In een wedstrijd tussen twee aan elkaar gewaagde ploegen versloeg een behoudend Anderlecht Genk uiteindelijk nog met ruim verschil. Misschien kenmerkt dat net de groten.

Het was, vond René Vandereycken, door een paar onoplettendheden dat zijn ploeg na een uur “verrassend” op achter-stand kwam tegen Anderlecht. “Een uur lang bepaalden wij het tempo van de wedstrijd en was het balbezit voor ons. Dit is een resultaat waar niemand na een uur aan zou hebben gedacht.” Waarna hij op de hem kenmerkende wijze twee fasen aanhaalde die hij “wel eens zou willen terugzien”.

Afgaande op de uitleg van Frank Vercauteren kwam de ommekeer niet zomaar uit de lucht vallen. De Anderlechttrainer had in de rust een aantal zaken bijgesteld, die nadien door de spelers goed waren opgepikt, vond hij. “In verdedigend opzicht liepen we te veel achteruit. Daardoor kregen we druk van Genk. We hebben in de tweede helft geprobeerd Vanden Borre en Deschacht wat meer naar voren te laten aansluiten.”

Patrick Wachel is het daar niet helemaal mee eens. Wachel woonde de topper in het Fenixstadion met bijzondere belangstelling bij. Hij werkte korte tijd als jeugdtrainer op Anderlecht, tot Ariël Jacobs hem als zijn assistent naar La Louvière riep. Door zijn relatie met de huidige technisch directeur van RC Genk, is Genk de eersteklasser die hij dit seizoen het vaakst aan het werk zag. Daniël Renders, hulptrainer van Vercauteren en de man die hij in 2000 als trainer van de Brusselse 16-jarigen opvolgde, is een gemeenschappelijke vriend. Met Anderlechtmanager Herman Van Holsbeeck sprak Wachel vorig jaar nog over een functie in de scouting, tot hij als hoofdtrainer bij Tubeke aan de slag ging. Daar werd hij in december ontslagen.

Wachel heeft een bedenking bij de uitleg van Vercauteren. “Het verschil is volgens mij zeker geweest dat Vanderhaeghe iets dieper is gaan spelen. Tot dan was het altijd Lovre die het diepst ging. Misschien heeft Frankie wat meer afwisseling gevraagd om voor meer verrassing te zorgen, maar ik vond Vanden Borre ook in de eerste helft al heel hoog spelen, veel meer dan Deschacht. Volgens mij was dat ook hét probleem van Anderlecht. Genk ging altijd in de rug van Vanden Borre. Engelaar, Stojanovic, zelfs de rechtsvoetige Vandenbergh : bijna iedereen dook in de ruimte achter hem. Het eerste doelpunt kwam ook van die kant. Op dat moment kwam daar het overwicht van Genk duidelijk tot uiting, met die twee acties van Stojanovic : een schot voorlangs en de assist.”

Genk û Anderlecht was, vindt Wachel, een wedstrijd met ups en downs. “Een hoogstaande prestatie was het niet. De wedstrijd was close, maar Genk verdiende de voorsprong aan de rust. Het had iets meer présence in de zestien meter, ondanks de kansen voor Jestrovic en Wilhelmsson. Bij het begin van de tweede helft had ik een reactie van Anderlecht verwacht, maar het was juist Genk dat de wedstrijd op dat moment beheerste. In die mate zelfs dat het niet meer kapot leek te kunnen voor hen. Juist op dat moment scoorde Anderlecht. Een doelpunt dat uit de lucht kwam vallen, van Vanderhaeghe die uitgerekend voor het eerst in de wedstrijd een beetje uit positie ging lopen. Tot dan was hij gewoon voor de verdediging gebleven. Ik was verbaasd dat Anderlecht centraal achterin met drie verdedigers speelde. Genk speelt meestal met één diepe spits en Anderlecht stond daar met drie man rond. Dat vond ik een beetje veel. Daardoor had Genk meer ruimte op de flank en daar heeft het in de eerste helft goed van geprofiteerd. Zo is het doelpunt ook gevallen.”

De kentering kwam er volgens Wachel doordat Deschacht in de tweede helft veel dieper ging spelen. “En toch mocht hij het ook dan niet veel. Ik heb vaak vanop de bank teken zien doen : ‘Nee, nee, niet gaan !’ Bij het derde doelpunt was het zelfs opvallend. Corner voor Anderlecht, Tihinen wilde gaan maar hij mocht niet, terwijl er niet één speler van Genk voorin bleef. Maar je kent Kompany : hij kijkt naar de bank en gaat tóch mee. En scoort. Ja, dan is dat een goede zet van de trainer natuurlijk. Dat tikkeltje geluk moet je hebben. Nu vond ik Genk na de rust ook heel licht wegen in de voorlijn. Met Vandenbergh en Chatelle tegen Kompany, Traoré en Tihinen heb je toch te weinig présence. Zeker vanop links zijn er voorzetten gekomen met alleen Kevin in het strafschopgebied. Engelaar, toch de gast die het verschil kan maken, was duidelijk in een mindere dag.”

