Na twee seizoenen zonder titel is de zegehonger in Madrid bijzonder groot. Ook Roberto Carlos, de linksback van Real, zint op revanche.

Met negen seizoenen in het maagdelijke wit van de Koninklijke is de Braziliaan Roberto Carlos ondertussen een ancien in de kern van Real Madrid. Hoewel de aficionados van de club een beetje zijn uitgekeken op hem en hun grenzeloze adoratie veeleer op de nieuwe gezichten in de ploeg richten, blijft Roberto Carlos een spectaculaire speler om volgen. Een speler die bovendien recentelijk zijn Spaans paspoort verkreeg, en dat terwijl Real steeds nadrukkelijker een Braziliaans tintje mee krijgt.

Ditmaal kon Real Madrid een kwalificatieronde voor de Champions League vermijden, in de plaats daarvan werkten jullie een promotietournee af.

Roberto Carlos : “Ja, die was goed. Maar zo’n promotietournee en de daadwerkelijke voorbereiding op het nieuwe seizoen, dat zijn twee verschillende zaken…”

Hoe bedoel je ?

“We trokken vijftien dagen rond in Azië en de Verenigde Staten, maar de voorbereiding – daarmee bedoel ik de doorgedreven trainingen – vond in Spanje plaats.”

Kan je genieten van die lange trips door de verschillende continenten ?

“Ja, waarom niet ? De club wordt er financieel beter van en het is ook goed voor het imago van de spelers zelf. Real Madrid is een aparte ploeg. Bulkend van de grote namen die uit allerlei verschillende landen komen, daarom zijn we zo populair over heel de wereld. Binnen een aantal jaren zal deze club dankzij de marketing de rijkste ter wereld zijn. Voor de spelers vormen deze reizen naar verre bestemmingen een ideale manier om kennis te maken met nieuwe culturen, mentaliteiten en opvoedingsvormen.”

En het product ‘Real Madrid’ moet natuurlijk verkopen…

“Voor ons is het ook een vorm van trots dat voetballiefhebbers die heel ver wonen, China bijvoorbeeld, supporteren voor Real Madrid omdat wij daar spelen. Wij doen eigenlijk niet meer dan ons amuseren door wat voetbal te spelen, maar als je er even bij stil staat, is het wel een opwindende gedachte te weten dat gewoon al onze aanwezigheid zoveel passionele taferelen teweeg brengt aan de andere kant van de aarde. De Chinezen zijn echt gek op ons. Op Real Madrid, maar evenzeer op de Braziliaanse nationale ploeg. Ik heb er met beide teams gespeeld en de erkenning die ik daar voel, stemt mij heel gelukkig.”

Azië wordt steeds meer als een te veroveren werelddeel gezien door de voetbalbusiness. In 2002 kende de Fifa de organisatie van het WK toe aan Japan en Zuid-Korea. Vind je dat een gunstige evolutie ?

“Ik vind dat positief. Ik bewaar erg goede herinneringen aan die kennismaking met de Aziatische cultuur. De stadions en de hotels waren allemaal van hoge kwaliteit, en sportief gezien evolueert het spel van de Aziaten met rasse schreden. Zuid-Korea had een erg goede ploeg, minder technisch dan de rest, maar uiterst snel.”

Zie je jezelf al uitbollen in een van de Aziatische competities ?

“Neen, ik speel bij Real Madrid zolang ik het niveau aan kan, daarna keer ik terug naar mijn geboorteland om er te genieten van een welverdiende fin de carrière.”

Hoe denk je het leven na het voetbal in te vullen ? Ga je de bloemetjes buiten zetten ?

“Ongetwijfeld, ja. Ik speel nu al tien jaar onder een enorme druk. Meer zelfs : ik train met een constante druk. Er komt een moment dat je genoeg krijgt van al dat reizen, van het gedurig moeten luisteren naar anderen en alle andere bijkomstigheden van het spelletje. Daarom zal ik dubbel en dik genieten na mijn carrière.”

