België heeft een record te pakken: de ‘slechtste club’ in de geschiedenis van de Champions League is een Belgische club. Ziehier waarom Anderlecht weer niet wist door te stoten.

De CL zit erop en daar zullen ze bij Anderlecht niet rouwig om zijn. Paars-wit speelde dinsdag zijn laatste wedstrijd in de wetenschap dat het sowieso als laatste zou eindigen in de groep. Naar jaarlijkse gewoonte bijna. Het lijkt wel het lot van Anderlecht, want in hun vorige vier deelnames in de laatste tien jaar hebben ze het niet beter gedaan. De balans (vóór de wedstrijd tegen Olympiacos) is dramatisch: 29 wedstrijden gespeeld, 2 zeges, 7 gelijke spelen, 20 nederlagen, 19 doelpunten voor en 59 doelpunten tegen.

Er is nog zo’n statistiek die pijn doet aan de ogen. Als we kijken naar de clubs die minstens acht keer hebben deelgenomen aan de CL, doet geen enkele club het slechter dan Anderlecht wat behaalde punten betreft. De andere slechte leerlingen van de Europese klas zijn Glasgow Rangers, Rosenborg, Dinamo Kiev, Spartak Moskou, Galatasaray, Olympiacos, Panathinaikos, PSV en Sjachtar Donjetsk. Als we dan naar het budget van teams zoals Galatasaray en Sjachtar Donjetsk kijken, biedt dat wel enige troost.

We vragen ons af of er nog lichtpuntjes te bespeuren zijn. Een analyse.

Twaalf miljoen

Wat Dinamo Zagreb, BATE Borisov, Braga en Dinamo Kiev gemeen hebben? Die vier clubs incasseerden vorig seizoen als enige nog minder inkomsten uit de Champions League dan Anderlecht. De Brusselse kassa werd gespijsd met exact 13,8 miljoen euro. Dat 27 ploegen (aanzienlijk) meer verdienden, heeft alles te maken met betere resultaten, meer fans en hogere tv-inkomsten.

Voor de CL-campagne die zonet is afgelopen rekende Anderlecht opnieuw op 13 miljoen euro aan inkomsten, maar die lijkt het niet te halen. De premie voor deelname (8,6 miljoen euro) had paars-wit al op zak na het behalen van de landstitel vorig seizoen, maar heel veel wedstrijdpremies (500.000 euro voor een gelijkspel, een miljoen voor een zege) komen daar door de slechte resultaten niet bij. Ook het stadion zat niet bij elke thuiswedstrijd vol. Tegen PSG was er een vol huis (20.000 toeschouwers), maar tegen Benfica (17.000) en Olympiacos (16.000) was dat niet het geval. Best wel opmerkelijk als je weet dat zowel de Portugezen als de Grieken gereputeerde teams zijn en er van beide nationaliteiten flink wat mensen in België wonen. Een blik op de toegangsprijzen verduidelijkt – zeker in vergelijking met de andere CL-teams – het een en ander. De abonnementsprijzen voor de drie thuiswedstrijden (tussen 60 en 195 euro voor de abonnees en tussen 75 en 225 euro voor niet-abonnees, nvdr)bleven nog binnen de perken. De losse tickets werden evenwel al te duur (voor 77 euro gemiddeld) verkocht. Alleen voor Arsenal (112 euro), Barcelona, Pilsen en AC Milan moest je nog meer betalen. Naar een thuiswedstrijd van Real Madrid, Bayern München, Dortmund, Manchester United of Chelsea (41 euro gemiddeld) gaan kijken, was dan weer een stuk goedkoper. En supporters van elk van die clubs mogen iedere keer hopen op een zege van hun favoriete ploeg.

Sommige Anderlechtfans hebben de Champions League geboycot, bij wijze van protest. Ze werden daarin ‘gesteund’ door de gemeente, die de verkoop van tickets op de wedstrijddag had verboden. In de laatste zes CL-thuiswedstrijden speelde Anderlecht slechts tweemaal voor een vol huis, tegen AC Milan en PSG. De directie ziet de oplossing in de vorm van een groter stadion. Hoe meer mensen er binnen kunnen, hoe meer de club de prijzen zou kunnen drukken.

