Bernd Stange tekende op 22 november 2002 een contract als bondscoach van Irak. Minder dan drie maanden later verplichtte de ambassade van zijn land hem naar Duitsland terug te keren.

“We zijn op een punt gekomen dat de situatie niet meer kan veranderen. Het heeft geen zin meer dat ik blijf”, verklaarde Bernd Stange (55) vóór hij wegens de oorlogsdreiging naar de Jordaanse hoofdstad Amman vloog. Stange voegde er aan toe dat het de Duitse ambassade in Bagdad was geweest, die hem tot deze stap had aangemaand. “Bovendien,” zei hij, “worden al mijn spelers binnen enkele dagen onder de wapens geroepen. In dat geval heb ik toch geen ploeg meer.”

Stange, één van de laatste bondscoaches van de voormalige DDR, werd na zijn thuiskomst in Jena fel belaagd. Het sensatieblad Bild schilderde hem af als een propagandist van het regime van Saddam Hoessein. Stange zag zich verplicht een geheim telefoonnummer te nemen. De man was al enkele jaren uit beeld verdwenen, toen in oktober vorig jaar bekend raakte dat hij in Bagdad was om er een contract te tekenen met de Irakese voetbalbond. Die telt 4400 leden en wordt voorgezeten door Udai Hoessein, de zoon van de dictator.

Stange was in de zomer al eens op verkenning geweest in Irak. Heel discreet, maar toch lekte het uit. Het nieuws zorgde bijna voor een diplomatiek incident tussen de Verenigde Staten en Duitsland. Op het moment dat duidelijk werd dat bondskanselier Schröder niet meestapte in de Amerikaanse oorlogslogica, doken er foto’s op van Stange die zijn contract ondertekende in het Irakese bondsgebouw. Op de achtergrond was een foto van de dictator te zien. Duitsland stond op zijn kop. De trainers uit de Bundesliga verweten hun collega dat hij de Amerikaanse bondgenoot had verraden. Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en de Duitse voetbalbond onthielden zich van commentaar : voor hen ging het om een privé-zaak.

Voor Stange zelf was er evenmin een vuiltje aan de lucht. “Ik geloof in het olympisch ideaal,” zei hij, “en ik beschouw mezelf als een sportman en een ambassadeur van de vrede. Ik ben naar Irak gekomen omdat het me erg aanspreekt coach te zijn in een land dat bezeten is van voetbal. Op mijn leeftijd krijg ik niet veel aanbiedingen meer als deze. Ik heb niets te maken met het regime en niemand kan me dwingen om politieke standpunten in te nemen. Over de foto die genomen werd toen ik het contract tekende, kan ik kort zijn : ik kon de enige aanwezige fotograaf toch niet vragen het portret van Saddam te verwijderen ?”

Nog vóór Kerstmis ging Stange aan de slag met de zeer jonge olympische ploeg. De aanvoerder daarvan, Nouri Sabri is nog maar 18 en heeft geen internationale ervaring. De Duitse coach bezocht de twintig clubs uit de hoogste klasse en legde contacten met hun trainers en bestuurders. In het Schaab-stadion woonde hij een wedstrijd bij tussen de in luchtafweer gespecialiseerde militairen en het team van de politie, dat al de meeste titels verzamelde. “Het was een potje straatvoetbal,” vond Stange, “maar er zaten wel 50.000 enthousiaste supporters in de tribune. Technisch zijn de spelers relatief sterk, maar tactisch staan ze nergens. En ook atletisch vallen ze te licht uit.”

Vergezeld door een groepje lijfwachten kon hij in een oude Oldsmobile, bestuurd door een chauffeur van de bond, ook andere delen van het land bezoeken, waaronder het antieke Babylonië. Met eigen ogen stelde hij vast hoe dramatisch de toestand in het land is na twaalf jaar handelsembargo door de Verenigde Naties. Gevoetbald wordt er op haast onbespeelbare terreinen vol putten en onkruid. De doelpalen zijn er van ijzer, want aluminium wordt beschouwd als oorlogsmateriaal en mag daarom niet worden ingevoerd. Verzorgers beschikken niet over het meest elementaire materiaal om blessures te behandelen. Na zijn observatieronde stelde Stange een aantal trainingsprogramma’s op, die hij aan de clubtrainers overhandigde. De bond verzekerde hem dat alle clubs binnenkort adequaat materiaal zouden krijgen, onder meer ook om in zaal te trainen. Of het er ondertussen allemaal van gekomen is, is niet duidelijk. Wel had de nieuwe bondscoach al verkregen dat er douches werden gebouwd voor de spelers van de nationale selectie.

Op 10 februari 2003 maande de Duitse ambassade Stange aan zijn suite op de vijftiende verdieping van het Sheratonhotel te verlaten. Daarop keerde de trainer terug naar zijn vrouw Dorothea, een ziekenhuisverpleegster, en zijn zonen Martin en Michael, die niet met hem mee waren gereisd. Bij zijn vertrek uit Bagdad zei hij dat hij een contract heeft tot 2006 en dat hem gevraagd was om terug te keren van zodra de toestand enigszins was opgeklaard. Stange verklaarde dat hij zijn werk graag wilde afmaken en zou proberen het land te plaatsen voor de Olympische Spelen van 2004 en het WK van 2006. Want, besloot hij : “In een land dat constant onder oorlogsdreiging leeft, is het voetbal het enige dat de mensen vertier kan bieden”.

De heisa rond zijn verblijf in Irak heeft ook te maken met het verleden van Bernd Stange als geheim agent van de Oost-Duitse Stasi. Onder het pseudoniem Kurt Wegner bestond zijn opdracht er destijds in om na verplaatsingen naar het buitenland, de namen door te geven van spelers van wie hij vermoedde dat hun geloof in het communisme wankelde. Stange heeft al herhaaldelijk verklaard dat daar in het tijdperk van de Koude Oorlog niets ongewoons aan was, en dat Dynamo Berlijn zelfs geleid werd door Erich Mielke, het toenmalige hoofd van de geheime dienst.

Nu hij geen andere bedoelingen meer heeft dan sportieve, lijkt de politiek voor de tweede keer zijn ambities te zullen doorkruisen. In 1984 kon Bernd Stange wegens een boycot door de communistische landen, niet deelnemen aan de Olympische Spelen van Los Angeles.

door Nicolas Ribaudo

‘Ik kon de fotograaf toch niet vragen het portret van Saddam te verwijderen ?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content