Enkele dagen voor de start van de Super League geven Ingrid Vanherle (46) en Tessa Wullaert (23) hun ongezouten mening over de opmars van de Red Flames, de comateuze Belgische competitie en de WAG’s.

Breng Ingrid Vanherle, de eerste vrouwelijke directeur van de Standardacademie, en postergirl Tessa Wullaert samen aan een tafel en je krijgt een interview waar de vonken van af spatten. Wullaert en Vanherle hebben niet veel nodig om op dreef te komen.

Laten we beginnen met een algemene vaststelling: het vrouwenvoetbal in België is achteruit aan het boeren.

INGRID VANHERLE: ‘De BeNe League was een geschenk voor België. We hadden een enorme achterstand op Nederland, we moesten dus heel snel handelen om te kunnen concurreren met de Nederlandse clubs. Bij de oprichting van de BeNe League hebben we de clubs bepaalde zaken opgelegd: een aantal gediplomeerde trainers in dienst hebben, over een goede infrastructuur beschikken en een verplicht aantal trainingen per week organiseren. Op drie jaar tijd was de kloof tussen België en Nederland bijna weggewerkt.’

Had Nederland geen andere agenda dan België?

VANHERLE: ‘De opzet van de BeNe League, zoals de UEFA het ons verkocht had, was nobel: België en Nederland beter maken. Toen de format eindelijk aansloeg, dachten de Nederlanders er geld aan te kunnen verdienen. Toen dat niet mogelijk bleek, hebben ze de stekker eruit getrokken. Door de stopzetting van de BeNe League werden de Belgische clubs tien jaar terug in de tijd gegooid.’

Het gevolg was meteen voelbaar: de afgelopen twee seizoenen verloor de Belgische competitie veel smaakmakers aan buitenlandse clubs. Jij hebt ook het hazenpad gekozen, Tessa.

TESSA WULLAERT: ‘De meisjes voelen dat de nationale ploeg aan het boomen is, maar dat de competitie nog maar weinig voorstelt. Het contrast is véél te groot. De oprichting van een pool voor vrouwelijke talenten binnen de bestaande topsportscholen is een eerste stap in de goede richting. In de BeNe League waren de instapmogelijkheden beperkt voor jonge talenten, nu ligt de lat een pak lager. Maar wil je je ontwikkelen, dan is het buitenland de beste oplossing. In België heb je na enkele jaren alles gezien. Ik heb het gevoel dat mijn collega-internationals zo snel mogelijk hun studie willen afronden om naar het buitenland te gaan. Alleen ben ik van mening dat je voor je achttiende niets te zoeken hebt in een ander land.’

VANHERLE: ‘Tessa en die andere meisjes maken reclame voor het Belgische voetbal. Vroeger lieten scouts ons land links liggen.’

Die scouts pluimen wel de Belgische competitie.

VANHERLE: ‘De Super League is een veredelde jeugdcompetitie geworden met speelsters tussen de 16 en 18 jaar. We gaan dezelfde weg op als de Rode Duivels: je moet de grens oversteken om opgeroepen te worden voor de nationale ploeg. Wie loopt er nu warm voor een competitie met zeven ploegen die vier keer tegen elkaar spelen? De oplossing ligt voor de hand: de Pro League zou alle clubs moeten verplichten om een damesploeg op te richten. Koppel die verplichting aan de licentievoorwaarden of de tv-gelden. Je moet dit soort drastische maatregelen nemen, anders zal het clubvoetbal nooit meer van de grond komen.’

Ontbreekt het aan de top van de voetbalbond niet aan lef? Iemand die op tafel klopt?

VANHERLE: ‘In België hadden we iemand die in het vrouwenvoetbal geloofde: Steven Martens. Hij had het voor vrouwensporten in het algemeen. Je moet iemand hebben die zijn nek durft uit te steken én wil investeren. Want wat gebeurt er nu? Als er gesnoeid moet worden, dan wordt er steeds gekeken naar het budget van de vrouwen, de jeugd en het zaalvoetbal. Iedereen moet beseffen dat vrouwenvoetbal een investering is op lange termijn. Roland Duchâtelet had een plan uitgewerkt op acht jaar. Tijdens die acht jaar zou niemand er een cent aan verdienen. Geduld is de sleutel tot succes bij de vrouwen.’

MANWIJVEN

De Franse tweedeklasser Clermont Foot wordt al twee seizoenen getraind door een vrouwelijke coach. Is het mannenvoetbal klaar voor vrouwen in de kleedkamer?

WULLAERT: ‘Ze staan ervoor open. Maar wellicht denken ze: eerst zien en dan geloven. Het is niet dat ze snakken naar een vrouwelijke trainer.’

VANHERLE: ‘Toen ik nog voetbalde en er kwam iemand mij vertellen dat de training geleid zou worden door een vrouw… (trekt een grimas) Maar ik had een hekel aan mannen die mij op training spaarden omdat ik een vrouw ben. Doe toch gewoon!’

