Twintig jaar geleden begon KV Mechelen met Paul Courant aan het meest memorabele seizoen uit zijn geschiedenis. De ex-manager zag hoe de door John Cordier en Aad de Mos geboetseerde club de Europacup voor Bekerwinnaars won. Omdat nostalgie bij geel-rood volop leeft : een duik in het verleden. Een monoloog van Paul Courant, die nog met vertedering praat over de vergulde periode.

Ik heb al vaker ervaren dat toeval alles bepaalt in het leven. Toen ik bij Cercle Brugge speelde, kreeg ik op een gegeven moment een telefoontje van John Cordier, de toenmalige voorzitter van KV Mechelen. Hij vroeg of ik er iets voor voelde om manager te worden bij geel-rood. Ik was vereerd, maar voetbalde nog veel te graag. Mechelen zat bovendien nog in de tweede klasse. Ze hebben toen Fons Bastijns aangesteld. Ik weet niet hoe Cordier bij mij terechtkwam, maar toen ik vier jaar later stopte met voetballen, nam ik zelf de draad weer op met Cordier, via een gemeenschappelijke vriend, ex-minister Gaston Geens. Die komt uit hetzelfde dorp als ik, Kersbeek-Miskom. Zo belandde ik bij KV Mechelen. Aad de Mos zat er toen een jaar. Samen met zijn vriend, de Nederlandse spelersmakelaar Ger Lagendijk, bepaalde hij de sportieve lijn. Ik vergeet nooit de dag dat ik werd voorgesteld aan De Mos. Hij kwam op me af en zei : ‘Ik hoef jou niet.’ Cordier stond erbij en zei niets. Ik voelde me niet echt verdedigd. Dat was wel even slikken, maar De Mos heeft zijn mening heel snel gecorrigeerd.

“Mijn groot geluk is geweest dat ik van John Cordier het volle vertrouwen kreeg. Cordier is één van de sterkste persoonlijkheden die ik ooit in het voetbal tegenkwam. Hij was een echte leider. Hij delegeerde veel, hij luisterde, maar hij nam wel de beslissingen. Cordier was op alle vlakken zijn tijd ver vooruit. Toen ik later naar Anderlecht ging, merkte ik bijvoorbeeld dat KV Mechelen administratief veel verder stond. Er werd toen al met Macintosh gewerkt, terwijl de computer zijn intrede nog niet had gedaan. We profiteerden op dat vlak van de knowhow van Telindus, het bedrijf van Cordier.

“Je moet in het begin natuurlijk wat meeval hebben. Ik heb het nodige respect afgedwongen omdat mijn eerste transfer een schot in de roos was : Eli Ohana. Ik was die via een tip gaan scouten in Israël en zag meteen : die zal KV Mechelen een meerwaarde geven. Ohana was een voetballer met een actie, een artiest voor wie je naar het stadion kwam, een echte vedette. Hij zag er goed uit, bespeelde het publiek. Alleen miste hij wat snelheid, anders was hij een Europese topper geweest. Na de komst van Ohana heb ik alle transfers zelf mogen doen. De Mos had daar geen enkel probleem mee. Eén enkele keer kwam hij na een wedstrijd in de spelersbus naast me zitten. Hij wilde eens praten over een nieuwe spits. Piet den Boer zou niet blijven en De Mos zei me dat hij een naam in zijn hoofd had. Ik dacht zelf ook aan iemand. Toen zei De Mos : ‘Laten we beiden die naam op een briefje schrijven.’ Dat deden we en vervolgens legden we de briefjes samen. Daar stond zowel bij hem als bij mij de naam van John Bosman op. Die hebben we toen via Ger Lagendijk bij Ajax kunnen weghalen. Ze wilden hem daar graag houden, Anderlecht was ook geïnteresseerd, maar Lagendijk bracht hem naar Mechelen. En onder De Mos werd Bosman een veel completere voetballer, een kaatser, hij kwam veel aan de bal, ik vond dat een opmerkelijke ontwikkeling.”

