Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Ibrahim Salou (Club Brugge) en Frédéric Dupré (Standard) zijn al weg, en mogelijk verliest Zulte Waregem ook nog Nathan D’Haemers en Tony Sergeant. Semiprofessionele voetballers stappen uit hun halftijdse statuut en grijpen hun misschien wel laatste kans om zich op het hoogste niveau te tonen. Toch is de West-Vlaamse bekerwinnaar niet van plan zijn semiprofessionalisme af te zweren, zegt trainer Franky Dury : “Wij blijven de weg bewandelen waarvoor we hebben gekozen. Het enige verschil is dat we van avondtrainingen zullen overschakelen op middagtrainingen om drie uur. Als je om halfzes traint, rest er achteraf geen tijd meer voor verzorging. In de winter is het koud, nat en donker : dat is ook niet optimaal.”

Een andere optie, maar een die niet in overweging werd genomen, was om alleen ’s ochtends te trainen, zegt Dury. “Ik heb ooit een studie gezien die zegt dat de ochtend beter is als je maar één keer per dag traint. Onze spelers zouden dan in de namiddag kunnen gaan werken. Maar wij denken dat het beter is dat ze na de training naar huis kunnen. Dus iedere speler die bij ons komt spelen, weet dat er voortaan om 15 uur wordt getraind. En één keer in de week is er om 10 uur ’s ochtends een krachtprogramma. Dit is de visie waar heel de club nog steeds achterstaat. Wij gaan níét naar een profstatuut.”

Voor de Belgische doorsnee-eersteklasser is het de beste oplossing, vermoedt Dury. De moeilijkheid voor Zulte Waregem echter was dat het tot het einde een dubbel programma afwerkte, met competitie en beker van België. Dury : “Zolang je rond de tiende, twaalfde plaats draait en geen beker aan je hoofd hebt, is het goed te doen. Ons probleem was dat we met de top hebben geflirt en dat Marc Degryse, Michel Preud’homme en Wim De Coninck ons op een bepaald moment zelfs een titelkandidaat noemden. Het was mijn taak als trainer om haalbare doelstellingen voorop te blijven stellen. Op het einde was het bobijntje af, de citroen op. We zullen nu UEFA-beker spelen : stel dat we het goed doen, betekent dat opnieuw weekend- en midweekvoetbal. Misschien wordt dat een stap te ver. Om Europa in te duiken denk ik dat een profstatuut nodig is.”

“Mocht er voldoende geld in onze regio zitten dat ons zou toelaten om full prof te gaan, we zouden het waarschijnlijk wel doen”, vervolgt Dury, die zelf een halftijdse jobinvulling zoekt om voortaan vanaf de middag vrij te zijn en zijn trainingen nog beter te kunnen voorbereiden. “Ik ken geen enkele trainer of speler die dat niet wil. Maar wij zijn realistisch. Heusden-Zolder promoveerde als full prof uit de tweede klasse naar eerste en vandaag bestaat het niet meer. Semiprofessionalisme is een goed alternatief, maar ik begrijp ook dat het voor clubs die al jaren professioneel werken, moeilijk is om die stap terug te zetten. Toch denk ik dat wij en Roeselare voorbeelden zijn.”

Dury vindt het een boeiende discussie die door Stefan Késenne en Trudo Dejonghe mee wordt aangezwengeld. “Samen met mijn voorzitter probeer ik het beleid van deze club mee uit te tekenen. In België halen we te weinig uit de sportwetenschap en de economie om onze sport beter te maken. Die verantwoordelijkheid nemen wij wel op. Er is een debat nodig. Mijn indruk is dat semiprofessionalisme een oplossing kan bieden voor bepaalde problemen. Want waarom verdwijnen clubs ? Omdat ze te veel uitgeven en te weinig inkomsten hebben. Bij onze club en met dit beleid gebeurt dat niet.”

Tot slot, deze bedenking, aansluitend bij het standpunt van Késenne : hoeveel méér eigenlijk traint een echte profclub dan Zulte Waregem, als ook daar vaak maar één keer per dag op het veld wordt gestaan ? Dury : “Wij trainen één keer en hebben dan geen tijd voor onzin. Ons devies is : tandje bijsteken. Er komt een stuk mentaliteit bij kijken. Misschien maakt dat wel het verschil.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content