Zijn Marokkaanse roots kan en wil hij niet verloochenen. Maar in zijn gedachten bewaart hij een plaatsje voor de nationale ploeg van België. De keuzes van Nordin Jbari, aanvaller van Cercle Brugge.

“Ik had twee grote ambities toen ik naar België terugkeerde”, vertelt Nordin Jbari. “De mensen van Cercle Brugge bewijzen dat ze terecht vertrouwen in mij hebben gesteld. En over een lange periode op een constant niveau presteren, wat me sinds lang niet meer is gelukt. Het is goed begonnen, maar ik loop niet met mijn hoofd in de wolken. Deze ploeg moet zeker nog door een dalletje en niemand kan voorspellen hoe lang die mindere periode zal duren. In afwachting van die dip hebben we toch al de zekerheid van de punten die binnen zijn. Die pakken ze ons niet meer af. Mochten we onze goede periode verder kunnen verlengen, des te beter. Het zou me misschien weer in beeld brengen bij de nationale ploeg. Hoewel : het is bijzonder voorbarig om daarover te spreken. Ik moet nu ook niet beginnen te dromen. Mijn laatste selectie dateert van 1997 en de concurrentie voor een plaats voorin is moordend geworden.”

België of Frankrijk ?

Nordin Jbari : “België, omdat ik er geboren ben en omdat de levenskwaliteit er beter is. Maar op het gebied van voetbal moet je er ook geen bochten omheen maken : Frankrijk heeft een van de sterkste competities van de wereld. En chauvinisme is er geen ijdel begrip. Om je in de pers te laten afbreken, moet je als bekende Franse sporter al een enorme dwaasheid uitsteken. In België staan ze altijd klaar om monumenten om te stoten. Zie maar hoe ze Enzo Scifo en Michel Preud’homme hebben aangepakt toen die trainer werden. Dat Belgisch gebrek aan chauvinisme merk je overigens niet alleen in de sport. Axelle Red is meer een ster in Frankrijk dan bij ons. Dat is toch niet normaal.”

Jerko Tipuric of Lei Clijsters ?

Clijsters. Ik heb voor beide mannen heel veel waardering. Het enige verschil is dat ik Clijster zeer goed ken en dat ik Tipuric pas leer kennen. Bij Gent had ik een zeer goede relatie met Clijsters. Die band is gebleven, we bellen elkaar gemiddeld twee keer per week. Ik kan zeggen dat het beeld dat ze tegenwoordig van Lei in de pers ophangen, langs geen kanten strookt met de werkelijkheid. Ze schilderen hem af als een ongelikte beer, als een knorpot. Dat is volkomen verkeerd. Lei is een komiek eerste klas. We lachen samen wat af, hoor. Hij voelt zich alleen verplicht om zich tegenover de pers anders op te stellen omdat hij het koste wat het kost zijn dochter wil beschermen. Hij is ook niet de manager van Kim, hij is haar vader : dat is iets totaal anders. Soms legt hij ongelukkige verklaringen af, dat is waar. Maar zijn bedoelingen zijn goed. Hij is een uitgesproken vaderlijk figuur.”

Nordin Jbari of Josip Weber ?

(Denkt lang na.) Ik kies voor Weber. Ik heb hem een korte tijd meegemaakt bij Anderlecht. Een grote meneer, ik heb veel respect voor hem. En een uitzonderlijke doelschutter. De geslepenheid van Weber in het strafschopgebied, die zou ik ook willen hebben. Aan de besluitvaardigheid van Weber kan ik vooralsnog niet tippen. Maar ik neem meer dan hij deel aan het spel. Josip dacht alleen maar aan scoren.”

Club Brugge of Cercle Brugge ?

