Beter doen dan Slavoljub Muslin wordt moeilijk, beseft Aimé Anthuenis, de nieuwe trainer van Lokeren OV. De oud-bondscoach wil eerst waarnemen, dan bijsturen.

Hij is vijf keer kampioen geweest met RC Genk, en vijf keer met Anderlecht. Wel, dat hij nu maar eens de titel haalt met Lokeren OV. Ik zou gek worden van vreugde”, zo orakelde voorzitter Roger Lambrecht met enige zin voor overdrijving op 23 december, toen hij Aimé Anthuenis (62) voorstelde als opvolger van Slavoljub Muslin. De Servische Fransman was immers ingegaan op een aanlokkelijk voorstel van Lokomotiv Moskou, dat hem een royaal loon (900.000 euro) voorhield en waarmee hij straks uitkomt in de zestiende finales van de UEFA-cup tegen FC Sevilla.

Lambrecht spaarde zijn lof voor Anthuenis niet, die het charmeoffensief wel wist te appreciëren. Voor de goede orde : zijn stadsgenoot speelde slechts één keer kampioen met RC Genk en veroverde tweemaal de titel met Anderlecht tussen 1998 en 2001. “Toen we zes maanden geleden een wereldtrainer in huis haalden, hadden we een uitgebreid curriculum vitae nodig om iedereen van zijn kwaliteiten te overtuigen”, zegt Lambrecht. “Dat is ditmaal niet nodig, want met Aimé presenteren we de beste trainer van België. Iedereen weet dat er momenteel geen betere te krijgen is. Muslin leverde schitterend werk, maar wij zijn ervan overtuigd dat Aimé minstens hetzelfde zal presteren. Zijn er geen problemen, dan blijft hij hier drieënhalf jaar. Met andere woorden : tot aan zijn pen- sioen.”

Weinig geheimen

Wie de brandende ambitie van Lambrecht kent, weet welke gedachte er achter zijn boodschap schuilt : Anthuenis moet Lokeren OV binnen de eerste vijf parkeren. Het liefst met aanvallend en attractief spel, want Lambrecht huivert van betonvoetbal. De aanstelling van Anthuenis kwam over als een unanieme beslissing van het bestuur, maar de praktijk leert al langer dat Roger Lambrecht alles alleen beslist. Alhoewel de bandenmagnaat nog altijd bijzonder gecharmeerd blijft van Paul Put (en zijn streven naar hoge pressing), nam hij deze keer toch zijn voorzorgen en won hij advies in bij RC Genk, waar ze natuurlijk geen slecht woord kunnen zeggen over hun ex-coach.

In principe heeft Lokeren OV, op slechts een boogscheut van zijn huis, weinig geheimen voor Anthuenis, die om familiale redenen een aanbieding van FC Keulen afsloeg. Hij zal in het Daknamstadion niet snel verloren lopen, want in de jaren zeventig voetbalde hij voor het toenmalige SC Lokeren. Nadien was hij er tussen 1980 en 1993 lang aan de slag als jeugd- en hoofdtrainer. Maar de opdracht waaraan Anthuenis begint, dreigt zwaar uit te vallen. Er is niet alleen de zware erfenis van Muslin, die op korte tijd een pak sympathie oogstte door zijn flair en optimisme, maar ook de druk om een Europees ticket te veroveren. Niet eenvoudig, want het lijkt er sterk op dat Muslin het maximale rendement haalde. De roep om een drietal versterkingen was het eerste signaal van Anthuenis, die net als Put nooit genoeg spelers heeft en die reputatie opnieuw lijkt waar te maken. Bijna dagelijks belde hij voorzitter Lambrecht, omdat er nieuw bloed nodig is om de langdurig geblesseerden Hassan El Mouataz (scheur adductoren), Gunter Van Handenhoven (knie) en Arnar Gretarsson (hiel) te vervangen. Zijn wens werd ingewilligd met de aanwerving van de Belgische Congolees Jean-Paul Kielo-Liezi (21), een beweeglijke rechtsvoetige spits van FCV Dender, en de Guinese international Victor Correa, een snelle linkerflankspeler van Satellite de Guinée.

