Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Het aanvallende reservoir van Anderlecht is indrukwekkend, maar het noopt Frank Vercauteren tot keuzes én het elftal tot een stuk compensatie. Tegen RC Genk was dat laatste er niet.

Zolang Nicolás Frutos niet speelklaar was en ook Serhat Akin revalideerde van een operatie, was het simpel. Mémé Tchité, voor wie sommigen vooraf een rol als veredelde invaller zagen weggelegd, begon aan het kampioenschap als Anderlechts diepste spits. Met twee doelpunten en een afgedwongen owngoal hielp hij de titelverdediger op de openingsspeeldag in extremis aan een spectaculaire uitzege op Sint-Truiden (2-4). Binnen de kortste keren stond hij op zes treffers. Een competitiestart vergelijkbaar met die van Mbo Mpenza twaalf maanden eerder.

Maar even snel als toen Mpenza overkwam, stokte ook Tchités productie. Zijn laatste doelpunt dateert al van de vierde speeldag, thuis tegen Club Brugge (1-0). Opvallend is dat hij sinds de terugkeer van Frutos in de basis, op de zesde speeldag tegen Lokeren (2-0), nog niet scoorde. Die wedstrijd wiste direct elk misverstand over de pikorde in de Brusselse aanval : Frutos nam zonder discussie zijn vertrouwde positie centraal weer in en Tchité verzeilde op de rechterflank. De Argentijn is de enige aanvaller die sindsdien elke wedstrijd in de basis stond en bovendien, op zijn debuut tegen Lokeren na, nooit werd gewisseld.

Met Tchité op rechts verhuisde Ahmed Hassan tegen Lokeren naar de punt van de driehoek op het middenveld, achter Frutos. Een logische aanpassing : de Egyptenaar gedijt beter in een centrale rol dan op de flank. Hij heeft geen actie of versnelling in de benen, waardoor de ploeg met hem op rechts diepgang ontbeert. Om een spits als Frutos te bevoorraden is diepgang belangrijk. Niet toevallig wellicht kwam het tweede doelpunt voort uit een voorzet vanaan de achterlijn van Tchité, hard binnengekopt door een inlopende … Hassan.

Geen Wilhelmsson

Hassan centraal en Tchité op rechts : het lijkt de beste oplossing met ook Frutos in de ploeg, maar ideaal is het niet voor de Congolees. Scoren lukte hem nog niet in die rol, geprangd tussen de zijlijn en centrumspits Frutos. Tchité heeft ruimte nodig, maar is anderzijds wel iemand die ook op de flank de aandacht van de tegenstander afleidt. Méér dan Hassan alleszins, van wie de verdedigers geen actie buitenom hoeven te vrezen, maar minder dan Christian Wilhelmsson. Wilhelmsson belichaamt het soort aanvaller dat Vercauteren niet meer heeft om het door hem geprefereerde spel met drie aanvallers perfect uit te voeren.

Op links is die speler er wel, in de persoon van Mbark Boussoufa. Hoewel : hij beschikt over een individuele actie, maar ook voor hem geldt dat hij geen echte buitenspeler is. Meestal komt hij zelfs naar binnen. Instinctmatig zoekt hij zijn rechterbeen, maar zijn indraaiende voorzetten zijn wel uiterst gevaarlijk.

In een centrale rol komt Boussoufa minder tot zijn recht. Dat bleek al uit tegen Moeskroen, de enige keer dat Mbo Mpenza in de basis stond en een koppel vormde met Tchité. Ook in Athene tegen AEK viel Boussoufa wat licht uit achter het spitsenduo Frutos-Tchité. Hij verliest er een stuk van zijn dreiging en efficiëntie, kwaliteiten die hij ook bij AA Gent steeds vanaf de linkerkant liet blijken. Boussoufa voelt zich veel minder dan Hassan centraal in zijn sas.