“Cercle. Hier schiet ik met iedereen op : spelers, technische staf, bestuur, supporters. Bij Club heb ik met enkele spelers een goede relatie en met alle supporters. Het probleem was dat het niet klikte tussen Erik Gerets en mij. Met Antoine Vanhove kwam ik redelijk overeen, maar hij heeft me al bij al weinig geholpen toen ik problemen kende. Zonder twijfel omdat hij niks te zeggen had : Gerets besliste alles. Nu goed, ik heb geen enkele rancune.”

Club – Cercle, of Anderlecht – RWDM ?

“Ik voel me nog altijd Brusselaar, mijn hele jeugd speelde zich daar af. Maar ik kies toch voor de Brugse derby. Die heb ik ten minste al gespeeld. Bij Anderlecht heb ik alleen met de invallers tegen RWDM gespeeld.”

België of Marokko ?

“Onmogelijk om tussen die twee te kiezen. Ik ben in België geboren, maar ik kan mijn roots niet verloochenen. Ik vind dat ik een goede mix tussen beide culturen heb gevonden : de open geest en de warmte van de Marokkanen, en de discipline van de Belgen.”

Johan Boskamp of Erik Gerets ?

“Gerets. Een ongelooflijk goede trainer. We hadden een beetje een haat-liefderelatie. Ik waardeerde hem, hij waardeerde mij, toch vlogen we elkaar dikwijls in de haren. Alletwee geen gemakkelijke karakters, hè. Van mijn kant was dat niet verstandig. Uiteindelijk was hij de trainer en ik slechts de speler. Maar sommige dingen kon ik niet over mijn kant laten gaan. De ploeg draaide vierkant tijdens de voorbereiding en Gerets wees vaak naar mij terwijl hij geen woord zei over een type als Robert Spehar. Ik vond dat onrechtvaardig en ik maakte me kwaad. En aangezien hij niet de mens was die onverschillig bleef voor spelers die uitvlogen, zijn er botsingen tussen ons geweest. Maar dat hebben we inmiddels allemaal bijgelegd.

“Over Boskamp heb ik niets te zeggen, dat wil eigenlijk alles zeggen. Hij kon me niet luchten. We hebben nooit ruzie gemaakt. Hoe zouden we, we spraken niet tegen elkaar. Hij liet me enkele keren meetrainen met de A-kern, dat is de enige dienst die hij me heeft bewezen. Mijn veertig doelpunten bij de invallers, dat stelde voor hem kennelijk niets voor. Toen hij een extra aanvaller nodig had, koos hij voor Chris De Witte. Een junior.”

Provocatie of discretie ?

“Dat is geen gemakkelijke. Mijn moeder zegt altijd : ze moeten over je praten, maakt niet uit of het goed of slecht is. Ik probeer discreet te blijven, maar ik val blijkbaar altijd op. Als ik provoceer gebeurt dat nooit met opzet. Het is gewoon sterker dan mezelf. Hebben de mensen dat graag, des te beter. Hebben de mensen dat niet graag, het zij zo.”

Tatoeage of piercing ?

“Tatoeage. Ik heb er een ter hoogte van mijn heup. Het cijfer 18, omdat dat getal me altijd geluk heeft gebracht en ik altijd met dat rugnummer heb gespeeld. En een woord dat ik liever voor mezelf houd, omdat het strikt persoonlijk is.”

Na het scoren : een salto of ontbloot bovenlichaam ?

“Geef mij maar een salto. Ik weet niet waarom ik daarmee ben begonnen, maar ik was alleszins de eerste voetballer in België die zo een doelpunt vierde. Velen hebben me sindsdien geïmiteerd. Ik vind dat sympathiek. Zo’n salto is een uiting van spontane vreugde. Ik doe het niet als ik scoor terwijl het 3-0 voor de tegenstander staat. Ik laat me slechts gaan als mijn doelpunt de ploeg echt iets bijbrengt.”

Mbo of Emile ?

Mpenza. Ze zijn alletwee zo goed. Geef mij maar het inzicht en de techniek van Mbo en de kracht en de snelheid van Emile.”

Doelpunt of assist ?

