Sef Vergoossen scoutte het afgelopen weekend in Afrika. Eén week geleden, meldde Het Belang van Limburg, zette hij na de gewonnen match Club-Genk maandag op het middaguur een nabespreking op het menu. Die was bepaald kritisch. ‘Misschien iets té’, aldus Vergoossen. ‘Maar toch. Ik vond het nodig even een beroep te doen op hun vermogen tot zelfkritiek. De aanwezige spelers mochten zichzelf een quotering geven tussen ++ en –. Niemand overschatte zichzelf, niemand ging boven +. Heel gewoontjes dus. Terecht, want niemand verdiende beter.’

Bij Genk was men tevreden met de resultaten van het initiatief. Technisch directeur Jos Daerden : “Verrassingen zaten er niet tussen, omdat het niet gaat om goed of slecht spelen, maar je hebt gewoon een aantal dingen afgesproken, zoals je iedere match doet, die horen bij de functie van een speler. Alleen Josip Skoko had zich toch wat minder toebedeeld dan wij in gedachten hadden. Tegen Club Brugge was dat bijvoorbeeld dat de twee spitsen de passlijn naar Timmy Simons moesten afsnijden. En dan komt het erop aan vanuit je taak nooit onder zes te voetballen, zoals we dat noemen. De trainer is daar heel open in. Het is eens een andere manier geweest om aan interactie te doen tussen de trainersstaf en de spelersgroep, want die afwisseling, dat probeer je toch na te streven. De ene keer wordt Pierre Denier daarbij betrokken, de andere keer ik, of de keeperstrainer. Zo had Sef bijvoorbeeld vorige week de tijd en de ruimte om zich individueel met Marco Ingrao bezig te houden. Want je kan wel zeggen dat iedereen erbij hoort, je moet dat op een gegeven moment als trainer ook hard maken. Die variatie maakt het los van de resultaten en de hoera-stemming gewoon prettig werken. Want met bezigheidstherapie alleen kan je niet overleven.”

En wat vinden de spelers er zelf van ? Thomas Chatelle : “In het algemeen hebben de spelers zichzelf de punten gegeven die de waarde van hun prestatie weerspiegelen. Soms zelfs wel een beetje ondermaatse punten. Achteraf hebben we gepraat over die wedstrijd die we op Club Brugge wonnen. De trainer heeft ons bevestigd dat er individueel inderdaad niemand bovenuit stak, niemand een grootse prestatie had geleverd, maar dat we als collectief en zeker in verdedigend opzicht wel goed gepresteerd hadden. De trainer hecht veel belang aan de theorie ná een wedstrijd. Voor mij en de meesten van ons, was het wel iets nieuws, om onszelf op die manier te evalueren. Maar de kracht van deze groep is dat we met veel jonge spelers zitten die toch wel zichzelf kunnen inschatten omdat iedereen van de trainer weet wat hij moet doen en niet moet doen. Hij heeft er stabiliteit en harmonie ingebracht, zodat iedereen op zijn gemak is met de prestaties die we leveren. Zodoende moet hij ook niet veel als scheidsrechter optreden.”

door Raoul De Groote