Galatasaray rekent tegen Club op het genie van Falcao en Fatih Terim

© Belgaimage
Chris Tetaert Vaste medewerker Sport/Voetbalmagazine

Club Brugge opent tegen Galatasaray Spor Kulübü zijn tweede opeenvolgende campagne in de Champions League. Een club van records: titels, bekers, fans en… schulden.

Ze waren met meer dan 25.000, dolgedraaide supporters van Galatasaray die in en rond de nieuwe luchthaven van Istanbul Radamel Falcao stonden op te wachten. Nieuwsgierig naar een arm, een been of een gezicht van de Colombiaanse aanvaller. El Tigre had zijn handtekening nog niet gezet, maar speelde zijn rol van volksmenner perfect. In een stijlvol wit hemd, met geel-rode sjaal rond de nek, zweepte hij de massa op. In vintage Galatasaraystijl. Hij klapte in de handen, sprong in de lucht en schreeuwde als een bezetene de bijnaam van de club: ‘ Cim Bom Bom. Cim Bom Bom. ‘ En zou dat de dag erna, in het Türk Telekom Stadyumu, nog eens overdoen. Voor 40.000 fans.

In ons stadion worden de doden opnieuw tot leven gewekt.’ – Gheorghe Hagi

Falcao bij Gala, het kon toen al niet meer stuk. De perfecte afsluiter van een lange transferzomer, waarin de club dertien spelers haalde en slechts voor eentje moest betalen: vijf miljoen euro voor Christian Luyindama, die sinds de winterstop van Standard werd gehuurd. De twaalf andere nieuwkomers kostten de club niets, tenzij een bescheiden huurvergoeding. Doelman Okan Kocuk (24, Bursaspor), Sener Özbayrakli (29, Fenerbahçe), Taylan Antalyali (24, BB Erzurumspor), Adem Büyük (32, Malatyaspor), Jimmy Durmaz (30, Toulouse) en Ryan Babel (32), in januari nog voor 2 miljoen door Besiktas aan Fulham verkocht, werden net als Falcao (Monaco) transfervrij weggekaapt.

Van de vijf huurlingen is Jean Michaël Seri (28) met een huurprijs van anderhalf miljoen per seizoen de duurste, al is dat relatief: vorige zomer betaalde Fulham nog 30 miljoen voor de Ivoriaanse centrale middenvelder van OGC Nice. Voor de Gabonese controlerende middenvelder Mario Lemina (26), die in de zomer van 2017 voor iets meer dan 17 miljoen van Juventus naar Southampton verhuisde, betaalt Galatasaray de volgende twaalf maanden amper een miljoen. Brighton & Hove Albion krijgt een vergoeding van 700.000 euro voor centrumspits Florin Andone (26), terwijl Celta de Vigo twee jaar geleden nog 13 miljoen betaalde voor Emre Mor en de winger nu voor 600.000 euro een seizoen in Istanboel laat voetballen.

Na Falcao was Steven Nzonzi (30) de meest spraakmakende transfer in het Türk Telekom Stadyumu: AS Roma betaalde vorige zomer net geen 30 miljoen aan Sevilla, maar verhuurt de Franse verdedigende middenvelder voor om en bij de 500.000 euro aan de recordkampioen van Turkije, dat hem op het einde van het seizoen voor 16 miljoen (of 13 miljoen een jaar erna) definitief kan overnemen. De kans dat dat effectief zal gebeuren, is bijzonder klein, want Galatasaray kampt sinds jaar en dag met financiële problemen.

In 2014 werd de (mini)boete van 200.000 euro wegens inbreuken op de Financial Fair Play nog weggelachen in Istanboel, maar een seizoen zonder Europees voetbal (2016/17) kwam harder aan. En toch: vorig jaar in juni liep de serieovertreder opnieuw tegen de lamp en moest het nog maar eens door het stof, waarna de UEFA duidelijke afspraken maakte met de Turkse club. Tot en met het seizoen 2021/22 mag het slechts 21 namen – in plaats van 25 – op de lijst van de Champions League invullen, maar de club moet vooral opnieuw gezond worden. In maart gaf ondervoorzitter Kaan Kancal nog toe dat de schuldenberg was opgelopen tot 456 miljoen euro, met een jaarlijks verlies dat tegen de 120 miljoen aanschurkt. Van de UEFA mag dat verlies in 2019 nog maximaal 20 miljoen bedragen, een jaar erna nog slechts 10 miljoen. Slaagt de club daar niet in, krijgt het een boete van 9 miljoen, bovenop de 6 miljoen die het vorig jaar al aan de UEFA betaalde.

In die optiek is een contract van drie seizoenen voor een 33-jarige aanvaller, die in die periode 15 miljoen zal cashen, misschien toch geen bijster slimme zet. ‘Ik moet ook een beetje (sic) aan mijn familie denken’, zei de Colombiaan, die het voorstel van Internazionale – 2,5 miljoen in twee seizoenen – niet eens ernstig nam. ‘Welke trainer wil Falcao niet in zijn ploeg?’, lachte Fatih Terim met de kritiek van enkele journalisten, die zich vragen stelden bij de fysieke paraatheid van de spits, die in 2013 nog voor 43 miljoen van Atlético Madrid naar Monaco verhuisde maar door blessures werd geplaagd. Hij leidde de Monegasken in 2017 wel nog naar de Franse titel, nadat hij tijdens uitleenbeurten aan Chelsea en Manchester United – 5 goals bij de 2 clubs samen – hopeloos door de mand was gevallen. Maar in Monaco was hij wél een zekerheid voor doelpunten, ook vorig seizoen toen de club net niet degradeerde: 16 van de 38 goals.