“Doelpunt. Een aanvaller is altijd een beetje een egoïst. Ik kan me helemaal vinden in de uitspraak van David Trezeguet : ’s morgens, ’s middags, ’s avonds, ik denk de hele tijd aan doelpunten. Ik voetbal om te scoren, dat is duidelijk. Het verschil tussen een goede aanvaller en een gewone is dat de eerste volledig geobsedeerd is door dat doel van de tegenstander. Staat er bij het einde van het seizoen achter de naam van een aanvaller : twee doelpunten, twintig assists – dan zal dat geen euforie veroorzaken. Het is ongelukkig maar het is zo, zo werkt het systeem nu eenmaal.”

Rijsel of Sint-Joost ?

“Ik woon momenteel in Rijsel, maar ik kies meteen voor Sint-Joost. Ik ben er geboren en heb er de eerste jaren van mijn leven doorgebracht, nadien zijn we naar Jette verhuisd. De beste herinneringen aan mijn jeugd bewaar ik aan het Ambiorixplein, op een steenworp van de huidige Europese wijk. We speelden er altijd voetbal, de palen van een basketbalterrein dienden als doelpalen. De Marokkanen tegen de Turken. De Marokkanen wonnen altijd (lacht).”

Champagne of ouzo ?

“Troyes of Saloniki, als ik de vraag goed begrijp. Als drank kies ik champagne, voor het voetbal gaat mijn voorkeur uit naar Saloniki. Ik ben er maar enkele maanden geweest, maar het was een onvergetelijke ervaring. Het voetbal, het leven, de warmte van de mensen en van het klimaat : buitengewoon. Ik werd ook in Troyes goed ontvangen, maar voetbal is mijn leven. Ik kan niet honderd procent positief zijn over een stad waar ik weinig gespeeld heb.”

Osama Bin Laden of de paus ?

“Ik heb eens gezegd dat ik Osama Bin Laden graag zou ontmoeten. Natuurlijk veroordeel ik wat hij heeft gedaan. En ik ben zeker niet gefascineerd door het personage. Maar ik zou hem toch een paar vragen willen stellen. Waarom een miljardair als hij zich zo in de stront heeft gestoken ? Zelfs na de aanslagen op twee Amerikaanse ambassades in Afrika werd hij door de VS beschermd. Waarom heeft hij dan toch nog 11 september georganiseerd ? Andere vraag die ik me stel : waarom hebben de Amerikanen hem niet aangehouden na die eerste aanslagen ? Waarom hebben ze gewacht tot 11 september alvorens de jacht op hem te openen ?”

Engel of duivel ?

“Engel. Omdat ik geloof in een betere toekomst. Je moet de ogen niet afwenden van de realiteit. Er is armoede : in België, Frankrijk, Griekenland, overal. En er zal altijd armoede bestaan. Ik ben geen politicus, maar ik ben ervan overtuigd dat het mogelijk is die toestand te verbeteren. Om nieuwe economische modellen op te starten. Maar de rijke mensen houden dat tegen. Want wie veel heeft, wil altijd nog meer. Waarom helpen de rijke landen de arme niet méér ? Omdat het deugd doet zich beter en rijker te weten. Het zou efficiënter zijn om ziekenhuizen en fabrieken te bouwen dan om tientallen miljoen dollars aan dictators te geven. Maar ze helpen liever tirannen. Ik begrijp hun redenering niet. Als ik jou vijftig euro geef, dan sta je hier over twee weken terug, want je vijftig euro zijn op en je vraagt me opnieuw vijftig euro. Maar als ik je leer hoe je vijftig euro kunt verdienen, dan kun je vooruitgang boeken in het leven. Het klinkt een beetje idealistisch, ik besef het. Maar een mens moet geloven in een betere toekomst.”

door Pierre Danvoye

‘Over Johan Boskamp heb ik niks te zeggen. Dat zegt eigenlijk alles.”Ik geloof in een betere toekomst.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content