Wie had dat gedacht: Juan Carlos Garrido speelt dit seizoen dan tóch nog Europees. Hij overwintert zelfs. De door Club Brugge ontslagen Spaanse trainer mag het volgende week thuis in de Europa League met zijn nieuwe ploeg, Real Betis uit Sevilla, opnemen tegen Rijeka. Betis staat op dit moment tweede in groep I, na Lyon.

Daarmee is ongeveer het enige positieve gezegd over de nieuwe ploeg van Garrido. Want in de Primera División staat Betis al ruim een maand op een degradatieplaats, met financiële zorgen en een groot schisma tussen de directie en de fans. Kijk maar naar de beelden van de aanstelling van Garrido: bestuurslui die door de politie moeten worden ontzet, gebroken ramen en supporters die luid om het ontslag van hun directie schreeuwen.

De vox populi is het roerend oneens met het ontslag van Pepe Mel, Garrido’s voorganger. De Madrileen kwam in 2010, liet de net gedegradeerde ploeg weer promoveren en parkeerde ze vorig seizoen op een zevende plaats, goed voor Europees voetbal. Hij verlengde in juni zijn contract tot 2017, drong met Betis door tot de Europese poulefase, startte ook nog behoorlijk in de competitie, maar toen keerden de kansen. Resultaat? Een ontslag, om sportieve én economische redenen. Betis had in de nieuwe overeenkomst een clausule dat het contract kon worden ontbonden met een vergoeding van één jaar salaris, als de ploeg vijf speeldagen op rij op een degradatieplaats stond. Toen dat onlangs gebeurde, mocht de man gaan, ondanks de woede van de fans.

In Sevilla ontmoet Garrido oude bekenden: Carlos Bacca, die voor rivaal FC Sevilla (Europees ook nog actief) voetbalt, en Jordi Figueras, die hij bij Club doorstuurde en bij Betis opnieuw kruist. Het is in Sevilla leven op een vulkaan. De torenhoge werkloosheidsgraad benadert er de 40 procent, de teleurstelling en woede van de jongeren over het overheidsbeleid is groot. Ook Real Betis Balompié, trots van Andalusië, is al jaren financieel op de sukkel door wanbeleid.

Betis was ongeveer twee decennia lang in handen van Manuel Luiz de Lopera, die in het begin van de jaren negentig de club redde en een meerderheid van de aandelen kocht. Hij bracht sportief succes, maar zoog de club tegelijk financieel leeg, zo bleek de voorbije jaren uit juridisch onderzoek. Onlangs werd de man voor het gerecht gedaagd. Tussen 1992 en 2008 zou hij volgens de aanklacht 24,9 miljoen euro van de club naar zijn bedrijven hebben gesluisd.

In november 2010 stelde het gerecht een advocaat aan om de aandelen van de club te beheren. De lijken vielen bij bosjes uit de kast. De totale schuldenlast bedroeg 100 miljoen euro. Spelers kregen gedurende een jaar 20 procent van hun salaris uitbetaald. De rest van het salaris was een belofte op papier, uit te betalen de jaren nadien. Stad en andere overheden hadden al een decennium geen belastingen meer geïnd en commissies aan derden (makelaars, etc..) bleken doorgesluisd naar de clubleiders.

Saneren was de boodschap. In dat klimaat realiseerde Pepe Mel, die een zeer moeilijke relatie had met de door de fans zwaar bekritiseerde sportief directeur Vlada Stosic en op het einde ook botste met de Catalaanse spelersclan in de kern, het onmogelijke: bezuinigen én tegelijk sportief presteren. Vandaar zijn populariteit. Valenciaan Garrido, zeer vijandig onthaald, moet het tij keren en even goed doen als zijn voorganger. Nog een leuk detail: Mels voorganger bij Betis was… Víctor Fernández (ex-AA Gent).

DOOR PETER T’KINT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content