Het ontwikkelen van de gezichtsscherpte lijkt centraal te staan in uw trainingsprogramma?

Christophe Lollichon:: “Ja. Soms zie ik tijdens een match vanaf de zijlijn zaken waarvan ik denk dat ze niet te voorzien zijn, maar dan stel ik vast dat Petr (Cech) of Thibaut (Courtois) niet verrast is omdat de kwaliteit van hun zicht, van hun periferisch bewustzijn, maakt dat zij al een aantal onzekerheden uitgeschakeld hebben. Terwijl ik me afvraag wat er aan het gebeuren is, hebben zij al geanticipeerd. Vandaag gebruiken we op training stroboscopische brillen, die bij momenten het zicht belemmeren. Bij voorzetten in de lucht willen we zo een visuele handicap creëren die maakt dat de goalie zich maximaal moet concentreren op de technische handeling die hij moet uitvoeren. Vier voorzetten met bril, dan eentje zonder. We trainen dus in moeilijke omstandigheden zodat de doelman zich tijdens de wedstrijd meer op zijn gemak voelt. Dan kan het zicht immers troebel zijn door een botsing, een arm, mist, enzovoort. We gebruiken ook de Eye Coordination Training, een toestel van een Australisch bedrijf (Sport Vision Property). Dat is een bord van twee vierkante meter met tachtig lichtjes die oplichten en weer uitgaan. We gebruiken dat om het centrale en het periferische zicht te testen, met verschillende kleuren. Vanaf het moment dat er een lampje aangaat, moet de doelman erop drukken om het uit te doven. Zo testen we de reactiesnelheid. We gebruiken telkens de kleur van de ploeg waartegen we het weekend erop spelen. In overleg met een optometrist gaan we dan over tot andere oefeningen, zoals de ‘go – no go’. Dan verschijnen er twee kleuren, waarvan je er eentje mag afdrukken en het andere niet. Daarna voegen we nog een aantal moeilijkheden toe, zoals hem een bal laten stoppen terwijl hij het bord aan het bedienen is.”

Op welke vlakken kan er nog beter gewerkt worden?

“Ik wil nog verder gaan in het domein van de specifieke fysieke voorbereiding van keepers met externe hulpmiddelen. We zouden technieken uit de atletiek kunnen gebruiken. Een van de essentiële kwaliteiten van een doelman is de explosiviteit, de startsnelheid. Ik kijk daarvoor naar bepaalde sprinters. De bewegingscoördinatie van een keeper kan nog verbeterd worden. Dat werk moet ook geïndividualiseerd worden. Daarin zou ik nog verder willen gaan… Daar komt ook veel analyse bij kijken. Toen we met Chelsea in Barcelona speelden (halve finales van de Champions League in april 2012, nvdr), heb ik Messi geanalyseerd die op dat moment al 63 doelpunten gemaakt had. Ik heb die allemaal eens van naderbij bekeken, zijn voorkeurslooplijnen afgebakend, statistieken gemaakt over de zones waar hij het liefst opduikt, hoe hij zich opstelde tegenover de keeper, waar hij de bal het vaakst plaatste, hoeveel doelpunten hij maakte door eerst te kijken welke beweging de doelman zou maken,…”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content