De knapen van GBA namen als eerste Belgische ploeg deel aan de wereldfinale van de Nike Premier Cup in Lissabon. Voor Directeur Opleidingen Urbain Haesaert de bevestiging dat er goed werk wordt geleverd.

Het universitair complex van Lissabon vormde vorige week het decor voor de finales van de Nike Premier Cup. De beste twintig jeugdploegen van de wereld van spelers tot 15 jaar (geboren na 1 januari 1987) waren uitgenodigd, maar omdat het Nigeriaanse Ysfon Starlets FC niet aan de juiste papieren geraakte, begroette Eric Cantona uiteindelijk maar negentien teams in de Portugese hoofdstad.

Nike kwam in 1993 op het idee om een jeugdcompetitie uit te werken in vijftien landen, waarin jonge voetballers zich konden meten met hun leeftijdsgenoten. Het toernooi groeide snel uit tot een wereldgebeuren, met dit jaar 107.200 spelers uit vijf continenten en 6.700 teams uit veertig landen. “Eigenlijk is dit een soort WK voor -15-jarigen”, zegt Ludwig De Clercq, marketingverantwoordelijke van Nike voor Noord-Europa. “Voor de meesten is het een eerste contact met de betere spelers van hun leeftijd. Wij sluiten niemand uit : elke Belgische ploeg, van vierde provinciale tot eerste klasse, kreeg de kans om deel te nemen en te proberen naar de wereldfinale te mogen. Zo konden we in het verleden jonge spelers als Xavi van Barcelona, Iker Casillas van Real Madrid, Andy van der Meijde van Ajax en Mikael Forssell van Chelsea ontdekken. Maar ook goede Belgische jongeren als Sebastian Hermans van Club Brugge en Jonathan Blondel van Tottenham etaleerden in de Nike Premier Cup hun mogelijkheden.”

Afgelopen seizoen zorgde GBA voor een unicum, door als eerste Belgische vertegenwoordiger de wereldfinale van de Nike Premier Cup te halen. De jonge Antwerpse groep van trainer Theo Nobels mocht na winst in de Belgische editie (2-0 tegen AA Gent) begin mei deelnemen aan de Europese finale. Alle achttien Europese winnaars, behalve vertegenwoordigers uit Engeland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië, namen het in Lissabon tegen elkaar op. Dat Nobels over een uitzonderlijke generatie beschikt, bewezen de resultaten : na de poulewedstrijden tegen FC Espoo (3-1), Dinamo Zagreb (0-0), AGF Aarhus (3-0) klopte het jongte GBA in de halve finales Rapid Wenen met 1-0. In de finale ten slotte werd glansrijk afstand genomen van het Tsjechische FK Zlin (2-0).

Urbain Haesaert (61), na dertig jaar ervaring in het trainersvak sinds vier jaar Directeur Opleidingen bij GBA, was vereerd door de prestatie van zijn spelertjes. “Gewoon de bevestiging van waar we al die tijd planmatig mee bezig zijn geweest. We hebben een eigen visie bepaald, nergens iets gekopieerd, ook niet van Ajax. Via Hans Westerhof kunnen we nog altijd een beroep doen op de know-how van Ajax, vooral inzake aanvallend voetbal. Maar we probeerden altijd ons eigen ding te doen, gebaseerd op techniek en intelligentie. Spelers moeten zichzelf en de anderen durven te corrigeren. Daaraan, merk ik, ontbreekt het toch nog altijd enorm in het Belgisch voetbal. We zitten met een enorme vervlakking, ook doordat clubs moeten besparen. De echte topspelers ontbreken. Wesley Sonck is voetballend, maar ook verstandelijk nog een echte topper. Hij leeft voor zijn vak en weet waarmee hij bezig is.”

“Ik heb bewust afstand genomen van de trainersstiel”, vervolgt Haesaert. “Het was genoeg geweest. Als clubs geen structuur meer hebben en geleid worden door sponsors, dan hoeft het voor mij niet meer. Een trainer moet zijn eigen ideeën kwijt kunnen en mag niet beïnvloed worden. In mijn huidige functie ben ik verantwoordelijk voor het hele jeugdmanagement. Dat betekent : een visie bewaren, trainers aanwerven, tactische innovaties invoeren en eigen accenten leggen. Een veelomvattend pakket, dat verplicht om in teamverband te leven en te werken. Inspraak en samenwerking staan voorop. Zo kom je tot een soort van ideeënrijkdom, die me enorm bevalt.”