Zoals Vercauteren zijn elftal neerzette tegen Lokeren, lijkt de enige manier om de vier aanvallers samen op te stellen. Voor herhaling was het nadien nog niet vatbaar. Vraag is of het ooit nog zal gebeuren. Die wedstrijd toonde vooral aan wat uit de diverse profielen al kan worden afgeleid : de complementariteit om met alle vier te spelen is er niet echt. Dus zal Vercauteren altijd/meestal keuzes moeten maken.

Die heeft hij sindsdien ook in elke wedstrijd gemaakt : tegen Charleroi zat Tchité op de bank, tegen AEK Athene Hassan, en tegen RC Genk Boussoufa. Is dat een probleem ? Hooguit een luxeprobleem, dus geen probleem. Journalisten begrijpen het misschien niet, de betrokken spelers aanvaarden het zeker en vast moeilijk, maar zelfs in topvorm zal het een van hen altijd kunnen overkomen dat hij niet in de basis start. Vercauteren zal dan moeten uitleggen – zo hij dat al nodig vindt – waarom.

Koller-Radzinski bis

Het is verwonderlijk, maar de herinnering aan het vroegere koningskoppel Jan KollerTomasz Radzinski is nog amper opgehaald. Dat komt wellicht omdat Vercauteren als Anderlechttrainer geldt als een liefhebber van een systeem met drie spitsen. In zijn eerste halve seizoen als hoofdtrainer in het Vanden Stockstadion stapte hij radicaal af van de 4-4-2 van Hugo Broos. Nochtans lijkt hij met Frutos en Tchité te beschikken over een combinatie die het best de vergelijking met Koller en Radzinski zou kunnen doorstaan.

Zoals Koller destijds vaak het vuile werk op het middenveld kwam opknappen, schuwt ook Frutos het labeur niet. De meeste ploegen spelen tegenwoordig met een driehoek op het middenveld. In 4-4-2 zou Anderlecht daar in ondertal komen te staan, maar met een uitzonderlijke aanvaller als Frutos zou dat worden gecompenseerd. Het probleem van Vercauteren in zo’n scenario bevindt zich op de flanken : die heeft hij namelijk niet. Wat Genk in dit systeem heeft met Tom Soetaers en Thomas Chatelle, heeft Anderlecht niet. Toch niet op rechts, wel op links met Bart Goor. Een echte 4-4-2 zou dus ten koste gaan van Hassan én Boussoufa.

Of toch niet ? Ook Aimé Anthuenis speelde destijds een beetje vals. Hij zette vaak Alin Stoica achter de spitsen. Bij balverlies moest Radzinski de rechterflank komen afdekken, bij balbezit zorgde rechtsback Bertrand Crasson er voor de aanvallende impulsen. Dat was vaak verrassend voor de tegenstander. Tegen Charleroi (met Tchité op de bank) was in zekere zin iets vergelijkbaars te zien. Hassan trok zo vaak naar binnen dat de meeste offensieve acties over rechts van de oprukkende Anthony Vanden Borre kwamen. Noem het een kantelend systeem met als consequenties : 1. dat er behoorlijk wat compensatie van het elftal wordt vereist (wegens geen echte rechtermiddenvelder), en 2. dat het ten koste gaat van Boussoufa (wegens minder goed in een centrale rol) of Tchité.

Verrassend Genk

Een elftal vragen manco’s te compenseren is geen geringe uitdaging voor een trainer. Anthuenis’ grote verdienste in Anderlecht was dat hij daar, tegen de huisstijl in, toch in slaagde. Ook Vercauteren heeft na anderhalf jaar een selectie samengesteld waarin iedereen bereid is te knokken voor elkaar. Er werd duidelijk talent ingekocht, maar talent dat zich ten dienste van het elftal opstelt. Vercauteren verzoende de huisstijl met een knokkersmentaliteit.