WULLAERT: ‘Mijn voorkeur gaat uit naar een man als hoofdtrainer. Bij Wolfsburg hebben we nu een vrouwelijke T2, maar in mijn carrière heb ik niets anders gekend dan mannelijke trainers.’

VANHERLE: ‘Ik heb bij de nationale ploeg Anne Noë gehad als bondscoach, maar dat klikte niet. Ik blijf erbij: de beste combinatie in het vrouwenvoetbal is een man als hoofdtrainer en een vrouw als assistent. Ik heb daar met Tamara Cassimon, assistent-trainer bij de nationale ploeg, al verhitte discussies over gehad, die is het totaal niet met mij eens. Logisch: zij moet zich als vrouw profileren in de voetbalwereld.’

Waarom zou je de rollen niet kunnen omkeren? Een vrouwelijke coach en een man als luitenant.

WULLAERT: ‘Omdat de man bereid moet zijn om naar een vrouw te luisteren.’

VANHERLE: ‘Ik bekijk het ook pragmatisch: een vrouw kan zonder gêne de kleedkamer binnen wandelen, gemakkelijker contacten onderhouden, luisteren, de coach informeren.’

Jullie bevestigen de oude rolpatronen…

VANHERLE: ‘Het is onzin om iemand aan te nemen omdat het een vrouw is. Als ze beter is dan haar mannelijke collega dan verdient ze uiteraard gekozen te worden.’

Ingrid, jij lanceerde onlangs het idee om het speelveld tien meter korter te maken bij de vrouwen. Zal het vrouwenvoetbal daarmee aantrekkelijker worden?

VANHERLE: ‘Bijna alle sporten hebben zich aangepast aan de vrouwen: in het basketbal hangt de ring lager, in het tennis worden er minder sets gespeeld. Dat is de realiteit. Het voetbal is een van de weinige sporten op hoog niveau die niet heeft bijgestuurd. Wellicht zal ik nu op lange tenen trappen maar in België zijn sommige wedstrijden niet om aan te zien omdat het te lang duurt eer de meisjes het veld hebben overgestoken. Indertijd zagen wij ertegenop om op Sinaai te voetballen, omdat het veld piepklein was. Maar er was altijd spektakel omdat het spel vlot op en af ging. Moet er absoluut gesleuteld worden aan de afmetingen van het veld? Neen. Je kunt bijvoorbeeld ook met lichtere ballen spelen. Dan zouden de crosspasses er nog meer uitkomen. Hieromtrent zou een studie verricht moeten worden over welke verandering het vrouwenvoetbal spectaculairder zou maken. Maar bij elke verandering gaan de vrouwen op hun achterste poten staan. ‘Wij zijn vrouwen, wij kunnen hetzelfde als de mannen!’, hoor je dan roepen. Toen ik er zelf middenin zat, deed ik daar ook aan mee.’

WULLAERT: ‘Als je dergelijke wijzigingen enkel in België doorvoert, dan zullen wij overal uitgelachen worden. Geen enkele vrouw zal daar dus mee instemmen Toen ik dat las, dacht ik: laat ons gerust. Wij zijn even bekwaam als de mannen.’

Om het vrouwenvoetbal in België een nieuw elan te geven moeten jullie eigenlijk met een eigen product komen dat zich onderscheidt van de mannen.

VANHERLE: ‘Ik noem dat de ‘vervrouwelijking’ van het damesvoetbal. Tien jaar geleden bestond de helft van een vrouwenploeg uit breedgeschouderde manwijven met een kort coupke. Verscheen ik vroeger met nagellak of met mijn haar in de perfecte plooi op het veld, dan zou het kot te klein zijn geweest. De geesten zijn gelukkig geëvolueerd. Als toeschouwer zie je toch liever een Tessa over het veld lopen?’

WULLAERT: ‘Vroeger was voetbal en vrouwelijkheid taboe. Maar ik breng geen laagje vernis aan op mijn nagels opdat mensen mij aantrekkelijker zouden vinden. Dat is gewoon wie ik ben. Ik heb zelfs de indruk dat mannelijke voetballers meer met hun uiterlijk bezig zijn dan wij. Ze laten tatoeages zetten, dragen oorbellen, ze nemen zelfs hun eigen kapper mee tijdens uitwedstrijden of grote toernooien.’

VANHERLE: ‘Mannen doen het om op te vallen, wij willen enkel onze sport promoten. Serena Williams is daar het beste voorbeeld van. Op zich is dat geen aantrekkelijke vrouw, maar met haar uitdagende kleren en opvallende haarsnit zet ze het vrouwentennis wel in de picture.’

MAATJE XXS

De Red Flames staan op een zucht van kwalificatie voor het EK volgend jaar in Nederland. Het zou pas de eerste deelname zijn aan een groot toernooi.

WULLAERT: ‘We hebben nog drie punten nodig om zeker te zijn van een EK-ticket. In het ideale scenario winnen we op 15 september in Servië en spelen we vijf dagen later thuis tegen Engeland een galamatch voor de eerste plaats.’

