Vijfentwintig jaar geleden verongelukte Ludo Coeck (30). Hij zou net zijn door blessures onderbroken carrière nieuw leven inblazen.

1985 is het jaar waarin George Michael de top 100 aanvoert met Careless Whisper. Het jaar waarin Bernard Hinault voor de vijfde keer de Ronde van Frankrijk wint en het Heizeldrama aan 39 Juventussupporters het leven kost. 1985 is ook het jaar waarin Bob Geldhof in Wembley zijn Live Aidconcert organiseert, Michael Gorbatsjov de nieuwe leider van de Sovjet-Unie wordt en Ronald Reagan aan een tweede ambtstermijn als president van de Verenigde Staten begint. Zure regen domineert de milieuberichtgeving, maar dankzij een van de strengste winters van de eeuw vindt in Friesland wel de Elfstedentocht nog eens plaats.

En in Rumst verongelukt Ludo Coeck.

Op 7 oktober brengt aquaplaning zijn blauwe BMW aan het slippen op de toenmalige E10 richting Brussel, ter hoogte van de afrit Rumst-Duffel. Hij botst op een vrachtwagen en wordt tegen de vangrail gekatapulteerd. Coeck, pas 30 geworden, zal twee dagen in coma liggen, maar een gescheurde lever en een hersenbloeding worden hem op 9 oktober in het AZ van Edegem uiteindelijk fataal.

Ludo Coeck was op weg van zijn appartement aan de Lode Van Berckelaan 173 in Berchem naar een kinesist in Leuven, waar hij een deel van zijn revalidatie doormaakte. Voor de vijfde keer – voor de derde keer aan zijn enkel – had hij zich laten opereren. De trainingen had hij al enige tijd hervat op het Rooi, waar hij als jeugdvoetballer was begonnen, en er groeide weer hoop om zijn carrière te herlanceren. Met een gelegenheidsploeg van de BRT had hij op vrijdagavond al een vriendenwedstrijdje gespeeld.

Maar van échte wedstrijden was hij al een tijd verstoken gebleven: bij het Italiaanse Ascoli kwam hij nooit aan competitievoetbal toe. Coeck was door Inter Milaan uitgeleend met de voorwaarde dat hij terug zou keren als het hem vóór 1 november niet was gelukt in het eerste elftal te spelen. Maar zolang had hij niet op de beslissing over zijn toekomst moeten wachten: in de voorbereiding al bleek dat hij het in een vriendschappelijke wedstrijd amper één helft vol kon houden.

“In Italië kan ik alleen nog voetballen bij Cremonese, de enige vereniging die nog geen twee buitenlanders in dienst heeft. Maar er blijft België. De voetbalgrenzen zijn voor mij open tot 31 december. Die datum speelt in mijn hoofd”, had Coeck aan het begin van zijn vijfde comeback in Sportmagazine van 1 november 1984 gezegd.

Berchem

Ludo Coeck begint zijn carrière bij Berchem Sport, waarvan zijn vader lid is en waar hij alle jeugdreeksen doorloopt. Tot Rik Coppens hem, van zijn trefkracht gecharmeerd, op zestienjarige leeftijd opneemt in de A-kern en in februari 1972 laat debuteren tegen Beringen. ‘Berchem is groot en Coeck een fenomeen’, titelt een krant op 23 april 1972. Van de promotie naar eerste klasse die hij helpt afdwingen, zal hij bij Berchem zelf evenwel niet genieten, want Albert Roosens haalt hem tot woede van de Berchemsupporters na dat ene seizoen in tweede klasse al naar Anderlecht.

Anderlecht en …

Ludo Coeck is dus nog geen 17 jaar als hij naar Anderlecht komt. In “daane kadee”, zoals zijn latere trainer Raymond Goethals hem in Coecks postume biografie omschreef, ziet de Brusselse club een mogelijke opvolger voor Paul Van Himst.

