Club Brugge wil een topploeg zijn, maar denkt als een underdog. Met tien man had het daar op RC Genk nog meer aanleiding toe.

Na dertien speeldagen telt Club Brugge onder Emilio Ferrera vierentwintig punten. Dat zijn er twee meer dan Jan Ceulemans vorig seizoen na evenveel competitiematchen. Ook in het spelniveau heeft de ploeg geen afstand genomen van het verleden. Er wordt nochtans op een veel professioneler manier getraind en geanalyseerd, zodat bezwaarlijk alle kritiek op het Brugse spel in de schoenen van de technische staf kan worden geschoven. De samenstelling van de spelerskern biedt te weinig individuele creativiteit om een gesloten tegenstander te verschalken. Daarenboven biedt de trainer zijn spelers onvoldoende oplossingen om de creativiteit dan maar uit het collectief te halen. In Brugge wordt er vooral getraind op verdedigende automatismen. Verdedigers praten over Ferrera’s aanpak alsof er een heel nieuwe wereld voor hen is opengegaan, maar naar aanvallende automatismen is het zoeken. Duizend manieren, zegt Ferrera, laat hij zijn spelers om aan te vallen. Er één in pompen op training is niet zijn filosofie.

Spitsen die diep staan, flankmiddenvelders die achter hen naar binnen komen, vleugelverdedigers die opkomen en centrale middenvelders die met de centrale verdedigers een vierkant blijven vormen : verticaal en nogal academisch aangebracht spel wil Emilio Ferrera zien, vooral gericht op snelle en hoge recuperatie. Balbezit om het balbezit, Ferrera is er geen liefhebber van. Tegen Charleroi haalde Ferrera aan dat zijn ploeg daarom bewust het initiatief een tijdje aan de tegenstander had gelaten. Club Brugge is in wezen een ploeg van de reactie, niet van de actie, terwijl je van een topploeg toch het tegengestelde zou verwachten. Het maakt van Club tegen mindere tegenstanders een saaie ploeg. Niet geheel toevallig speelde Club Brugge daarom zijn meest bevlogen wedstrijden tegen teams die er zelf voor gingen zoals AA Gent, Anderlecht of Leverkusen.

Met 25 doelpunten is Club Brugge, op Genk na, de productiefste ploeg uit de eerste klasse en met twaalf tegendoelpunten beschikt het (alweer na Genk) over de beste defensie. Slechts één van die twaalf tegendoelpunten incasseerde Club thuis en verliezen deed het daar nog niet : zijn drie nederlagen liep Brugge buitenshuis op. Met dergelijke onweerlegbare statistieken heeft Emilio Ferrera altijd zijn gelijk gestaafd.

Niet zonder gevaar.

De Nederlandse schrijver Godfried Bomans formuleerde wat dat betreft ooit een aforisme over een statisticus die vol vertrouwen door een rivier waadde omdat die volgens de statistieken gemiddeld maar één meter diep was. Hij verdronk.

Verdediging

STIJN STIJNEN

Stijn Stijnen liet zijn prestaties naadloos aansluiten op die van zijn voorganger, Tomislav Butina. Hij kan nog groeien als hij zich ook meer balvast en minder impulsief leert manifesteren op hoge ballen en tussenkomsten buiten de onmiddellijke omgeving van het doel. Soms teert hij immers te veel op zijn goede reflexen of stormt hij, zoals tegen Charleroi, onbehouwen in een charge.

BRIAN PRISKE/OLIVIER DE COCK

Sinds Brian Priske begin dit seizoen werd aangetrokken, luidt voor Olivier De Cock de vraag welke perspectieven hij nog kan hebben in Brugge, een contractverlenging ten spijt. De Cock begon dit seizoen slechts één keer in de basis – op een moment dat Priske er nog niet was. En Brian Priske bracht nog niet wat Club Brugge van een rechtsachter verwacht. De Deen heeft het loopvermogen om over de rechterflank te heersen, maar blinkt niet uit door technische acties om een tegenstander te passeren. Het rendeert meer om hem zonder bal naar voren te laten lopen en dan op het gepaste moment aan te spelen. Tot die automatismen is de ploeg echter nog niet gekomen, met als gevolg dat Priske op bange benen loopt te voetballen : zijn opbouw is slordig en diepgang creëert hij nog maar weinig. Dat gebrek aan vertrouwen levert wisselende prestaties op, zoals onder andere bleek tegen Leverkusen, waar Priske pas in de tweede helft meer initiatief durfde te nemen. De Deen werd in de beker tegen Union als centrale verdediger uitgeprobeerd, waar Emilio Ferrera hem als een waardevol alternatief beschouwt.

BIRGER MAERTENS/ JASON VANDELANNOITE

Birger Maertens kreeg bij het begin van het seizoen van Emilio Ferrera te horen dat hij op Italiaans niveau speelde. Een dichterlijke overdrijving waarmee de trainer zijn vertrouwen behoevende speler goede moed gaf. Maertens zorgt achterin voor de meeste snelheid en de betere voeten : hij kan als het moet naar voren schuiven.