Tegen maar Lokeren compenseerden de spelers voorbeeldig het gebrek aan individuele complementariteit zodat alle posities min of meer bezet bleven. Het maakt ook indruk tegen een bescheiden tegenstander, met zoveel aanvallend geweld het veld betreden. Als tegen een sterker RC Genk (vooral) het offensieve compartiment het laat afweten, zoals afgelopen zaterdag, dreigt zware averij. Anderlecht startte in 4-4-2, met links Goor, rechts Hassan en als spitsen Frutos en Tchité. Genk pakte uit met een veldbezetting die de thuisploeg direct hoog vastzette : met hoge flanken (Soetaers en Chatelle), twee aanvallende middenvelders ( Faris Haroun en Wouter Vrancken) achter één diepe spits ( Kevin Vandenbergh), en één verdedigende middenvelder ( Wim De Decker). Tegen die centrale driehoek bevonden Yves Vanderhaeghe en Lucas Biglia zich in de minderheid. Vooral het feit dat Genk verrassend uitpakte met de punt naar achter, hield beide Anderlechters meer achterin dan hen lief was.

De opdracht was dat een van beide aanvallers – Tchité of Frutos : Vercauteren wilde niet kwijt wie – bij balverlies in de zone van De Decker zou komen. Zie Jan Koller in het verleden. In dat geval zou ongetwijfeld ook Vrancken niet zo hoog zijn gaan spelen, wat de druk op de Brusselse verdediging zou hebben verlicht en Biglia zou hebben toegelaten meer in steun van de aanvallers te spelen. Dat laatste had hij sowieso kunnen doen, vindt Vercauteren. De Anderlechttrainer is van mening dat wanneer de tegenstander met één spits speelt, zijn controlerende middenvelders gerust een aanvallende middenvelder over zich heen kunnen laten gaan : genoeg verdedigers om hem op te vangen. Voorwaarde is dan dat de lijnen dicht bij elkaar aansluiten.

Er was nog een derde antwoord mogelijk, namelijk dat beide flanken (Goor en Hassan) vaker naar binnen zouden hebben geknepen. Ook dat gebeurde niet. Uiteindelijk greep Vercauteren zelf in halfweg de eerste helft. Hij schoof Hassan door naar het centrum, stuurde Goor helemaal naar de buitenkant en Tchité wat naar rechts, zodat zijn min of meer vertrouwde 4-3-3 zich weer aftekende. Helaas was daarmee het probleem nog niet opgelost omdat Hassan wel erg onoordeelkundig in de zone van De Decker ging lopen, waardoor die amper hinder ondervond van de correctie.

Ieder om beurt

Die laatste vaststelling sterkt sommigen in de overtuiging dat Boussoufa al bij al nog een betere oplossing is achter twee spitsen dan Hassan. De Marokkaanse international verdedigt net iets meer terug, ligt net iets scherper op de loer, doorziet het spelletje net iets beter, heeft een net iets slimmere doorsteekpass. Afgaand op het Champions Leagueduel in Athene denkt Vercauteren er net zo over : hij pakte uit met Boussoufa en niet Hassan achter beide spitsen. Hij deed dat bovendien in een 3-5-2, wat gezien de omstandigheden misschien nog het best de afwezigheid van buitenspelers compenseert. Goor en Vanden Borre zijn in staat een hele flank voor hun rekening te nemen : Wilhelmsson, Boussoufa en Hassan niet.

Waarom Boussoufa dan niet startte tegen Genk, als Hassan uiteindelijk toch achter de spitsen kwam te staan ? Wegens de ramadan ? Weinig waarschijnlijk : ook Hassan volgt strikt de vastenregels. Omdat het Boussoufa’s beurt was eens op de bank te starten ? Waarschijnlijk wel : Hassan is al zo vaak gewisseld en, niet vergeten, iedereen dient tevreden te worden gehouden. Heeft Vercauteren zo zijn elftal verzwakt ? Waarschijnlijk niet : het ontloopt elkaar allemaal maar weinig, zeker in de Belgische competitie. Alleen faalt het systeem als de gebreken niet worden gecompenseerd. Dat is in Anderlecht niet anders dan elders.

Heeft Anderlecht dus een spitsenprobleem ? Neen, wel veel offensieve mogelijkheden. Dat goede voetballers soms op de bank belanden, is daarbij volstrekt normaal.

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content