De ex-Liersespeler is de onbetwiste leider van de Beerschotdefensie. 31 is hij nu, en met K Beerschot VA dé revelatie van de competitiestart.
1. Tegen Standard liepen jullie tegen een eerste nederlaag aan sinds eind vorig jaar. Het was zelfs de eerste keer in bijna een jaar dat jullie meer dan twee doelpunten incasseerden. Hebben zij de code gekraakt?
‘We waren goed begonnen, maar na hun eerste doelpunt konden zij het spel spelen dat wij doorgaans hanteren: de omschakeling. We wilden misschien iets te enthousiast terugvechten, drijvend op onze positieve flow van de voorbije weken. Vooral onze restdefensie wordt een aandachtspunt, om zo de counter eruit te halen bij de tegenstander. Het tekent de mentaliteit van deze ploeg dat we ontgoocheld zijn over die eerste nederlaag, terwijl we vooraf voor deze 9 op 12 hadden getekend.’
2. Jij bent in januari van Lierse Kempenzonen naar K Beerschot VA overgestapt en sindsdien kende de club enkel succes. Ook jij haalt een hoog niveau. Zit je op je 31e eindelijk waar je hoort?
‘Deze club is mij op het lijf geschreven, dat had ik al na enkele weken door. De vurige supporters, een vlotte verbinding met mijn thuis, een professioneel kader en ook een pak oude bekenden. Met Hernán Losada heb ik nog samengespeeld, net als met Mike Vanhamel, Pierre Bourdin en Tom Pietermaat. Will Still heb ik nog als trainer gehad bij Lierse, waar ook Patrick Nys vroeger werkte als keeperstrainer. Ik voelde mij meteen thuis. Ook dit systeem, 3-5-2, ligt me. Hernán en Will zochten een organisator achterin, iemand die 1B kende en liefst een Belg. Ik paste perfect in het profiel en kan zo mijn grootste kwaliteiten gebruiken: leiderschap en coaching.’
3. Bijna exact een jaar geleden tekende je een langdurig contract bij Lierse Kempenzonen, in eerste amateurklasse. Durfde je toen te denken dat je een jaar later aan de kop van de Jupiler Pro League zou prijken?
‘De reden waarom ik bij Lierse Kempenzonen tekende, was van familiale aard. Ik was na het failliet van Lierse SK in 2018 halsoverkop naar Dundee United in Schotland vertrokken. Maar daar zaten we op hotel, met een kindje van drie maanden oud. Geen evidente situatie, zeker niet voor mijn vrouw. Dus toen ik de gelegenheid kreeg om terug te keren naar België en de club die ik zo goed ken, greep ik die kans. Er waren toen ook al gesprekken met K Beerschot VA, maar het moest snel gaan en ik kreeg een mooi contract aangeboden bij Lierse. In feite ging ik ervan uit dat we vlot zouden promoveren, maar dat viel tegen. Toen K Beerschot VA in de winter dan opnieuw informeerde, wilde ik wel de stap zetten. Ook al moest ik inleveren op salaris en contractduur. Dat toont wel mijn ambitie, denk ik.’
4. Je hebt zowel met als tegen Hernán Losada gespeeld. In welke mate verschilt de speler van de coach?
‘Toen we samen speelden bij Lierse, was het echt genieten. Onze thuiswedstrijd tegen Anderlecht… ( blaast) Hij speelde alles kapot. Ik speelde niet graag tegen hem: hij durfde uit te dagen, foutjes uit te lokken, de scheidsrechter te bespelen. Maar wat ik vooral terugzie, is zijn passie, de wil om altijd en overal te winnen. Als trainer heeft hij dat vuur zelfs nog meer in hem. Samen met Will Still vormt hij een ideale tandem: het zijn allebei voetbalmaniakken en tactisch zijn ze top. Hun analyses kloppen en ze presenteren het op een moderne, gebalde manier.’
5. Je hebt alles bij elkaar drie jaar in de Schotse Premier League gespeeld, twee jaar Partick Thistle en één jaar Dundee United. Is onze 1B sterker dan de Schotse competitie?
‘Vergeet niet dat je in Schotland gigantische clubs hebt als Celtic en Rangers, waar je soms voor 50.000 man speelt. Ook Hearts en Aberdeen zijn goeie clubs. Maar het klopt wel dat onze 1B sterk in niveau gestegen is de voorbije jaren. Het verschil zit voor mij vooral in de manier van voetballen: in Schotland is dat constant op en af, je krijgt ook als verdediger geen moment rust. In België wordt tactischer en technischer gespeeld, met af en toe een versnelling of temporisering. Dat ligt me toch beter.’ ( grijnst)