Heb je al een datum in gedachte voor je afscheid ?

“Binnen één of twee jaar verlaat ik Real Madrid. Daarna speel ik misschien nog één jaar bij een Braziliaanse club en dan hang ik de schoenen aan de haak.”

Wat betekent dat, trainen onder enorme druk ?

“Trainen zoals bij Real Madrid. Je mag nooit de voet van het gaspedaal halen, je kan je op geen enkel moment een rustpauze veroorloven. Er zwermen zodanig veel journalisten rond de ploeg dat het minste incidentje, de minste misstap uitvergroot wordt. Dat is druk voor de spelers, maar ook voor de trainer, die zijn tactiek of technische werk nooit op een serene manier kan uitvoeren. Alles wat met Real Madrid samenhangt, genereert een enorme druk.”

Is het shirt van Real dragen dan een zware opoffering ?

“Neen, zeker niet, maar die druk zorgt wel voor een minder comfortabel leven. Als er op training bijvoorbeeld een kleine woordenwisseling valt, zijn er veertig journalisten die het gezien of gehoord hebben. Een uur later is dat op elk radiostation het ‘onderwerp van de dag’. Als we op een doordeweekse persconferentie verwijzen naar iets of iemand wordt dat meteen tot ‘onderwerp van de week’ gebombardeerd. Het minste foutje mondt gegarandeerd uit in een probleem.”

Het leven bij Real Madrid valt dus minder gemakkelijk uit dan wij denken ?

“Er hangen een hoop voordelen aan vast, maar gemakkelijk is het niet, neen.”

Een van de voordelen is het loon dat de spelers er opstrijken ?

“Niet zoveel als men denkt. Voetbal is slechts de vijfde of zesde sport inzake betaling van professionele sportbeoefenaars. De basketbalspelers in de NBA, de golfers, de Formule 1-piloten en de tennissers verdienen bijvoorbeeld veel meer dan wij. Er zijn denk ik amper negen of tien voetballers in de wereld die echt fenomenaal verdienen : diegene van wie het imago goed verkoopt en die de publiciteitscarroussel doen draaien.”

Onder hen vinden we nochtans enkele van jouw ploegmaats, de zogenaamde ‘galacticos’.

“Jazeker, het zijn juist die spelers die onze wereldtournees – waar we het daarstraks over hadden – met de ploeg rechtvaardigen. Als de Chinezen of de Japanners zich in grote getalen verplaatsen om ons te komen bekijken, is dat omdat ze de galacticos willen zien. Je mag echter niet vergeten dat de club er ook hard voor gewerkt heeft om het imago van de galacticos te boetseren, Real Madrid plukt nu de vruchten van haar investeringen.”

Weet je hoeveel geld er op je bankrekening staat ?

“Ik denk niet aan geld. Vanaf 1994 of 1995 begon ik goed te verdienen en het is eigenlijk vanaf dan dat de problemen kwamen.”

Problemen ?

“Jazeker, geld verandert alles.”

Bijvoorbeeld ?

“De familie vraagt veel bijstand en de kinderen kosten je stukken van mensen.”

Probeer je je uitgaven binnen de perken te houden ?

“Ik vertrouw op een vriend die mijn zaakjes beheert en regelt, maar ik leef volgens het principe dat wie geld bezit, daar ook maximaal van moet profiteren in het heden. Want de dag dat je richting hemel vertrekt, zijn zij die achter blijven op aarde degenen die van jouw zuurverdiende geld profiteren. Het grote geld is een mooie bonus die ik zeker niet laat liggen, maar ik herhaal : ik probeer me vooral te amuseren met voetbal te spelen.”

Amuseer je dan maar, want er blijft niet veel tijd meer over.