Logica gerespecteerd

Anderlecht heeft geen rol van betekenis kunnen spelen in zijn groep, maar was lang niet de enige club die bijwijlen belachelijk werd gemaakt. In zogoed als elke groep gaan de grootste twee clubs door. Anderlecht heeft het niet beter of slechter gedaan dan Kopenhagen, Pilsen, Steaua Boekarest, Austria Wien, Celtic Glasgow of zelfs Marseille, die nochtans over een iets indrukwekkender budget beschikken. Er is altijd wel een uitzondering die de regel bevestigt, een kleine club die dus toch de tweede ronde haalt. Dit seizoen zou dat bijvoorbeeld FC Basel kunnen zijn, terwijl het budget van de Zwitsers amper groter is dan dat van Anderlecht.

In de ranking van de Europese prestaties zakt Anderlecht elk jaar iets verder weg. Vandaag vinden we de Brusselaars op een 53e plaats terug. Olympiacos staat rond de 40e plaats, terwijl PSG in de top 30 staat en Benfica op een plek bij de eerste 15 prijkt. Het resultaat in de poule van Anderlecht is dan ook niet meer dan logisch. Neem je er dan ook nog eens de budgetten van de respectievelijke tegenstanders bij, dan zie je dat de machtsverhoudingen gerespecteerd werden. Olympiacos heeft immers een budget dat ongeveer even groot is als dat van Anderlecht (40 miljoen), Benfica kan teren op een budget van 80 miljoen, terwijl the sky the limit is voor PSG (400 miljoen).

Ingegooide ruiten

Van sommige spelers werd meer verwacht dan van andere. Van Cheikhou Kouyaté bijvoorbeeld. De Senegalese verdediger had zich in Europa in de kijker kunnen spelen met het oog op een transfer in januari, maar op een goede wedstrijd in Parijs na was het voor Kouyaté (en zijn collega-verdedigers) vooral behelpen geblazen. KostasMitroglou en ZlatanIbrahimovic zullen nog wel even opduiken in zijn nachtmerries. Die andere grote teleurstelling luistert naar de naam Aleksandar Mitrovic. Zowel in de Champions League als in de toppers in de competitie – en eigenlijk ook in de bekerwedstrijden – was hij zogoed als onzichtbaar. Thomas Kaminski wist, ondanks zijn ambitieuze uitspraken, al evenmin te charmeren. En er zijn nog wel een aantal individuele teleurstellingen op te sommen.

Maar er waren ook enkele lichtpuntjes. Zo was er de ontdekking van Fabrice N’Sakala, de bevestiging van Chancel Mbemba en de terugkeer van Anthony Vanden Borre. Dat is al bij al nogal mager, zeker in vergelijking met de campagne van vorig seizoen waarin MassimoBruno en Dennis Praet hun eerste stapjes op het hoogste niveau zetten en Dieumerci Mbokani zich dermate liet opmerken dat het hem een transfer naar Dinamo Kiev opleverde. Dit keer was er niemand die zich echt liet opmerken.

Gevolgen voor de competitie

Noem het een grapje van de kalendercommissie, maar feit is dat Anderlecht vier topwedstrijden in de nasleep van een CL-wedstrijd te verwerken kreeg. De eerste competitietopper op Club Brugge, na het verlies in Benfica (2-0), was een regelrechte catastrofe: 4-0. Ook na de pijnlijke nederlaag tegen Olympiacos (0-3) volgde er een verlieswedstrijd in de competitie, ditmaal tegen Kortrijk (0-1). De 0-5 tegen PSG werd gevolgd door een gelijkspel tegen Standard (1-1). Na het onverhoopte punt in Parijs (1-1) werd er gewonnen van Racing Genk (0-1) en ook Cercle ging voor de bijl (2-1) na de tweede nederlaag tegen Benfica (2-3). Kortom, de CL heeft Anderlecht niet vooruit gebrand, maar ook niet echt parten gespeeld. Lees: Anderlecht had de CL niet nodig om middelmatig te presteren in de competitie.

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content