Standard had veel geld over voor Gonzague Vandooren. Nochtans heeft de jonge aanvaller geen te best seizoen achter de rug bij Lierse.

Als dertigduizend toeschouwers een wedstrijd bijwonen, zijn dat even veel trainers die de partij analyseren en de spelers beooordelen. En aangezien voetbal geen exacte wetenschap is, kan elke mening verdedigd worden. Tijdens de transferperiode worden diezelfde kijkers dan managers. Ze wikken en wegen alle nieuwtjes, gaande van het meest vage gerucht tot de officiële aankondiging van een overstap. Maar unanieme tevredenheid rond een naam is er bijna nooit. Wat te denken van de aanwerving door Standard van Gonzague Vandooren ? In Luik verantwoorden ze zijn komst vanuit het belang dat trainer Michel Preud’homme hecht aan de penetratiekracht in zijn elftal op de flanken. Vandaar dat de Rouches zonder verpinken het kokette sommetje van 50 miljoen frank op tafel legden om zich van de diensten van de 22-jarige aanvaller te verzekeren.

Voor het grote publiek is je overstap een verrassing. Vorig seizoen speelde je bij Lierse slechts 18 wedstrijden.

Gonzague Vandooren : Elke speler heeft in zijn loopbaan wel eens af te rekenen met pech. Vorig seizoen was ik liefst zes keer buiten strijd door een blessure. Ik had onder meer problemen met de knie, brak een vinger en verzwikte mijn enkel. Het is inherent aan mijn manier van spelen. Als ik op het veld sta, zet ik me voor 200 procent in. Dan is het normaal dat je een en ander moet incasseren. Maar mijn spierstelsel is wel heel goed, op dat vlak maak ik me absoluut geen zorgen.

Maar goed, door al die kleine ongemakken kwam ik nooit op kruissnelheid en boekte ik niet de vooruitgang waarop ik bij Lierse had gerekend. Telkens als ik drie wedstrijden had gespeeld, verzeilde ik weer in de ziekenboeg. Vandaar dat ik goed kan begrijpen dat het publiek vindt dat het niet denderend was. Maar zeggen dat ik bij Lierse totaal mislukt ben, klopt niet.

Lierse zelf beleefde trouwens ook een kwakkelseizoen en dat moet het er voor jou niet gemakkelijker op hebben gemaakt.

Klopt. Lierse had niet echt een ploeg meer. Er was weliswaar veel talent, maar het stagneerde en de groepsgeest was niet zoals hij zou moeten zijn. Er waren te veel clans, we trokken niet meer aan hetzelfde zeel. Ik vind het spijtig dat vooral Walter Meeuws daar het slachtoffer van werd. Ik vind hem een correcte man en een heel goede trainer. Hij onderging het lot van elke coach : de resultaten waren er niet, dus mocht hij ook een contractverlening vergeten. Toch blijf ik ervan overtuigd dat we bij de geel-zwarten genoeg talent in huis hadden om in de eerste vijf te eindigen. Op het einde van het seizoen hebben we ons helemaal laten gaan en zo de reputatie van de ploeg op het spel gezet.

Mogen we ook zeggen dat de Antwerpse mentaliteit je niet lag ?

Ik ben niet perfect tweetalig en in mijn contacten met de ploegmaats en de supporters hinderde me dat. Ik moet inderdaad erkennen dat ik me beter thuis voel in het Waalse landsgedeelte.

Standard nam midden mei contact met je op en drie weken later was de overstap in kannen en kruiken. Hoe komt het dat het zo vlot liep ?

Tja, toen ik hoorde dat Standard me wilde, kwam een jongensdroom uit. Ik wilde dat niets of niemand die transfer nog in de weg zou staan. Ik weet natuurlijk ook dat ik heel hard zal moeten werken om mijn plaats af te dwingen bij Standard, maar dat schrikt me niet af. Ik denk ook dat Michel Preud’homme erg op me rekent. Het is nu aan mij om het waar te maken.

En om Ivica Mornar te doen vergeten. Wat bij de fanatieke aanhang van Standard niet gemakkelijk zal zijn.

Ivica Mornar doen vergeten kan ik niet, want dat is een echte ster, terwijl ik dat helemaal niet ben. Eerlijk gezegd, ik denk daar allemaal niet veel aan.