Gevoelig man

“Als trainer was Aad de Mos een onvoorstelbare topper. Op Ernst Happel na heb ik geen enkele trainer gekend van dat niveau. Toen ik De Mos in Mechelen zag werken, dacht ik : ooit gaat die naar een Italiaanse of Spaanse club. Hij dwong ontzag af bij de spelers, ze waren bang van hem, hij stond echt boven de groep. Maar je wist heel goed wat je aan hem had. De Mos communiceerde vaak, dat is een basisvoorwaarde om een goede trainer te zijn. Je kan alleen de polsslag van je groep voelen als je genoeg spreekt, als je je openstelt. Dat deed hij. De Mos praatte veel, maar niet te veel. Zijn aanpak was heel anders dan wat we in België gewoon waren ; heel direct, heel gericht naar het resultaat, kort op de bal spelen bijvoorbeeld, hij was heel vooruitziend, maar wel iemand met een menselijke kant. De Mos wordt wel eens afgeschilderd als een koude en botte man, maar ik vond hem menselijk heel sterk, onder die ruwe façade schuilde er echt een gevoelig man.

“Dat het later met hem als trainer minder is gelopen, daar wil ik me niet over uitlaten. Misschien is het voor hem allemaal wat te snel gegaan. De Mos heeft bij Anderlecht geprobeerd heilige huisjes in te trappen en wie de club kent, weet dat je dat daar niet moet doen. De Mos paste met zijn mentaliteit niet bij Anderlecht. Wel met zijn ideeën, niet met zijn houding.

“De Mos was perfect in staat een groep te vormen en er het maximale uit te persen. Hij werd bij KV Mechelen uitstekend omringd. Door Fi Vanhoof bijvoorbeeld, de stabiele factor in de groep. Vanhoof was de ideale aanvulling bij De Mos ; een voetbalkenner, bescheiden, een werker zonder franjes, met een hart voor de club. Hij heeft voor De Mos het pad geëffend en de hobbeligheden effen gemaakt. En hij had een zekere invloed op De Mos. Alleen tijdens de wedstrijd niet, toen heerste De Mos echt in die dug-out, hij was een van die zeldzame trainers die met een ingreep een wedstrijd kon doen kantelen. In Mechelen werkte hij vooral met spelers die elders om de een of andere manier uit de boot waren gevallen. Dan praatte hij op hen in, hij trok hen als het ware weer recht. Michel Preud’homme was daar het beste voorbeeld van. Bij Standard bleek er voor hem geen toekomst meer te zijn, bij Mechelen groeide hij uit tot de beste keeper van de wereld. Later, toen ik voor Anderlecht werkte, ontmoette ik op het vliegtuig ooit eens Chilavert, die memorabele en excentrieke doelman uit Paraguay. Toen hij hoorde dat ik uit België kwam, begon hij meteen over Preud’homme, aan wie hij zich constant probeerde te spiegelen. Dat vond ik een enorm compliment. KV Mechelen had veel te danken aan Preud’homme, die ieder seizoen minimaal tien punten pakte. Preud’homme pikte heel veel op van De Mos. Als ik zie hoe hij nu bij Standard werkt, dan doet hij me denken aan De Mos. Hij heeft dezelfde zin voor details en denkt vooruit. Dat is iets wat De Mos wel meer spelers heeft meegegeven. Kijk bijvoorbeeld naar Lei Clijsters.

“De Mos was wel extreem bijgelovig. Daar bestaan onvoorstelbare verhalen over. We trokken eens op trainingskamp naar de Canarische eilanden, waar we deelnamen aan het toernooi van Maspalomas. De laatste avond gingen we eten in een restaurant, de bus reed verkeerd en zette ons uiteindelijk af op twee kilometer van dat restaurant. Het jaar daarop wilde De Mos weer precies dezelfde bus en dezelfde chauffeur. Hij verplichtte hem weer verkeerd te rijden, we werden weer afgezet op twee kilometer van dat restaurant. Een andere keer at De Mos de avond voor de Europacupwedstrijd in Minsk met de spelers. Hij wilde dan met rust gelaten worden. Maar er passeerde een ober wat te vaak voor zijn neus. Hij vroeg hem dat niet meer te doen. Daar had die ober geen oren naar. Toen hij nog eens voorbijkwam, nam De Mos een mes en gooide dat naar hem. Die ober kon zich niet snel genoeg uit de voeten maken.”

