Sinds vorige zomer is Jean-Pierre Detrem- merie alleen nog erevoorzitter van Ex- celsior Moeskroen. ‘Het is goed dat ik uit het voetbal gestapt ben.’

Herboren voelt hij zich. In niets herinnert Jean-Pierre Detremmerie (65) nog aan de man die hij was toen hij vorig jaar afhaakte als voorzitter van Excelsior Moeskroen. Toen maakte hij een totaal uitgebluste indruk. Elk gebaar, elk woord verried twijfel en teleurstelling. Intussen heeft de burgemeester van Moeskroen zijn geestdrift en optimisme hervonden. Een monoloog.

Jean-Pierre Detremmerie : “Het was hoog tijd dat ik uit de voetbalclub stapte. Misschien had ik het één of twee jaar eerder moeten doen, maar ik moest eerst goede opvolgers vinden. Het is een goede zaak dat ik ermee opgehouden ben. Ook voor de club. Indien ik had voortgedaan, had ik geriskeerd om tot het einde van mijn krachten te gaan, en dat had zich tegen de club kunnen keren. Ik heb al die jaren ook niet voor de club gevochten om ze na mijn vertrek in elkaar te zien storten. Dat zou van hovaardigheid getuigen.

“Zovele jaren heb ik mijn functie van parlementslid gecombineerd met mijn werk als burgemeester van Moeskroen en mijn functie van voorzitter van Excelsior. Ik heb 35 jaar alles gegeven zonder me ook maar één moment te sparen. Ineens kreeg ik daar de terugslag van. De burn-out kwam vol in mijn gezicht terecht, het voelde aan als een mokerslag. Het was verschrikkelijk, het heeft me maanden gekost om ervan te recupereren. Ik kon geen spatje stress meer aan, ik raakte overstuur van het geringste probleempje. Meerdere nachten kon ik geen oog dichtdoen. De batterijen waren plat. Vroeger kon ik vijftien of zelfs twintig uur per dag werken, en plotseling had ik geen greintje energie meer.

“Jaar na jaar stelde ik vast dat het werk van voorzitter van een profclub almaar gecompliceerder werd. Dat heeft aan mij gevreten. De financiële problemen, de ondankbaarheid van bepaalde personen, het plat opportunisme van sommige voetballers : de voorzitter van een voetbalclub heeft het tegenwoordig niet onder de markt. Het zou veel eenvoudiger zijn, mochten er in het voetbal alleen mensen van het genre Steve Dugardein, Olivier Besengez, Alex Teklak of Francky Vandendriessche rondlopen. Helaas vormt dit soort prachtige figuren de uitzondering.”

Essentie van het leven

Jean-Pierre Detremmerie : “Als ik denk aan het leven dat ik mijn gezin heb opgedrongen, krijg ik last van mijn geweten. Ik was altijd een afwezige echtgenoot en vader. Zonder mijn vrouwen waren mijn kinderen opgegroeid als wezen. Ik had nochtans gezworen dat mijn kinderen niet zouden beleven wat ik zelf had meegemaakt : ik heb mijn vader verloren toen ik 7 jaar was en mijn moeder toen ik 10 jaar was. Als ik me er rekenschap van geef dat ik mijn kleinkinderen beter ken dan mijn kinderen, dan besef ik dat ik de essentie van het leven heb gemist. Het gebeurde dat ik in een maand tijd geen enkele keer met mijn gezin at. Een belangrijk deel van mijn missie als mens heb ik verwaarloosd en daar zal ik altijd spijt over voelen. Dat besef overviel me als een shock toen ik mijn oudste zoon trouwde. Ik stond daar tegenover hem in de trouwzaal van het stadhuis en het drong als een klap tot me door dat ik hem eigenlijk niet kende. Tegenwoordig probeer ik een deel van die verloren tijd goed te maken, maar daar is het wel een beetje laat voor. Ik probeer zoveel mogelijk tijd met mijn kinderen en kleinkinderen door te brengen en ik trek talrijke uren uit om te gaan bidden bij de benedictijnen in Tourcoing. Ik geloof dat ik een zeker evenwicht heb teruggevonden. Dat doet goed in je hoofd.”

Gemeentelijk geld

Jean Pierre Detremmerie : “Ik lees dat ik bij de club nog altijd aan alle touwtjes zou trekken. Een grotere leugen bestaat niet. Ik woon de thuiswedstrijden bij en soms ga ik ook mee op verplaatsing. Maar voor de rest krijgen de directie, de technische staf en de spelers me nooit te zien. Ik verbied mezelf om geregeld op le Canonnier te passeren. En dat doe ik meer vanuit de behoefte om me correct op te stellen tegenover mijn opvolger dan vanuit een gebrek aan belangstelling. Mijn opvolger, Edward Van Daele, is een opmerkelijke man. Ik wil het nieuwe bestuur het maximum aan autonomie gunnen, ik vermijd het zelfs om advies te geven.

