Adrie Koster was vorige week al twee dagen in Brugge, om er het nieuwe seizoen voor te bereiden. Voor Koster is het, op die ene interim-opdracht bij Ajax na, zijn eerste grote job bij een topclub. Vaak coachte hij in de luwte van de middenmoot, of zelfs in de eerste divisie. Kan hij de top aan? Kan hij als opleider ook zorgen voor direct resultaat? Twee Nederlandse stemmen.

Nol Hendriks is de gewezen sterke man van Roda JC en een kenner van het Belgische voetbal (hij woont trouwens in ons land): “Adrie Koster is een heel rustig iemand. Toen hij voor ons werkte, begin jaren negentig, stond hij eigenlijk nog maar aan het begin van zijn trainerscarrière. Inmiddels is hij wel fél geëvolueerd. Na een tijdje ging het niet meer goed bij ons en toen stelden we hem voor om assistent-trainer te worden. Huub Stevens zou het toen overnemen. Wij waardeerden Adrie heel erg, maar hij zag een stap terug toen niet zitten. Daarom vertrok hij. Vorig jaar, nog voor de komst van Harm van Veldhoven, was hij weer in beeld als hoofdcoach. Dat is toen niet doorgegaan.

“Hij kan werken aan de top, anders zal een club als Ajax hem niet halen. Hij heeft even Ajax 1 overgenomen en het is toen zeker niet slechter gegaan. Koster was overal zeer geliefd, hij heeft al die tijd maar eventjes zonder club gezeten. Een keurige, nette trainer die als het even kan met drie spitsen wil spelen. Gedragscijfer negen, altijd. Zoals Club dat wel wil, denk ik. Ze moeten zich daar wel eens bezinnen over waarom het slechter is gegaan. Het Club dat succes haalde, was een ploeg waarin de kleinste speler 1,79 m mat. Een heel sterk, fysiek elftal. Marc Degryse heeft dat veranderd, plots moesten het allemaal kleine spelers worden. Dat werd niks. Club Brugge heeft zijn aard verloochend.”

Marcel Brands is momenteel technisch directeur bij kampioen AZ. Hij haalde Koster in 2005 naar RKC Waalwijk, toen hij daar verantwoordelijke was, maar stapte vervolgens per 1 september op. Brands: “Ik heb Adrie daarom maar kort meegemaakt. Ik zag in hem de ideale opvolger van Erwin Koeman. Hij houdt van verzorgd positiespel, bij voorkeur in 4-3-3. Hij heeft in Nederland nog geen topclub kunnen leiden, maar dat komt omdat hij weinig kansen kreeg. Het is geen grote naam, geen man met een uitstraling van topspeler. Dat speelt in Nederland. Maar het doet niks af van zijn kwaliteiten. RKC had onder hem een voetballende stijl, heel verzorgd. Jol, Koeman, Koster, hij paste helemaal in dat rijtje. De man is een opleider, maar óók een resultaatstrainer.”