De wissel halfweg van Stojanovic door Chatelle was verdedigbaar, vindt Wachel. “Thomas is meer een flankspeler dan een puntspeler, maar ik vond dat een goede zet van Vandereycken. Het stond 1-0 en dan mocht je verwachten dat Anderlecht hoger ging spelen, dus meer ruimte in de rug laten. Dan is het logisch om daar een snelle gast als Thomas te zetten. Het is een beetje tegengevallen, doordat Anderlecht zo snel op voorsprong is gekomen. Die ruimte is er nadien niet meer gekomen. Jammer ook voor Stojanovic : je ziet hem niet veel, als een echte Slaaf, maar die twee acties op twee minuten vlak voor de rust : dat is toch kwaliteit hebben.”

Het verrast Wachel niet dat Vercauteren de geschorste Aruna verving door de verdediger Traoré. “Genk is een meester in het spelen van de counter”, zegt hij. “Ik denk dat Frankie absoluut niet op achterstand wilde komen. Ik zeg niet dat hij heel defensief heeft gespeeld, maar alleszins wel heel georganiseerd. Een beetje voorzichtig, want met vijf echte verdedigers aangezien Vanden Borre in een viermansverdediging toch meestal op rechts staat. Ik had wel verwacht dat Kompany er toch af en toe zou uitkomen, maar dat is niet gebeurd. Ze bleven met z’n drieën centraal steevast achterin. Maar wat vooral mislukte, was dat Genk zo gemakkelijk gevaarlijk werd in de rug van Vanden Borre. Dan heb je de keuze : of je gaat weer met vier verdedigers en een dubbele flankbezetting spelen, of je houdt vast aan je veldbezetting. Frankie heeft dat laatste gedaan. Dat is een verdienste, want hij heeft ermee gewonnen.”

Toch had hij, bijvoorbeeld, Mbo Mpenza naast Jestrovic voorin kunnen zetten en Wilhelmsson op rechts. Uit bij Genk zou Mpenza misschien de ruimte krijgen waar hij niet zonder kan, en Wilhelmsson is een aanvaller die ook verdedigend denkt, wat net iets anders is dan een verdediger (Vanden Borre) die voor aanvallende impulsen moet zorgen.

Wachel : “Ik ga niet akkoord als je zegt dat Genk het spel zou gaan maken. Ik weet niet of Genk dat kán tegen Anderlecht. Misschien tegen Beveren, Oostende of Bergen, maar wie in België kan het spel maken tegen Anderlecht ? Misschien heeft Frankie gedacht : ‘Zij zullen niet komen, wel, wij ook niet.’ En wilde hij zich niet laten pakken zoals in hun duel voor de beker. Met een punt zat Anderlecht goed. Door de overwinning van Standard lag er minstens zoveel druk op de schouders van Genk. Dat mocht niet verliezen om Standard nog voorbij te kunnen steken. Dus zal Frankie gedacht hebben : ‘Doen júllie het maar, wij zien wel.’ Dat is gelukt. Maar René had zeker ook gelijk, want Anderlecht hééft het moeilijk gehad de eerste helft. Het lag heel dicht bij elkaar.”

Tot slot, zijn er hem spelers individueel opgevallen ? Wachel : ” Daerden vond ik heel gevaarlijk. In de tweede helft, bij 1-0, had hij door eigen verdienste een mooie kans op de 2-0. Vertrokken vanop de eigen speelhelft : dat was een mooie inspanning. Claessens en Mikulic vond ik goed, maar vooral ook Wamfor. Heel onopvallend, maar erg gedisciplineerd en efficiënt, hoewel hij misschien had moeten voelen dat Vanderhaeghe bij het eerste doelpunt in zijn rug dook. Stojanovic heeft natuurlijk met die twee acties ook duidelijk gemaakt dat hij iets in zijn mars heeft. Bij Anderlecht zie ik niemand die erboven uitstak. Hoewel, weet je wie ik heel goed vond, alwéér ? Vanderhaeghe. Je hebt de indruk dat hij al eens vaker te laat komt, maar dat is al drie, vier jaar zo. Alleen duurt die seconde nu misschien iets langer. Maar als je blijft kijken, zie je dat hij er telkens weer staat, een goede pass geeft en rust brengt in de ploeg. Ik vind hem nog ongelooflijk nuttig voor Anderlecht.”

Jan Hauspie

‘Vanderhaeghe is nog ongelooflijk nuttig voor Anderlecht.’

‘Het probleem van Anderlecht was de ruimte in de rug van Vanden Borre.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content