Galatasaray rekent tegen Club op het genie van Falcao en Fatih Terim
© Belgaimage

Exportproduct

Voetbal is een obsessie in Turkije. Volgens een studie noemt 76 procent van de inwoners zich actief fan van een club en Galatasaray is met een marktaandeel van 40 procent de populairste van het lot, waardoor het aantal supporters in Turkije alleen al wordt geschat op… 25 miljoen. Aangevuld met miljoenen die, overal in de wereld, het geel en rood van de meest succesvolle Turkse club aanbidden. Met 22 titels sinds het ontstaan van de Süper Lig (1959) doet het beter dan de twee aartsvijanden in eigen stad – Fenerbahçe (19) en Besiktas (15) – met 18 bekers won het dubbel zoveel bekers als Besiktas en in 2000 was het als eerste (en nog altijd enige) Turkse club ook succesvol in Europa, toen het in Kopenhagen tegen Arsenal de UEFA Cup won.

Er zijn 600 parlementsleden in dit land, maar er is slechts één Fatih Terim.’ – Fatih Terim

Mét een internationaal sterrenteam: de Braziliaanse doelman Cláudio Taffarel, de Roemeense middenvelder Gheorghe Hagi ( De Maradona van de Karpaten) en zijn schoonbroer Gheorghe Popescu, kapitein/clubicoon Bülent Korkmaz en sluipschutter Hakan Sükür, de Stier van de Bosporus. ‘We domineerden het voetbal in eigen land, maar we wilden ook het beste exportproduct van Turkije zijn. Fans van over de hele wereld moesten trots zijn’, zei Faruk Süren, toen voorzitter.

Fatih Terim, de coach die Galatasaray de voorbije twee seizoenen naar de titel leidde, zat ook toen al in de dug-out. Hij leerde het vak als assistent van Jupp Derwall, de Duitser die de club midden de jaren tachtig – na een droogte van 14 jaar – opnieuw op de kaart zette. Terim had na elf seizoenen Galatasaray een punt achter zijn spelerscarrière gezet en liet zich als jonge dertiger inspireren door Derwall, die West-Duitsland naar de Europese titel (1980) en finale van het WK (1982) had gecoacht.

Via Ankaragücü, Göztepe en de nationale ploeg belandde Terim in de zomer van 1996 opnieuw bij Galatasaray, dat hij naar vier opeenvolgende titels en de UEFA Cup zou leiden. Hij liet zich toen al graag Imparator ( Keizer) noemen, maar aanvaller Arif Erdem ging een stap verder. ‘Hij was de ziel van de club. Een vader en een broer voor de spelers. En een oom, die ons geld gaf toen we te laat werden betaald. Maar ook the godfather die geen tegenspraak duldde, respect eiste en ver durfde te gaan als de regels werden overtreden.’ Angst, vertrouwen, respect en liefde: de vier kernwoorden in de coachingstijl van Terim, die na het seizoen naar Fiorentina vertrok en de toekomst van Galatasaray – ondanks de successen – somber inzag. ‘Op economisch vlak is de club nergens.’

De grond in Ali Sami Yen werd met hand en tand verdedigd, maar het stadion was een bouwval. Een heksenketel, dat wel. Of, zoals Hagi het omschreef: ‘In ons stadion worden de doden opnieuw tot leven gewekt.’ Maar met amper 25.000 plaatsen allesbehalve een geldmachine, waardoor het zijn successen niet kon verzilveren. Er was maar één weg, voorspelde Terim. Naar beneden. En snel.

De vedetten waren op hun retour en de nieuwkomers (te) duur en matig, trainers werden in sneltempo aangesteld/ontslagen en het management nam in volle economische recessie voorschotten op Europese premies die er nooit zouden komen, waardoor Gala in 2003 naar het faillissement denderde. En alleen dankzij de clubliefde van de UltrAslan, de harde supporterskern, werd gered.

Er werd wereldwijd vier miljoen opgehaald en de club kreeg voor drie jaar het recht om de merchandise van UltrAslan – veel populairder dan de officiële clubspulletjes – te commercialiseren, wat een constante geldstroom garandeerde en waardoor Gala zich uit de financiële problemen wroette. Met de bouw van het Türk Telekom Stadyumu (2011) kon het de volgende stap zetten, maar de club bleef dezelfde fouten maken en haalde in de krampachtige zoektocht naar Europese roem vedetten die over hun top waren, genre Wesley Sneijder (2013-2017) en Didier Drogba (2013-2014).

Vierde termijn

‘De Financial Fair Play is de grote Turkse clubs sinds de invoering, in 2009, aan het achtervolgen’, analyseerde economieprofessor Ferda Halicioglu begin dit jaar toen de totale schuldenlast van de Turkse clubs aan de banken was opgelopen tot 2,3 miljard euro. ‘En niemand voelt zich verantwoordelijk. De financiële kant van het leiden van een club, is hier nog altijd bijzaak. Eerst succes boeken, daarna zien we wel.’

In eigen stad leek Besiktas met twee opeenvolgende titels (2014-2016) de macht over te nemen, maar Aslanlar ( De Leeuwen) knokten terug. Opnieuw bij de hand genomen door Terim, bezig aan zijn vierde termijn (1996-2000, 2002-2004, 2011-2013 en sinds 2017) en de meest succesvolle T1 in de clubgeschiedenis: 1 UEFA Cup, 8 titels, 3 bekers en 5 keer de supercup. Voor eeuwig en altijd De Keizer. En zelden bescheiden. ‘De keizers over wie we in boeken lezen, zijn niet alleen figuren die oorlogen gewonnen hebben. Het waren vooral grote persoonlijkheden die de toekomst bepaald hebben. Er zijn 600 parlementsleden in dit land, maar er is slechts één Fatih Terim.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content