VANHERLE: ‘Wij geraakten in mijn tijd niet verder dan de pre-kwalificatietoernooien. Om maar te zeggen welke hoge vlucht de nationale ploeg heeft genomen de voorbije jaren. Vroeger was er ook talent. Maar die trainden dan twee keer per week of ze werden opgeleid door trainers die geen werk vonden bij de mannen.’

WULLAERT: ‘We staan nog altijd maar 26e op de FIFA-ranglijst. Het gelijkspel in Engeland, tegen een ploeg met enkel profspeelsters, heeft ons wel doen beseffen dat wij een goed figuur kunnen slaan op een EK. Twee jaar geleden zijn we op twee punten van het WK in Canada gestrand, maar achteraf gezien kwam dat toernooi te vroeg.’

In navolging van de Rode Duivels en de Red Lions in het hockey zal het hele land overspoeld worden door het Red Flamesgevoel.

WULLAERT: ‘Ik hoop het. We verdienen alleszins meer aandacht en respect. De vraag is wel: hoelang zal die EK-roes duren en wat levert het de Belgische competitie op?’

VANHERLE: ‘Interesse week je los door sportieve successen. De vrouwen hebben zich nooit voor een EK of WK kunnen plaatsen. Waarom zou er dan iemand geïnteresseerd moeten zijn? We moeten dat calimerocomplex maar eens van ons afgooien. Het helpt niet om te klagen dat niemand komt kijken of dat de wedstrijden niet live op tv komen. Je moet iets te bieden hebben. Halen de Red Flames het EK, dan wordt het een gekkenhuis. En dan is het aan de voetbalbond om daarop in te spelen en de jeugd te sensibiliseren. Het tennis heeft ook veel zieltjes gewonnen dankzij Justine Henin en Kim Clijsters.’

Je kunt de bond niet verwijten dat hij de nationale vrouwenploeg stiefmoederlijk behandelt. De competitie moet wijken voor het EK, de ploeg kreeg een eigen merknaam, een eigen twitteraccount, een perschef… Gaat het eindelijk de goede kant op?

WULLAERT: ‘De voetbalbond heeft begrepen dat de Red Flames een goed product zijn om mee naar buiten te komen. Maar het duurt allemaal zo lang voor we iets gedaan krijgen. We hebben een tijdje moeten zagen om gecentreerde shirts te krijgen of een truitje met maatje XXS. Vroeger moesten we kiezen tussen medium of small. Wat normaal is bij de mannen, is dat niet bij ons. Onze namen staan bijvoorbeeld niet op onze rug. Je naam hebben op je shirt vind ik een soort van erkenning. Voor de mensen in het stadion is het ook makkelijker om gezichten te onthouden. Als we ons kwalificeren moeten we dat erdoor drukken.’

Het wordt volgend jaar in Nederland toch niet een even saai EK als bij de mannen?

WULLAERT: ‘Tactiek is minstens even belangrijk bij de vrouwen. Wij zijn daar ook mee bezig.’

VANHERLE: ‘Met dat verschil dat vrouwen vrijuit kunnen voetballen omdat de financiële impact van een nederlaag bijzonder klein is. Stel dat de Rode Duivels de eerste ronde op het afgelopen EK niet hadden overleefd: hoeveel inkomsten was de voetbalbond dan niet misgelopen?’

Is vrouwenvoetbal spontaner?

VANHERLE: ‘Ik verkies het woord puur. Ze faken niet, schwalbes zijn zeldzaam. Maar vrouwen moeten niet heiliger dan de paus proberen te zijn. Als ik mij moest laten vallen om een penalty te versieren dan deed ik dat.’

PIONIER

Tessa, jij bent wel een van de eerste Belgische vrouwen die goed betaald worden om te voetballen.

WULLAERT: ‘Was Femke Maes niet de eerste?’

VANHERLE: ‘Femke kon daar niet van leven, hoor. Die voetbalde bij Duisburg, maar ze werkte ook halftijds in Duitsland.’

WULLAERT: ‘Femke blijft wel dé referentie in België. Ik vind het best gênant als iemand mij zegt: ‘Schitterend, je bent de eerste Belgische die de finale van de Champions League heeft gehaald!’ Neen, dat was dus Femke. Ik wil niet alle pluimen op mijn hoed steken, snap je?’

Ik zal het anders formuleren: je zult na je carrière een mooie spaarpot hebben dankzij het voetbal. We mogen je dus een pionier van het Belgische voetbal noemen.

WULLAERT: ‘Blijkbaar… (lacht gegeneerd) Toen ik voor Wolfsburg tekende, was het de bedoeling om er wat centen aan over te houden. Anders was ik beter in België gebleven.

DOOR ALAIN ELIASY – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Ik heb de indruk dat mannelijke voetballers meer met hun uiterlijk bezig zijn dan wij.’ – TESSA WULLAERT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content