Jason Vandelannoite heeft die kwaliteiten, op de snelheid na, ook : goeie voeten en een stevig lijf, wat van hem een puike centrale verdediger maakt. Alleen presteerde hij – als vanouds, Vandelannoite is een graag geziene gast in het uitgaansleven – op training niet constant genoeg. Dat kwam hem dit seizoen tot zijn woede al eens op een verwijdering uit de wedstrijdkern te staan.

PHILIPPE CLEMENT/ TIMOTHY DREESEN

Timothy Dreesen was bij degradatieploeg Lierse niet gewend met veel ruimte in de rug te spelen zoals dat bij Club Brugge meer het geval is. Hij wordt daarbij gehinderd door zijn gebrek aan wendbaarheid en snelheid en moet daarom nog veel leren : gedecideerder zijn lichaam gebruiken om de tegenstander de pas af te snijden, beter positie kiezen.

Philippe Clement is niet de meest wendbare speler, maar is door zijn gestalte en goed kop- en positiespel behalve in verdedigend opzicht ook belangrijk bij stilstaande fasen voor het doel van de tegenstander : bijna altijd zorgt hij dan voor doelgevaar. Hij compenseert het gebrek aan kopkracht voorin. Over het centrale duo Maertens-Clement bestonden vooraf twijfels inzake mobiliteit, maar Ferrera’s vertrouwen in beide verdedigers is onwrikbaar.

MICHAEL KLUKOWSKI/ IVAN GVOZDENOVIC

Op de linksachter positie kon Ivan Gvozdenovic nog maar weinig de indruk wekken dat hij daar voldoet. De Serviër is veeleer een links midden dan een verdediger en laat dat ook zien : positioneel laat hij zich te gemakkelijk in de luren leggen en ook opbouwend is van hem nog maar nauwelijks dreiging uitgegaan. Eén keer slechts – en met beter gevolg – kon hij in de competitie, op Westerlo, op zijn natuurlijke positie spelen, met Michael Klukowski in de rug. Zijn in juni aflopend contract zal wellicht niet worden verlengd.

Michael Klukowski, herstellende van een knieblessure en op die positie de eerste keus, toonde zich verdedigend sterker, maar kon eigenlijk ook nog niet domineren op de flank.

Middenveld

GAËTAN ENGLEBERT/ GRÉGORY DUFER

Het leidt weinig twijfel dat Grégory Dufer een van de spelers zal zijn die Club Brugge mogen verlaten. Toen hij Charleroi voor Caen inruilde, behoorde de rechtsmidden tot de kern van de Rode Duivels – hij speelde vier interlands en scoorde één keer. Maar dat statuut is hij bij Club Brugge helemaal kwijt geraakt. Viel Koen Daerden geblesseerd of geschorst weg, dan was het doorgaans Gaëtan Englebert die op links ging voetballen en Yulu-Matondo die op rechts in de ploeg kwam. Eén keer slechts haalde Dufer de basis, maar de definitieve omschakeling naar een hoger niveau heeft Dufer nog altijd niet gemaakt.

Ten einde toch nog een plaats in het elftal te vinden voor hem werd voor het seizoen geprobeerd Dufer tot linksachter om te scholen, maar de daarvoor vereiste verdedigende bewegingen bleek hij zich niet meer eigen te kunnen maken. Bovendien, zo brachten testen aan het licht, beschikte hij ook niet over de juiste VO2-max, zeg maar het loopvermogen, om in het systeem van Emilio Ferrera als linksachter te fungeren.

Gaëtan Englebert moet het niet hebben van loopacties langs de flank. Door zijn loopvermogen en positie kiezen tussen de lijnen past het systeem van Emilio Ferrera hem als gegoten. Zijn voordeel is dat hij het met die kwaliteiten ook op links kan als Koen Daerden uitvalt.

SVEN VERMANT/IVAN LEKO

Sven Vermant werd na het stoppen van Gert Verheyen de nieuwe kapitein van Club Brugge. Hij bracht als controlerende middenvelder met zijn vier assists ook al de meeste doelpunten aan.

Ivan Leko heeft een mooie traptechniek, maar past minder in het opjagende voetbal dat Ferrera bij balverlies van zijn centrale middenvelders verwacht.

JONATHAN BLONDEL/ ELRIO VAN HEERDEN

Jonathan Blondel wordt onder Emilio Ferrera geherwaardeerd. Hij dreigde zijn carrière te vergooien, maar blijkt centraal op het middenveld in plaats van op de flank een vaste waarde én speelt met meer positionele beheersing. De reden om hem naar het centrum te halen, was een gebrek aan assists en doelpunten die je van een flankspeler zou verwachten. Centraal moet hij in het systeem van Ferrera die druk minder voelen en rendeert hij dus beter, aldus zijn trainer. Wel is hij met zes gele kaarten nog altijd niet van zijn vaak onbehouwen tussenkomsten verlost.

Elrio Van Heerden, oorspronkelijk een speler voor de rechterflank, had in Kopenhagen problemen om de negentig minuten op niveau vol te maken en kon dat in Brugge ook nog niet laten zien. Hij heeft snelheid, is technisch vaardig, kan één tegen één iemand uitspelen en beschikt over een fraaie doorsteekpass, maar duelkracht en terugvallen bij balverlies, recuperatie kortom, zijn niet zijn sterkste punten.

