voert achterin nog steeds een verbeten man-tegen-mangevecht met Pozzato. Op de Berendries komt Devolder uitleg vragen aan Boonen: wat doen we? Rijden, zegt Boonen. Dus brengt Devolder, de tanden op mekaar, Boonen en Pozzato naar de groep-Chavanel. Ter hoogte van de Valkenberg zit Pozzato met drie Quick-Steppers opgescheept.

In de achtergrond rapen wij één voor één geloste renners op, aanmoedigingen en cola’s uitdelend als schrale troost. Een van die renners is Joost Posthuma. Pech gehad. Gevallen ook, getuigen de bebloede plekken op elleboog en knie. Als een hoopje ellende hijst hij zich de Leberg op, maar hij bedankt wel beleefd voor de cola.

In Brakel passeren we een protserige witte villa met daarvoor een groot plakkaat: ‘ Herman De Croo groet de Ronde.’ Twee meter verder zwaaien drie jongelingen met T-shirts van Lijst Dedecker.

15.20 uur. Voor Ten Bosse gaat Quinziato ervandoor met Chavanel. Daarachter zit Preben Van Hecke. Achter hen komt weer een grote groep samen. Heinrich Haussler versnelt, maar wordt tot de orde geroepen door alweer Devolder. Philippe Gilbert probeert, maar raakt niet weg.

***

“Afzien, dat moet je leren. Met de jaren kan je meer lijden. Vroeger kon ik nooit zo diep gaan.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

15.29 uur. Devolder is weg. Op de Eikenmolen. Rechtopstaand geselt hij de trappers, zijn benen volgen de cadans van een metronoom, zijn fiets bungelt van links naar rechts als een attribuut dat slaafs het ritme van zijn meester volgt. Tik-tik-tik. Twintig seconden. Tik-tik-tik. Preben Van Hecke meenemen. Tik-tik-tik. Chavanel vertelt Quinziato dat hij niet meer overneemt. Tik-tik-tik. Devolder pikt aan bij Chavanel en neemt meteen de leiding.

Paniekgeluiden op Radio Tour. “Doorrijden! Doorrijden!” Onze wagen rijdt drie, vier minuten achter Devolder, tussen de renners, en toch komen mensen al bij bosjes de helling af. Er zijn er zelfs die het bestaan om hun auto al in de tegengestelde richting het parcours op te rijden. Eerst drie uur staan wachten en vervolgens niet het geduld kunnen opbrengen om alle renners te laten passeren.

15.43 uur. De Muur. De groep-Devolder heeft 47 seconden voorsprong. Daar komt die cadans weer. Tik-tik-tik. Devolder versnelt. Tik-tik-tik. Quinziato lijkt te volgen, maar dan ontploffen zijn benen ineens. Tik-tik-tik. De massa schreeuwt Volder naar boven. Tik-tik-tik. Devolder pakt tien, dan vijftien seconden. Tik-tik-tik. Chavanel vertelt Quinziato andermaal dat hij niet wenst mee te werken. Die is daar niet blij mee en maakt zo veel misbaar dat hij in de aanloop naar Meerbeke alsnog het pelotonnetje op zijn nek zal krijgen en zo een podiumplaats verspeelt.

15.48 uur, Bosberg. Devolder heeft een minuut. Johan Museeuw, achter op de motor van de tijdsopname, komt naast hem rijden en moedigt hem aan. Er is niemand die deze Devolder zijn zege niet gunt. Ook Tom Boonen niet. Toch reageert die achteraf ietwat zuur: “Pozzato was mijn schaduw, ik zat gevangen. En als er voor mij deuren op slot gaan, gaan ze voor mijn ploegmaats open.”

We rijden naast de tweede volgwagen van Quick-Step en steken onze duim omhoog. Ploegleider Rik Van Slycke neemt de felicitaties minzaam in ontvangst. Bij Quick-Step zijn ze het gewoon om te winnen.

***

Mijn ideale scenario om de Ronde te winnen? Alleen toekomen in Meerbeke, zoals Boonen in 2005.” – Stijn Devolder, maart 2006

***

15.55 uur. Een klein rennertje stormt, omgeven door een zwerm motoren en volgwagens, in een wolk van stof op Meerbeke af. Aan de finish wijst hij naar de hemel. Voor Frederiek Nolf. Stijn Devolder bezocht zijn ouders en beloofde dat hij hun zoon nooit zou vergeten. Devolder is het soort man dat zo’n belofte nakomt, ook in tijden van grote euforie. Op de persconferentie wil iemand weten of de dood van Frederiek Nolf zijn visie op het wielrennen heeft veranderd. “Neen, het heeft mijn visie op het leven veranderd. Je beseft dat het plots, in één moment, afgelopen kan zijn. Dat doet je nadenken over een hoop dingen.” S

door loes geuens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content