Zijn competitiedebuut in eerste klasse kent Coeck op 26 november 1972 tegen het Standard van Wilfried Van Moer. Maar voor de echte doorbraak is het wachten tot het volgende seizoen: in 1973/74, ontbolstert hij op het middenveld achter de spitsen, én debuteert hij in de nationale ploeg tegen IJsland als linksachter, een positie waar Urbain Braems hem bij Anderlecht eerder al uitspeelde.

Coeck valt op door zijn verre passes en afstandsschoten met links, die, zo werd berekend, de bal met snelheden tot 118,7 kilometer per uur over het veld konden jagen. Als publiekslieveling – “Koekoek, koekoek!” – kende hij dankzij een elegante techniek en balcontrole zijn gelijke niet. Maar hoe sterk Ludo Coeck en Anderlecht Europees ook presteren, de club moet tussen 1973 en 1983 de landstitel wel vijf keer aan Club Brugge, twee keer aan Standard en één keer aan Beveren laten. Een nieuwe trainerswissel dringt zich daarom op: de Nederlander Hans Croon wordt opgevolgd door bondscoach Raymond Goethals, die bij de nationale ploeg wordt vervangen door Guy Thys.

De kiem van Coecks enkelblessure was ondertussen al gezaaid. In 1976, toen hij met Anderlecht tegen West Ham de Europese bekerfinale speelde, zorgde een tackle van Trevor Brooking ervoor dat hij al na 33 minuten moest worden vervangen door Frankie Vercauteren. Coeck, amper 20 jaar op dat moment, moet zich al een eerste keer laten opereren, in Barcelona.

In de verdedigende speelwijze die Anderlecht zich onder Raymond Goethals eigen dient te maken, komt hij steeds minder tot zijn recht, terwijl het bovendien vooral zes Nederlanders en een Deen zijn die naast het veld de dienst uitmaken.

Een conflictje met Guy Thys in de kwalificaties met de nationale ploeg voor het WK in Argentinië in 1978 maakte duidelijk waar het Coeck nog aan ontbrak. België verloor van Nederland en, concludeerde Coeck, België kon zijn WK nu wel vergeten. “Als Coeck de leider van het nationaal elftal wil worden, moet hij zijn instelling veranderen”, had Thys in de pers geantwoord. Wel was zijn wedstrijd tegen Oranje, één helft als middenvelder en één helft als libero, internationaal niet onopgemerkt gebleven.

Toch is het de mogelijkheid van een tweede operatie aan zijn enkel die bij Anderlecht de gesprekken voedt en twee dagen nadat Anderlecht de beker voor bekerwinnaars wint in Parijs (4-0 tegen Austria Wien) laat Coeck ze ook uitvoeren in Barcelona: de Amerikaanse dokter Cabot verwijdert er zwervende stukjes kraakbeen.

Ondertussen is de rol van spelmaker in de ploeg opgeëist door Arie Haan, dankzij de met Nederland gespeelde finale van het WK in Argentinië. Dat geldt ook voor Rensenbrink, die onenigheid krijgt met Coeck omdat hij vindt dat de middenvelders, onder wie Coeck, hun verdedigende rol in dienst van hem en Vercauteren onvoldoende invullen.

Sportief terugvechten wordt er voor Coeck niet gemakkelijker op als hij eerst een spierscheur oploopt tegen Charleroi en daarna op Beerschot in een duel een letsel aan het kraakbeen, de kruis- en gewrichtsbanden van zijn rechterknie oploopt. Weer wordt hij in Barcelona geopereerd.

… de nationale ploeg

Terwijl Urbain Braems bij Anderlecht weer heeft overgenomen van Goethals, werkt de nationale ploeg ondertussen de voorrondes van het EK Italië 80 af. René Vandereycken werpt er zich op als verdedigende middenvelder, tot Coeck zestien maanden na zijn operatie zijn rentree maakt bij de Duivels, waar Guy Thys Van Moer opviste en Coeck naast hem wil uitspelen.