KOEN DAERDEN

Koen Daerden heeft veel meer kwaliteiten dan hij tot nog toe liet zien bij Club Brugge. Hij speelde een van zijn betere wedstrijden op Sint-Truiden, toevallig een partij waarin hij de vrijheid kreeg om ook meer op de flank te blijven. Maar om op het veld echt Gert Verheyen te vervangen, wordt hij te veel gehinderd door het systeem : als hij naar binnen komt, ontneemt hij zichzelf de ruimte om zijn loopvermogen uit te buiten. Daardoor is hij ook nog niet de aanjager die hij voor de groep kan zijn. Ook hem aanspelen vanuit het centrum verliep nog niet optimaal .

Aanval

BOSKO BALABAN

Bosko Balaban kan, naar binnen komend vanaf de linkerkant, doeltreffend uithalen met zijn rechter. In het begin van de competitie heette het dat de Kroaat collectiever geworden was, maar daar hoor je inmiddels nauwelijks nog iemand over. Hij blijft toch nog altijd een flitsenvoetballer die te traag is voor de échte top. Ofschoon hij vaak onzichtbaar blijft, is Balaban de topschutter van Club Brugge en de man van de meeste assists. Ook al werd hij na een avondje stappen in Kroatië door de trainer één wedstrijd naar de tribune verwezen. Qua psychologische benadering is Balaban overigens moeilijk te doorgronden. Ze zien hem in Brugge soms zonder aanwijsbare aanleiding van het ene moment op het andere van gemoedsgesteldheid wisselen.

SALOU IBRAHIM

Salou Ibrahim speelde bij Zulte Waregem als het enige aflossingspunt voorin, wat hem een grote bewegingsvrijheid gaf. Hij kon bovendien perfect samenspelen met opkomende mensen vanaf de flank, zoals Meert, en van in de rug, zoals Sergeant. Bij Club Brugge moet hij met een vaste man naast zich leren voetballen, in een beperkter actieradius en met minder opkomende mensen en minder ruimte. Dat gaat moeilijker.

KEVIN ROELANDTS

Kevin Roelandts zou volgens de statistieken, aldus Emilio Ferrera, beter renderen als balvaste spits dan als linker- of rechtermiddenvelder. Hij is te statisch in zijn spel om op de flank de tegenstander pijn te doen en krijgt liever de bal in de voeten dan in de diepte gespeeld. Maar hij kon ook in de aanval niet overtuigen en raakte door zijn beschimpende opmerkingen aan het adres van Priske op een supportersavond ook extrasportief uit de gratie.

JEANVION YULU-MATONDO

Yulu-Matondo is de snelste spits van Club, maar wel nog onstuimig. Soms is dat een voordeel, zoals bleek na zijn invalbeurt op Roeselare. Yulu-Matondo scoorde daar in de slotfase nog twee eer reddende doelpunten. Hij kan in de spits spelen, maar veroverde zijn plaats in de ploeg met zijn snelheid vanaf de rechterflank. Hij is met Balaban co-topschutter van de ploeg. Zij vormen dus Brugges productiefste duo.

MANASSEH ISHIAKU

Ishiaku heeft kracht en loopvermogen en kan daar mee wegen op een verdediging, maar mist de finesse om een vlot scorende spits te zijn. Hij creëert als spits kansen, gaat voor de tweede bal, laat dingen gebeuren, maar liet zich ook kennen als blessuregevoelig.

DANIËL CHAVEZ

In de wedstrijden met de reserves en in de voorbereiding toonde Daniël Chavez zich bijzonder efficiënt voor doel, hoewel hij eigenlijk meer een hangende dan een diepe spits is. Chavez kan achter de spitsen een actie opzetten en speelt doordacht. Hij moet nog werken om het niveau op te pikken en viel daarom nog maar twee keer in.

Niet gespeeld

MOUSTAPHA DIALLO/JORN VERMEULEN / GLENN VERBAUWHEDE / YVES LENAERTS / JOOS VALGAEREN

Diallo, Vermeulen, Verbauwhede, Le- naerts noch Valgaeren stonden in de competitie al op het veld. Joos Valgaeren is nog maar eens aan de knie geblesseerd, Moustapha Diallo, een verdedigende middenvelder met loopvermogen, wordt gezien als een aanwerving voor de langere termijn, Jorn Vermeulen, een verdediger-middenvelder uit de jeugd die intrinsiek misschien wel over de beste uithouding van Club Brugge beschikt, heeft tijd nodig. Glenn Verbauwhede mag zich dan naast het veld al eens ongeremd gedragen, de ontwikkeling die de vroeger ook al niet met een grote zelfdiscipline gezegende Logan Bailly bij Genk doormaakte, toont aan dat ook voor Verbauwhede een grote carrière mogelijk moet zijn. Daarbij zal hij zich zeker onder druk gezet voelen door Yves Lenaerts, de als derde doelman gehaalde Limburger die op de Brugse en- tourage indruk maakte door zijn be- roepsernst en rust.

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content