“Zondag zit ik zeker voor de buis”, zo verzekert Standardverdediger Frédéric Dupré. “Voor de Ronde van Vlaanderen spreek ik af met vrienden en dan installeren we ons op het gemakske in de zetel. We maken een pronostiek van de top drie en supporteren voor Tom Boonen, dat is ongeveer het plan. Vorig jaar heb ik de wedstrijd live meegemaakt en dat was super. In de finale twintig meter achter Boonen en Leif Hoste, de max.

Naast wielrennen pik ik ook graag een tenniswedstrijd mee. De grote toernooien volg ik sowieso, voor wedstrijden van mijn maat Xavier Malisse doe ik een extra inspanning. Zelf kan ik ook wel een balletje slaan, maar een toptalent ben ik zeker niet.”

Deze week is er ook de legendarische Boat Race op de Thames tussen de universiteiten van Oxford en Cambridge, maar daar past Dupré liever voor. “Alle respect voor die gasten, maar roeien, dat interesseert me absoluut niet. Hetzelfde probleem heb ik met atletiek. Straffe sportmensen allemaal, maar het boeit me niet. Zestig meter sprinten, poef en gedaan. Hup, over naar een polsstokspringer, mislukte sprong, dan maar verspringen… Neen, het gaat allemaal veel te snel, er wordt geen spanning opgebouwd. Snooker is veel meer mijn ding. Letterlijk een tactisch steekspel. Ronnie O’Sullivan is mijn favoriet. Akkoord, bij hem gaat het ook snel, maar wat een talent.

“Naast sportprogramma’s ben ik ook een trouwe fan van Blokken en vooral Man bijt Hond. In dat programma was ik een tijd geleden samen met mijn ma te zien en daar word ik geregeld nog over aangesproken. Je merkt toch dat tv heel veel mensen bereikt. Ook in het voetbal is dat zo. Vroeger kreeg je veel meer commentaar over een wedstrijd die live op tv kwam. Nu komen bijna alle wedstrijden live op tv en merk je dat minder. Mijn eerste wedstrijd die op tv kwam, speelde ik met AA Gent tegen Germinal Beerschot. Ik stond als centrale verdediger tegen kleppers als Wesley Sonck en Marc Degryse. Hun aanwezigheid zorgde al voor genoeg stress, tijd om me zorgen te maken over eventuele blunders die op tv zouden komen, had ik dus niet. Later heb ik de beelden natuurlijk aandachtig bekeken. Dat doe ik nu nog steeds, ik let dan niet zozeer op mijn eigen prestatie, wel op die van het team. Echt waar. Ik vind dat onze competitie behoorlijk goed in beeld wordt gebracht. Alleen, in Engeland zie je veel ruimere samenvattingen. Bij ons duurt het helaas allemaal wat minder lang.”