Hij veroverde in zijn eerste seizoen als coach bij de vrouwen meteen de titel met Tongeren. Jan De Brandt over het verschil tussen mannen en vrouwen.

Onder Dominique Baeyens proefde hij van de drie meest succesvolle jaren van Zellik. Na die periode vond hij de tweede plaats welletjes en werd hij hoofdtrainer bij Zonhoven. Vier jaar later ging de club failliet en greep Jan De Brandt de kans die Lennik hem bood. Tot hij daar aan de kant geschoven werd en vorig seizoen een nieuwe uitdaging vond bij Tongeren, …de vrouwen van Tongeren. Waarom die grote omschakeling ?

“Vijf jaar geleden heb ik mijn job als licentiaat lichamelijke opvoeding opgegeven en leef ik alleen van het volleybal. In het circuit zijn het aantal profploegen beperkt. Bij de heren zijn het er slechts vier. Twee seizoenen geleden was Roger Pouders bij Herentals de enige fulltime trainer bij de vrouwen. Eigenlijk was ik niet van plan bij Lennik weg te gaan, maar de club wilde liever investeren in spelers. Voor een assistent-coach was er geen plaats meer. Bovendien zou ik een dertig procent van mijn loon moeten inleveren. Dat vond ik niet fair als ik bedacht wat ik allemaal voor de club gedaan had.”

Bij de herenploegen waren alle plaatsen al ingenomen en De Brandt had geen zin om een ploeg te trainen die niet de mogelijkheden had om bij de eerste zes te eindigen. “De keuze die me toen restte waren de vrouwen of het buitenland. Het buitenland zou een hele omschakeling betekenen, niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn gezin. Zonder mijn familie trek ik niet naar het buitenland. Dat is een keuze die ik enkele jaren geleden genomen heb. Dus ben ik mijn licht bij de vrouwen gaan opsteken. Via inside informatie wist ik dat Tongeren geïnteresseerd was in een nieuwe coach, omdat het bestuur het roer wilde omgooien. De club ging snel akkoord met mijn condities : ik wilde enkel als profcoach aan de slag. Bovendien kreeg ik een contract voor drie seizoenen.”

De vraag die hij al het vaakst gesteld kreeg, is ongetwijfeld : wat zijn de grootste verschillen tussen mannen en vrouwen ? “Het grootste verschil is er op emotioneel vlak. Als een receptie bij een man niet onmiddellijk lukt, zal hij beginnen vloeken. Sommige meisjes beginnen te wenen. Zinnen als : Het gaat niet ! Of : Ik kan dat niet, hoor ik heel vaak. Als het hen na een tijdje toch lukt, zijn ze heel blij en is er een emotionele ontlading. Dat is heel …. ( zucht heel diep). De omschakeling van emoties is enorm groot. Ook na een verloren wedstrijd kunnen de emoties hoog oplopen. Ik weet nog altijd niet goed hoe ik hen dan moet behandelen. Moet ik hen troosten of net negeren ?

Vrouwen zijn iets volgzamer dan mannen, gaat De Brandt verder. “Ze hebben meer discipline. Als ik op training de meisjes een opdracht geef, blijven ze die doen tot ik hen doe stoppen. Mannen zullen vlugger laten merken dat een oefening hen niet aanstaat. Ze gaan ook vaker discussies aan dan vrouwen. Omdat vrouwen minder spiervolume hebben, hebben ze meer problemen met hun gewicht. Dat kan een obsessie zijn omdat het uiterlijk bij vrouwen heel belangrijk is. Ik heb op dat gebied nog weinig vat op de meisjes omdat ik weet dat het heel gevoelig ligt. Vrouwen kan je dan weer makkelijker kneden. Ze staan meer open voor veranderingen. Bij mannenteams moet je ook denken aan de media-aandacht. Omdat die bij vrouwen veel minder is, kan je er meer ’trainer’ zijn.

“Máár vrouwenvolleybal blijft een frustrerende job. Hoe hard ze ook trainen, het blijft voor een stuk amateurisme. Daarom zijn er zo weinig vrouwelijke profspeelsters. Een vrouw heeft nooit gedaan. Terwijl een man aan niets meer hoeft te denken als hij thuiskomt, wacht voor een vrouw vaak nog het huishouden. Ze kunnen nooit op dezelfde manier naar een wedstrijd toeleven als een man. Tenzij ze er bewust voor kiezen en alles aan de kant zetten voor het volleybal. Als we op stage zijn, merk ik dat verschil enorm goed. Dat moeten ze aan niets anders denken en presteren ze veel beter.”

Wat bevalt hem eigenlijk het meest ? Vrouwen trainen of mannen ? “( denkt na) Daarvoor ben ik nog te jong in het vrouwenvolleybal. In de eerst plaats wil ik me gelukkig voelen met mijn job. Er zijn een aantal factoren die een grote invloed hebben op mijn humeur, of ik nu met vrouwen of met mannen werk. Ik doe het voor de bijzondere momenten. Het blijft een drug om te winnen. Ik zou niet kunnen aarden bij een ploeg waarvan ik op voorhand zou weten dat we moeten vechten om in de reeks te blijven.”

door Griet Geebelen

‘Een man vloekt als iets niet lukt; sommige vrouwen wenen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content