Zover komt het echter niet: op aandringen van Anderlecht onderzoekt dokter Legros van de voetbalbond Coeck. Hij concludeert dat een toernooi voor hem te vroeg komt: Coeck gaat niet mee naar Italië, waar de Rode Duivels uiteindelijk vicekampioen worden.

Coeck vestigt zijn hoop dan maar op de Mundial in Spanje om zijn internationaal palmares gestalte te geven. Bij Anderlecht heeft hij, na zes gemiste landstitels op een rij, inmiddels TomislavIvic als trainer. De Kroaat had Ajax getraind en introduceerde een harder regime met sneller pressievoetbal. Ook het spel van Ludo Coeck evolueerde mee: het werd volwassener, harder.

Zo gebrouilleerd als de relatie met de Nederlanders lijkt geworden, zo bevriend raakt hij als collega-vrijgezel – Coeck is inmiddels gescheiden – met Anderlechts bij de Washington Diplomats gehaalde aanwinst Juan Lozano. Door de komst van Lozano wordt Coeck opnieuw libero.

Nadat hij met Anderlecht tegen Lodz geblesseerd is geraakt en door dokter Martens in Pellenberg voor de tweede keer is geopereerd aan de gewrichtsbanden, wordt de Mundial in Spanje zijn eerste grote toernooi met de Rode Duivels. Ter gelegenheid van de openingswedstrijd tegen Argentinië, waarin Erwin Vandenbergh scoort, laat hij nog van zich spreken doordat hij zijn voetbalschoenen op de hotelkamer is vergeten en ze dankzij een guardia civil een kwartier voor de aftrap pas in zijn bezit krijgt. Maar tegen El Salvador scoort hij met een onhoudbaar afstandsschot, dat samen met de gedeelde blijdschap met Walter Meeuws jarenlang de generiek van Sportweekend siert. Een bij de nationale ploeg zeldzaam doelpunt dat hij later tegen West-Duitsland nog eens zal overdoen.

Maar alle vreugde ten spijt: eens terug bij Anderlecht blijken de wrijvingen met Ivic te ontaarden. De Kroaat verwijt Coeck hem een mes in de rug te hebben gestoken. “Op training en in mijn bijzijn zei hij nooit wat, maar achteraf liep hij echter meteen naar de pers. (…) Die jongen denkt te veel aan zichzelf. En in belangrijke matchen heb je niks aan hem. Coeck werkte tegen”, zei Ivic.

Paul Van Himst wordt trainer en Ludo Coeck gaat naar Italië.

Inter

Aanvankelijk lijkt Ludo Coeck naar AC Milan te zullen gaan. Milan is op dat moment na een schandaal naar de Serie B teruggezet en is weer op weg naar de top. Maar de club besluit uiteindelijk – er rust een beperking op het aantal buitenlanders – voor Erik Gerets te gaan en stadsrivaal Inter meldt zich voor Coeck. In het Novotel in Luxemburg tekent hij een voorcontract van drie jaar. De officiële handtekening, zo heet het, zet hij met het verstrijken van de transferdeadline in zicht, op de motorkap van een taxi in Milaan.

Bij Inter moet hij op het veld een tandem vormen met Hansi Müller, maar met Müller, die alle ballen opeist, klikt het niet zoals de trainer had verwacht en Coeck aardt met zijn verre passes en afstandsschoten moeilijk in het voetbal van Inter. De goede quoteringen die hij vaak in de kranten krijgt ten spijt. Bovendien mist Inter de start van de competitie en staat het na een paar speeldagen onderaan in de rangschikking. Tegen de dag dat de Milanese derby op de kalender staat en Coeck en Gerets onder ruime Belgische persbelangstelling tegen elkaar uit zouden komen, zit Coeck op de bank.