De roep om een stevige, kopbalsterke targetman ( Cédric Roussel, met wie hij telefoneerde) weerklonk het luidst, zeker nu Aristide Bancé zijn laatste krediet verspeelde en Hakim Bouchouari (die de laatste wedstrijden altijd met inspuitingen speelde) herviel in een knieletsel, waardoor de revelatie van de heenronde minstens een maand niet inzetbaar zal zijn. Daardoor blijft in de spits in principe alleen maar Goran Drulic over, die met het vertrek van Muslin zijn leermeester verloor. De Serviër bezit veel potentieel, maar moet conditioneel sterker worden en dezelfde motivatie blijven behouden.

De Belgische waarden

Eén speler kreeg Anthuenis vorige week dinsdag, bij de hervatting van de trainingen, al ongevraagd voorgeschoteld. Predrag Filipovic, een dertigjarige linksvoetige Serviër met een Belgisch paspoort die overkwam van Roda JC. Sportief manager Willy Verhoost gaf hem een contract tot 2007. De oud-speler van Eendracht Aalst en Lommel kwam via een van de bevriende makelaars van Verhoost. De man heeft ondertussen bijna een derde van de spelers van Lokeren in zijn bestand zitten.

Op die manier krijgt ook de negentienjarige Ivica Jovanovic een maand de kans om zijn kunnen te tonen. “Ik heb een vaag beeld van Filipovic”, sprak Anthuenis. “Hij werd aangeworven vóór mijn komst, maar hij kan alleszins het gebrek aan linksvoetigen oplossen. Blijkbaar is hij technisch goed, zo werd mij verteld, kan hij als middenvelder voor offensieve impulsen zorgen. Maar naar het schijnt speelde hij ook drie jaar als back.” Die uitleg klopt gedeeltelijk. Tot vorig seizoen, onder WiljanVloet, voetbalde Filipovic links in de verdediging, van waar hij vaak mocht oprukken. Dat lukte zo aardig dat PSV een half jaar geleden interesse toonde. Maar de huursom die Roda JC vroeg, lag zo hoog dat Guus Hiddink uiteindelijk Michael Ball weghaalde bij Glasgow Rangers. Sinds afgelopen zomer, toen Huub Stevens de sportieve macht in handen kreeg in Kerkrade, verhuisde Filipovic echter naar de invallersbank. Want de oud-trainer van Schalke 04 en Hertha BSC kiest voor meer zekerheid, met vaste linies, zonder elkaar overlappende spelers. Filipovic, zo redeneerde Stevens, is aanvallend goed, kan in dat opzicht voor een toegevoegde waarde zorgen, maar hij is achterin iets te

kwetsbaar. Daarom gaf Stevens de voorkeur aan onze landgenoot Vincent Lachambre. Waarschijnlijk zal Filipovic meteen als linksachter worden ingezet, omdat Mohama Zanzan Atte-Oudeyi met Togo aan de Afrika Cup deelneemt en de Marokkaan Ali Bouab als linkerverdediger nog niet echt kon overtuigen. Tenzij de rechtsvoetige Michael Van Hoey, veelal depanneur van dienst, zich kan opwerpen tot titularis.

Anthuenis lijkt goed te weten wat hij wil, ook al probeert Verhoost opnieuw op sluwe wijze zogenaamde Afrikaanse talenten aan te prijzen. Als bondscoach hield Anthuenis vaak een pleidooi voor de jeugd : eersteklassers moeten jonge Belgische spelers meer kansen geven. Misschien moet hij nu maar eens zelf het voorbeeld geven en op die manier René Vandereycken, zijn opvolger bij de nationale ploeg, een handje helpen.

Eén ding werd ondertussen duidelijk : de tijd van het biljarten en de geringe trainingsarbeid op het einde van de regeerperiode van Muslin, is voorbij. Anthuenis grijpt liever terug naar de oude Belgische waarden : er moet hard gewerkt worden, de nadruk komt meer te liggen op het fysieke aspect en de duelkracht. Er zullen meer uren worden doorgebracht op het oefenveld. Hij wil scherpte zien, er moet opnieuw gevochten worden voor een basisplaats. “Ik wil nu vooral observeren, pas na de stage in Málaga zal ik misschien wat bijsturen”, zo zei hij voor de afreis naar Spanje.

FRÉDÉRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content