“Dat is waar, ik ben er nu 32 en ik ben toch niet van plan om tot na mijn 35ste te voetballen. Toen ik pas begon, nam ik me voor om minstens tot mijn 37ste te spelen, maar daar ben ik ondertussen van terug gekomen. Er komt te veel bij kijken, zoals al die mensen die denken dat ze alles van voetbal kennen.”

Vooral in Spanje, waar iedereen denkt te kunnen meepraten over voetbal.

“Soms zit ik rustig in een restaurant en komen mensen met me praten, ze vergeten dat ik die voetballer ben en discussiëren honderduit over alles en nog wat. Dikwijls is het dan beter naar hen te luisteren en hen gelijk te geven, zelfs al ben je het niet eens met hen of zitten ze compleet naast de kwestie.”

Wordt er dan bijvoorbeeld gevraagd naar het voortijdige opstappen van José Antonio Camacho begin vorig seizoen ?

“Bijvoorbeeld. De mensen discussiëren en palaveren graag, ook al kennen ze de waarheid niet.”

Wat is dan de waarheid achter het ontslag van Camacho ?

“Persoonlijk vind ik dat hij te overhaast was in zijn beslissing om op te stappen, want de hele ploeg stond nog achter hem. Camacho is een volbloed Madrileen en bij Real Madrid was hij thuis. Bovendien genoot hij de steun van de spelersgroep, maar hij heeft zo zijn karakter en dat moet je respecteren. Het is een intelligente trainer met een hoop kwaliteiten. Zijn vertrek heeft ons, de spelers, ook verrast. Hij heeft ons nooit een uitleg gegeven.”

En wat is volgens jou de reden ?

“Simpel : hij voelde zich hier niet helemaal gelukkig. Het was al de tweede maal dat hij ontslag nam.”

De voorbije zomer vertrok met Luis Figo een goede vriend van jou bij Real. Hij was het beu om zijn broek op de bank te slijten…

“Ja, zijn vertrek was géén verrassing. Luis is een vechter en geboren winnaar, een man van eer. Tot vorig seizoen was hij altijd titularis. Eigenlijk had hij bij zichzelf moeten zeggen dat bankzitter zijn iedereen kan overkomen : Ronaldo, Puskas, Di Stefano, Pélé of mij…”

Het is jou nochtans zelden overkomen.

“Drie of vier keer. Ten tijde van Garcia Ramon.”

Men beweerde toen dat je licht geblesseerd was en niet in staat om honderd procent te geven ?

“Om eerlijk te zijn : het was meer een kwestie van trainerskeuze dan van een blessure.”

Vorig seizoen kreeg je ook wat kritiek, kon die jou raken ?

“De fysieke ongemakken waarmee ik kampte, haalden mijn niveau wat naar beneden. Maar ik denk dat ik de supporters een slechte gewoonte heb aangeleerd.”

Hoezo ?

“Ze zijn het door al die jaren heen gewoon geworden om mij de hele linker-flank te zien afdweilen. Constant van achter naar voor en terug, constant sprinten zonder rustpauze, doelpunten maken en assists geven. De mensen vergaten dat ik in de eerste plaats een verdediger ben. Sommige trainers kleven een mannetje op mij die mij de hele wedstrijd lang volgt. Zoals Bernd Schuster dat vorig seizoen tweemaal met Levante deed. Daardoor kreeg ik weinig ruimte en kon ik niet het spelvolume opdringen zoals gewoonlijk.”

Ben je ontgoocheld over de prestaties van vorig seizoen ?

“Zo cru zou ik het niet stellen. Ik ben een van de anciens in de ploeg en dus draag ik redelijk wat verantwoordelijkheid. Ik heb eigenlijk nog nooit zoveel gelopen als vorig seizoen, alleen scoorde ik minder.”

Op jouw positie heerst er weinig concurrentie, hé.