Whisky

“Die Europese campagne van KV Mechelen, tijdens het seizoen 1987/88, was natuurlijk memorabel. Het begon met een wedstrijd tegen Dynamo Boekarest. Een reis vol organisatorische fouten, de journalisten bleken in een soort cel te slapen. Vervolgens gingen we naar het Schotse Saint Mirren. Op het diner van de club werd er op doedelzakken gespeeld en whisky gedronken, Cordier en de meeste andere bestuursleden kropen naar buiten, onvoorstelbaar dronken. Het waren net studenten. Dan gingen we voor de kwartfinale naar Minsk, het was Siberisch koud, het vliegtuig moest drie dagen aan de grond blijven. In de halve finale vielen we dan op Atalanta Bergamo. Daar speelde Ohana zo sterk dat de Italianen hem wilden kopen. Ze boden meteen 45 miljoen Belgische frank, maar De Mos wilde niet van een transfer horen. Toen we dan in Straatsburg de finale tegen Ajax speelden, nodigde Cordier van elke club waartegen we hadden gespeeld de belangrijkste twee bestuursmensen uit. En ze kwamen allemaal. En dan die wedstrijd tegen Ajax, die actie van Ohana, dat doelpunt van Piet den Boer. Eigenlijk was Ohana het symbool van het succes in een zeer sterke groep, met echte leiders. Vooral Erwin Koeman vervulde een voortrekkersrol, die was meer dan welke andere speler ook met de groep bezig. Een enorme persoonlijkheid. Hij zal zijn weg als trainer nog maken, ook al liep het bij Feyenoord verkeerd, omdat hij te weinig materiaal had. Trouwens, dat Koeman daar zelf is weggegaan, typeert hem.

“Eigenlijk heeft KV Mechelen in die periode enorme dingen gepresteerd. De beker gewonnen, kampioen, maar ook verscheidene grote toernooien in het buitenland. Het Juan Gampertoernooi bijvoorbeeld, in de finale werd Barcelona geklopt. We wonnen ook de Supercup tegen PSV, het PSV met Romario. En dat voor een kleine provincieclub. Ik wil niet in nostalgie verdrinken, maar als je daar nadien op terugkijkt, dat was toch niet niets. Er werden ook schitterende transfers gedaan ; Klas Ingesson bijvoorbeeld, die we voor 27 miljoen Belgische frank aantrokken en twee jaar later hadden kunnen verkopen aan Sampdoria Genua voor 240 miljoen frank. We hebben dat toen niet gedaan. Dat was een enorme fout, maar De Mos wilde Ingesson koste wat het kost houden. En Cordier droomde er toen ook van om van KV Mechelen de absolute nummer één van België te maken. Er waren plannen voor een nieuw stadion, maar ik stond daar heel sceptisch tegenover, zei tegen Cordier dat de club zichzelf niet mocht voorbijlopen.”

Scheldtirade

“Natuurlijk was John Cordier de architect van het succes. Zulke mensen zijn er te weinig in het voetbal. Cordier was een moderne manager. Met, zoals gezegd, heel veel vertrouwen in zijn medewerkers. Mensen die aan de top staan en die kunnen luisteren en delegeren, dat is toch uitzonderlijk ? Maar Cordier kon ook onvoorspelbaar zijn. Ik herinner me een avond dat we met een potentiële sponsor gingen praten. Ikzelf had destijds de nieuwe truien van KV Mechelen uitgetekend, het verticaal gestreepte geel en rood weer vanonder het stof gehaald, omdat ik de identificatie met de supporter belangrijk vind. Op die truien en broeken zie je soms een kakofonie van publiciteit, daar was ik niet voor te vinden. KV Mechelen had toen als hoofdsponsor alleen TV-Blad en op een bepaald moment kwam Eternit, een bedrijf uit de buurt, aankloppen om op de broeken te staan. John Cordier inviteerde die mensen om daarover te praten, ik was daar ook bij, samen met het bestuur van de club. We waren met vijftien mensen.

“We gingen samen eten, het werd een heel gezellige avond, in de beste Mechelse traditie zou ik zeggen. Tussenin werden er zaken gedaan. Eternit, dat handelde in gevel- en bouwplaten, stelde een bedrag van vijf miljoen Belgische frank voor. Dat was toen veel geld. Iedereen deed zijn zegje. Ik hield me een beetje afzijdig, maar uiteindelijk vroeg Cordier aan mij wat ik daarvan dacht. Ik heb dat idee toen afgeschoten, omdat ik vond dat KV Mechelen op dat moment een veel grotere waarde had. Ik zei dat het voor de uitstraling van de club ook niet goed was dat er publiciteit op de broeken zou komen, ik refereerde aan grote clubs zoals AC Milan. Wellicht was ik wat cru, iedereen bleek heel verrast over mijn stelling. Er werd nog wat nagetafeld en toen het gezelschap was vertrokken, vroeg Cordier me om nog even te blijven. Hij heeft me vervolgens zo uitgescholden dat het niet mooi was om te horen. Hij was echt buiten zichzelf van woede, hij vond dat ik het recht niet had om dat idee te kelderen. Het was zo verschrikkelijk dat ik dacht : het is hier voor mij gedaan, morgen krijg ik mijn C4. De volgende ochtend belde Cordier me om zeven uur op. Ik was ervan overtuigd dat hij me zou zeggen dat ik ontslagen was. Maar hij vertelde heel rustig dat hij over alles had nagedacht en dat hij vond dat ik gelijk had : we zouden niet met Eternit in zee gaan. Dat typeerde hem. Later is er wel een overeenkomst gekomen, tegen andere voorwaarden.”