Helemaal verkeken zijn de kansen bij Inter als hij bij een kwalificatie-interland voor het EK in Frankrijk met de Rode Duivels tegen Zwitserland opnieuw op de enkel getrapt wordt en er botsplinters moeten worden verwijderd. Dat gebeurt op aandringen van Inter in Italië bij dokter Boni. Maar helemaal goed voelt de enkel daarna nooit meer aan, zo zei Coeck.

Als Inter vervolgens Karl-Heinz Rumenigge en Liam Brady aantrekt, is het duidelijk dat Coeck en Müller buitenlanders op overschot worden. Coecks interlandcarrière kabbelt ondertussen verder, maar zijn stempel drukken lukt niet meer. Hij verliest de strijd op het middenveld van René Vandereycken – een combinatie van hen beiden kon Thys nooit bekoren – en ondertussen ontbolsterde ook Enzo Scifo. Het EK in Frankrijk slijt hij daardoor deels op de bank.

Terug bij Inter loopt het verhaal van Coeck in Milaan ten einde: Müller wordt uitgeleend aan Como, Coeck aan Ascoli, waar hij nooit aan officiële wedstrijden toekomt en na zijn vijfde operatie terugkeert naar België om aan een zoveelste comeback te werken.

Berchem (bis)

In de biografie ‘Ludo Coeck’ van Louis Van Craen, Luk Luyten en Henk Van Nieuwenhove zegt toenmalig bondscoach Guy Thys: “Als we terugblikken naar die wereldbelofte van 16 jaar, heeft hij de verwachtingen slechts voor 90 procent kunnen inlossen. Maar als je aan de andere kant zijn zware blessures en vele operaties op een rijtje zet, heeft hij meer dan 100 procent uit zijn loopbaan gehaald.”

Foto’s met bijschriften illustreren leven en carrière van de in Berchem geboren speler als dat van een sierlijke en uitbundige persoonlijkheid.

Ludo Coeck, het glas in de hand, lacht naar een potsierlijk grijnzende Elton John, die zijn shirt met rugnummer 10 opengevouwen voor zich houdt.

Ludo Coeck schenkt wijn in het glas van Wilfried Martens, die op de Heizel aan tafel schuift bij de nationale ploeg.

Ludo Coeck schudt koning Boudewijn de hand naast een zelfvoldaan glimlachende Lozano, die op aangeven van Ludo – humor! – tegen de vorst net ‘cider’ in plaats van ‘sire’ heeft gezegd.

Ludo Coeck biljartend met Juan Lozano en op de achtergrond Carl Huybrechts met zijn reportageploeg. Bij een andere gelegenheid zou Huybrechts Coeck ‘An American Gigolo’ laten persifleren en daarmee het dandyachtig imago van de speler cultiveren.

Ludo Coeck en Erik Gerets verenigd achter een bord pasta, met als decor de Milanese Dom.

Het zijn beelden die je weer voor de geest komen terwijl op het kerkhof van Berchem de wegebbende sirene van een ambulance het achteloos gefluister van de Antwerpse Ring doorkrast. Een op steen gedrukt portret van Ludo Coeck, in gestreept voetbalshirt, staart je minzaam lachend aan. Daaronder, het laatste bijschrift:

Als sportman was hij groot

als mens is hij niet te evenaren.

De harde letters leiden de blik over een pot met plastic bloemen naar het identieke graf ernaast, dat van zijn ouders. “Mijn moeder”, zei Suzy Coeck in Voetbalmagazine over de dood van haar broer, “heeft níét kunnen wenen, zij is werkelijk versteend. Vijf jaar later is ze gestorven aan kanker en drie maanden daarna overleed ook mijn vader aan kanker. Ze konden het niet verwerken.”

Ze hadden Ludo in 1960, zeven jaar na Suzy, geboren zien worden. Niet wetend wat het leven hen zou brengen.

door raoul de groote

Het beeld van bon vivant heeft zijn entourage altijd genuanceerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content