“Werken met jeugd blijft mijn tweede roeping”, herinnert zich de man die 25 jaar in het onderwijs stond. “Op het eind van mijn loopbaan iets doen wat ik altijd graag had gewild : teachen, jongens iets bijbrengen. Iets wat ik zelf goed kan of kon, doorgeven aan talentvolle jongeren. Zolang de goesting er is, moet je doorgaan. Ik ben dan wel niet echt meer bij het veldwerk betrokken – ik wil ook niet op de invallersbank sterven -, de vooruitgang die we boeken houdt me scherp. Werken met de jeugd is voor mij een ongelofelijke uitlaatklep. Het is alsof ik in een zwembad werd geworpen en vrij kan bewegen, ook al zorgt het wel voor wat stress.”

Bij de jeugd van GBA begint alles bij de opbouw van achteruit en goed positiespel. Er wordt steevast met drie spitsen gespeeld, een spelmaker op de nummer tien en achterin drie verdedigers in de zone. Meestal wordt uitgegaan van een 3-4-3-veldbezetting. Haesaert : “Het gaat zelfs zo ver dat ons beloftenelftal bestaat uit jongens van verschillende leeftijden. Voordeel is dat ze probleemloos kunnen meedraaien, omdat ze de vaste looplijnen, indraai- en passingtechnieken tot in de perfectie beheersen. Die jongens weten heel goed welke vooractie ze moeten maken, en dat maakt de automatismen gemakkelijker. Je kan immers niet blijven experimenteren, moet op een bepaald moment gaan specialiseren. Voetbal is een totaalgegeven, een puzzel waarvan je in samenspraak de stukjes bij elkaar moet leggen.

“We mogen het niveau van het Belgisch jeugdvoetbal niet minimaliseren. Op de Nike Premier Cup Europa eindigde Haarlem, dat PSV uitschakelde, als zeventiende op achttien deelnemers. Het is dus fout om altijd maar Nederland als referentiepunt te nemen. Twee zaken zijn nog erg voor verbetering vatbaar in België : kracht en snelheid. Topvoetbal wordt gespeeld met atletisch vermogen. Wie ook snelheid heeft, kan het verschil maken. Maar wat ben je met een speler die hard kan lopen, maar de bal niet behoorlijk kan controleren ? Nadeel is dat we dan direct terechtkomen bij kleine en wendbare voetballers à la Simon Tahamata, en we gestalte missen. Tegen heel goed gegroepeerde ploegen komen we daardoor soms in de problemen. Maar achterin blijven we vaak één-tegen-één spelen, daarmee leren de jongens het best anticiperen op situaties. Ook in de duels boekten we al heel wat progressie, maar het kan nog veel beter.”

Op de Nike Premier Cup wereldfinale legde GBA uiteindelijk beslag op de tiende plaats. In de poule waren de latere finalist FK Zlin (1-0-verlies) en het Colombiaanse Deportivo Estudantil te sterk gebleken om op een plaats tussen de eerste acht aanspraak te kunnen maken. “Onze jongens speelden op 26 mei hun laatste competitiewedstrijd, en hadden een zware blokperiode en examens”, roept Urbain Haesaert ter verschoning in. “Vergeet niet dat bepaalde gasten Latijn-Wiskunde studeren. Na hun vakantie trainden ze maar vier keer, vooraleer hier aan te treden. Door het gebrek aan ritme was er aanvankelijk wat onzekerheid in hun spel. Niettemin hebben we complimenten gekregen voor onze aantrekkelijke manier van voetballen. Eigenlijk was het winnen van de Europese finale al een uitzonderlijk succes. Het was de kers op de taart van een bijzonder geslaagd seizoen.”

“Dergelijke initiatieven zijn alleen maar aan te moedigen”, besluit Haesaert. “Zoveel multinationals maken niet altijd veel tijd en geld vrij om de sport te steunen. Terwijl het per slot van rekening iets is wat alle culturen op een gezonde basis met elkaar verbindt. Hier zal je geen doping en corruptie aantreffen, hier gebeurt alles in een bijzonder vriendschappelijke sfeer. Het pure van de sport drijft hier nog boven.”

door Frédéric Vanheule

‘Werken met jeugd is mijn tweede roeping. Het houdt mij scherp.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content