Lierse had je aangetrokken als spits, maar bij Standard zal je op het middenveld moeten spelen. Hoe kijk je daar tegen aan ?

De gesprekken met Michel Preud’homme leerden me inderdaad hoe hij me wil gebruiken en wat hij van me verwacht. Het is de bedoeling dat ik links op het middenveld evolueer. Ik heb daar geen moeite mee, want ook bij Moeskroen heb ik die positie al bekleed. Ik moet alleen tijd krijgen om de juiste automatismen te kweken. Iedere nieuweling heeft een aanpassingsperiode nodig.

Sclessin is voor jou niet helemaal onbekend terrein.

Ik ken Daniel Van Buyten en Laurent Wuillot. De eerste via de nationale beloftenploeg toen we daar samenspeelden, de tweede omdat hij getrouwd is met de zus van Marco Casto, die een goede vriend is. Maar dat ik die jongens ken, heeft geen belang. Heel het leven is een aaneenschakeling van komen en gaan. De overstap van het laatste jaar van de lagere school naar de humaniora is ook niet van de poes, en als je als kind voor het eerst op vakantiekamp gaat, kom je ook in een nieuwe omgeving terecht.

En Eric Van Meir ken je toch ook ?

Natuurlijk. Ik vind de komst van Eric Van Meir een heel goede zaak. Hij doet me een beetje denken aan Gordan Vidovic. Men verwijt Van Meir vaak zijn tekort aan snelheid, maar hij compenseert dat met zijn ervaring en intelligentie. In het strafschopgebied heeft hij een enorme présence. Defensief is hij een rots in de branding, offensief zorgt hij altijd voor gevaar. Wie hem kent, weet dat hij enorm gemotiveerd zal zijn om op Sclessin te tonen wat hij waard is. En geloof me vrij : als hij gemotiveerd is, kan hij veel.

Het moet ook leuk voor je zijn dat je straks opnieuw van Europees voetbal mag proeven ?

Eigenlijk voor het eerst. Destijds speelden we met Moeskroen onze thuiswedstrijd niet op eigen veld, en tegen Metz lagen we er in de eerste ronde al uit. Nu zal ik echt ontdekken wat Europees voetbal betekent, daar ben ik blij om. Op Sclessin wacht de tegenstanders vast een hel. Ik ben zeker dat de supporters voor een ongelooflijke ambiance zullen zorgen. Trouwens, de fans van Standard vind ik gewoon de beste van het land. Die van Moeskroen konden ook voor veel sfeer zorgen, maar het ging er toch gemoedelijker toe dan hier. Ik zal eens iets bekennen : als ik met Moeskroen of met Lierse op Sclessin moest spelen, had ik schrik. Ik herinner me dat Marco Casto me op het veld eens iets zegde, maar dat ik er niets van verstond omdat het publiek zoveel lawaai maakte. Zo’n fanatiek publiek, volgens mij moet dat een speler vleugels geven.

Beschouw je Standard ook als een springplank naar de nationale ploeg ?

Bwah… Ik plan niets. Ik neem het leven zoals het komt. Het shirt van de Rode Duivels aantrekken kan om het even wanneer gebeuren. Nu of later of nooit. We zien wel.

Je geeft soms de indruk dat je het voetbal een beetje vanop een afstand bekijkt. In dat opzicht verschil je sterk van je meeste collega’s.

Dat vind ik een compliment. Ik ben echt gek van voetbal, maar dan wel van het spelletje zelf. Niet van alles wat er rond hangt. De kranten lees ik niet en knipsels over mezelf hou ik al helemaal niet bij. Enkel wat op de grasmat gebeurt, interesseert me. Daar moet je je als speler amuseren, alles geven en ervoor zorgen dat de mensen die komen kijken er plezier aan beleven.

Het is moeilijk om niet een beetje anders te zijn dan de anderen met een voornaam als Gonzague.

Dat is nogal origineel, hé. Maar ik heb wel geluk gehad, want het had even goed Gaston kunnen zijn. Mijn twee broers heten Gauthier en Guillaume en mijn ouders wilden voor hun derde zoon ook een naam die met een G begint. Ik vind mijn naam in ieder geval heel leuk. Het is er een die men niet zo snel vergeet.

door Daniel Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content