Verkeerde keuze

“Het vertrek van Aad de Mos is natuurlijk een keerpunt geweest. Er waren vijf kandidaten om hem op te volgen : Erik Gerets, Guus Hiddink, Louis van Gaal, Tomislav Ivic en Ruud Krol. Cordier vond dat Van Gaal de beste indruk maakte, maar hij deed hem te veel aan De Mos denken en die was niet bepaald op een nette manier naar Anderlecht vertrokken. Zo viel de keuze op Krol, ik had op dat moment intuïtief alle vertrouwen in hem. Uren had ik met Krol gesproken, hij maakte een erg goede indruk op mij. Alleen : vanaf het moment dat hij voor de groep stond, klapte hij dicht. Dat was echt onbegrijpelijk. Na een paar weken wisten we : dit wordt niets. Na Nieuwjaar hebben we hem ontslagen, na ons trainingskamp in Israël viel hij niet meer te houden. De aanstelling van Krol was een vergissing van mij, dat moet ik toegeven.

“De grootste fout die ik in Mechelen maakte, was dat ik na het vertrek van Cordier toch nog bleef. Op vraag van Cordier trouwens, die erevoorzitter werd. Maar zijn bedrijven kenden problemen, hij kon zich niet meer volop voor KV Mechelen engageren, hij moest een keuze maken. Dat deed hij dan ook. Willy Dussart werd de nieuwe voorzitter. Ik kende hem, vond Dussart een man met moderne ideeën. Maar als je voorzitter wordt, dan is dat natuurlijk een heel ander verhaal. Op een gegeven moment heb ik de eer aan mezelf gehouden. Het verschil met vroeger bleek te groot, spelers vertrokken, het was alsof je in een andere wereld was beland. We zijn sportief nooit echt weggezakt, we eindigden rond de zesde plaats. De fundamenten lagen er nog, maar de ambities waren weg.”

Padvinders

“Ik vind het schitterend dat KV Mechelen weer in de eerste klasse speelt. Ik kan de ploeg absoluut niet inschatten, maar ik hoor van velen dat ze met Peter Maes over een schitterende trainer beschikken. Ik vang op dat zijn naam bij verscheidene clubs valt. Los daarvan leeft de vereniging natuurlijk enorm. KV Mechelen heeft geen mooi stadion, er is geen comfort, maar er is wel een aanhang en dat is en blijft het hoogste goed. Dat een club die de afgelopen jaren zo op de sukkel was, nu zo swingt en bruist, vind ik opmerkelijk. Ik ken geen vereniging met zoveel trouwheid als KV Mechelen. Mijn zoon is 27, hij maakte 20 jaar geleden de successen mee, en gaat nog altijd kijken. En hij is niet alleen. Bovendien is de basis die vroeger werd gelegd, op de een of andere manier overgeleverd. KV Mechelen heeft veel erg jonge supporters. In die zin is KV Mechelen speciaal. Met de resultaten als prachtig erfgoed. En met die Europacupoverwinning in Straatsburg tegen Ajax als absoluut hoogtepunt. Als ik nu nog denk aan het feest in de stad, al die mensen op straat, dan lopen de rillingen nog over mijn rug.

“De vriendschap die bij KV Mechelen hing, was uniek. Iedereen in de ploeg speelde zijn rol. Van de kinesist tot de dokter, Walter Jaspers, een onvoorstelbare entertainer. Ook het bestuur klitte aan mekaar. Er was geen naijver, iedereen werkte voor hetzelfde doel. En als we naar het buitenland gingen, waren we net padvinders. Veel lachen, het clublied aan tafel zingen, het was mijn stijl niet, maar je moet dat in zijn tijd kaderen. Het was het karakter van de club, zeer open, zeer transparant. En Cordier zorgde ervoor dat die groepsgeest bleef, dat het bij iedereen om de club ging en niet om zichzelf, dat kenmerkt de grote leider. John was op alle gebied een uitzonderlijke man. De club kan hem nooit dankbaar genoeg zijn.” S

door Jacques Sys

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content