“Daar heb ik al over gepraat met Raul Bravo. Hij moet meer karaktersterkte tonen en aan maturiteit winnen. Hij mag geen schrik hebben om zijn spel op te dringen, ondanks de kritiek die hij krijgt. Hij moet opnieuw het nodige vertrouwen vinden, het vertrouwen waarmee hij het tot international schopte.”

Is het dan jouw taak om je rechtstreekse concurrent te motiveren ?

“Raul Bravo moet klaar staan op het moment dat ik, om welke reden dan ook, niet in staat ben te spelen.”

In ieder geval heeft de trainer, Wanderley Luxemburgo, een grenzeloos vertrouwen in je ?

“Toen een bestuurslid van de club me om mijn advies vroeg over zijn aanwerving, wist ik meteen dat Real Madrid hem absoluut wilde strikken. Een goede beslissing vind ik, want Luxemburgo is een trainer anders dan de anderen. Hij beschikt over een oneindige voetbalkennis en was lange tijd zelf topspeler. Hij trainde de nationale ploeg en was daar erg succesvol mee. Een trainer in de echte betekenis van het woord.”

Zijn er dan trainers in de valse betekenis van het woord ?

“Ik bedoel maar : onze zegereeks begon vanaf het moment dat hij hier arriveerde, dat is geen toeval. Dat is de vrucht van het dagelijkse werk van Luxemburgo. Hij schrikt voor niets terug en kan met druk om gaan. Trouwens, ik denk dat hij thuis een serieuze konijnenpoot heeft liggen. ( lacht)”

Ondertussen slaat Real Madrid het Braziliaanse pad op. Vanaf 25 augustus komt Robinho de rangen versterken.

“Binnen het seizoen wordt hij de nummer één van de wereld.”

Valt hij fysiek niet wat licht uit ?

“Helemaal niet. Robinho heeft de fysieke structuur van David Beckham. Op korte termijn zal hij op hetzelfde niveau staan als Ronaldo, Ronaldinho en Zinedine Zidane.”

Hij heeft alvast dezelfde achtergrond als jij : zoals de meeste Brazilianen komt hij uit een arm gezin…

“Klopt. Brazilië is nu eenmaal een arm land. Het maandelijkse inkomen van een modaal gezin bedraagt om en bij de tachtig euro. Lula, de nieuwe president, hoopt dat te kunnen optrekken naar honderd euro. Nog altijd niet veel, maar toch al een verbetering. Gelukkig heeft God ons, de Brazilianen, een talent meegegeven : wij kunnen goed voetballen. Voor mijn voetbalcarrière moest ik ook gewoon werken om mijn familie te onderhouden, hoor.”

Wat deed je ?

“Ik werkte op een boerderij. Ik moest koffiebonen verzamelen. Ik was er van overtuigd dat ik professioneel voetballer zou worden, maar ik had geen enkele zekerheid, dus moest ik die job wel aannemen. Uiteindelijk is het allemaal nog goed gekomen.”

Maar in feite heb je je mooiste actie buiten het veld ondernomen. Je adopteerde een ziek kindje.

“Ik heb hem Roberto Carlos gedoopt en hij stelt het goed nu. Ooit schrijf ik een boek met zijn levensverhaal, ik denk dat zoiets de moeite waard zal zijn. Ik heb zeker geen spijt van mijn daad. Het heeft veel moeite gekost, lange dagen zwoegen en lijden, maar het kind nu gezond en wel kunnen zien, is de mooiste beloning. Het moeilijkste is dat ik zo ver van mijn kinderen gescheiden leef. Ik zou hen veel vaker willen spreken, maar dat is niet altijd mogelijk. Dertig dagen per jaar heb ik hen bij mij, als ze vakantie hebben, en dat zijn voor mij altijd de gelukkigste momenten. Ik zou er vandaag meteen nog een kindje bijnemen…”

Juan Carlos Casas

‘Robinho wordt binnen het seizoen de nummer één van de wereld.’

‘De supporters zijn het gewoon geworden om mij de hele linkerflank te zien afdweilen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content