“Ik ga ook niet akkoord wanneer men beweert dat de politiek Excelsior te veel heeft geholpen. Het gemiddelde gemeentelijk budget dat in Wallonië aan sport wordt gespendeerd, schommelt rond de 2,4 procent. Bij Charleroi ligt dat tussen 4 en 5 procent. Voor Moeskroen is dat 6 procent. Is dat te veel ? Nee. Ik zou zelfs meer geld aan sport willen uitgeven.

“Bij de vorige verkiezingen op federaal niveau werd ik niet verkozen. Een gevolg van een combine tussen Bergen en Charleroi. Ik tel binnen de CDH niet alleen vrienden. Ik ben altijd op mijn vrijheid gesteld geweest en dat heeft veel mensen gestoord. Maar constant voor de volle honderd procent de partijlijn volgen zou een verarming van het politieke leven opleveren. Gedurende meer dan twintig jaar was ik volksvertegenwoordiger en ik ben tevreden over de balans. Mijn zetel in het Waalse parlement was nog vacant, maar die heb ik afgestaan. Er blijft alleen nog het lokale politieke niveau over. Ik ben bezig aan mijn 27ste jaar als burgemeester van Moeskroen en daarvoor was ik nog eens drie jaar schepen voor Sport. Ik kreeg in Moeskroen zevenduizend voorkeurstemmen : een record voor deze stad en ik ben ervan overtuigd dat dit record nooit gebroken zal worden. Ik weet niet welk beeld de mensen hier van mij hebben, maar ik weet wel dat ik altijd mijn best heb gedaan. Ik denk dat ik aan de stad heb teruggegeven, wat de stad aan mij heeft gegeven. Ik heb genoten van de openbare bijstand, het is bijvoorbeeld de gemeenschap die mijn studies heeft betaald. Ik hoop dat ik in ruil de gemeenschap goed heb gediend.”

Buitenlanders

Jean-Pierre Detremmerie : “Ik zou de club alleszins aanraden minder buitenlanders aan te trekken. De buitenlanders, dat is een van de meest ondankbare kanten van het voetbal. De club is op een bepaald moment die weg ingeslagen in plaats van verder de vruchten van het werk van ons opleidingscentrum Futurosport te plukken. Dat betreur ik. Futurosport had net zijn kruissnelheid bereikt en Philippe Saint-Jean leverde schitterend werk als baas van dat centrum. Hij had het ideale profiel voor die functie. Jammer genoeg koesterde hij zelf de ambitie om de eerste ploeg te trainen. Tegenwoordig heeft Jean-Louis Losveld de leiding over Futurosport. Ik geloof in hem. Als men vertrouwen in hem stelt, is de club vertrokken voor een interessante periode waarin ze weer kan aanknopen met de waarden en de sfeer van weleer. Het is belangrijk voor de club om haar regionale identiteit terug te vinden. Club Brugge en Zulte Waregem geven op dat vlak het voorbeeld. Die clubs trekken wel buitenlanders aan, maar doen ook systematisch een beroep op spelers die ze zelf hebben gevormd en op Belgen. Daardoor brengen ze evenwicht in hun spelerskern. Wanneer een club een heel vreemdelingenlegioen inzet, verliest ze haar ziel.

“De thuismatch tegen Racing Genk vorig seizoen heeft me bevestigd in mijn idee dat de daling van het gemiddelde aantal toeschouwers in de eerste plaats wordt veroorzaakt door de prijs van de tickets. Die dag konden de mensen binnen voor één euro en er waren achtduizend toeschouwers. Natuurlijk raakt een deel van onze potentiële supporters ontmoedigd door de slechte resultaten, maar dat ze wegblijven heeft veeleer een financiële verklaring. Het stoort me dat kandidaat-toeschouwers thuis blijven omdat ze de middelen niet hebben om naar het voetbal te gaan. Ik ben er zeker van dat we het stadion weer gevuld krijgen als we de prijzen doen dalen.

Het schandaal

Jean-Pierre Detremmerie : “Ik was geschandaliseerd toen ik vernam dat de achttien voorzitters van de clubs uit de eerste klasse zich vorig seizoen bij de voetbalbond engageerden om de resultaten niet aan te vechten. Hoe kan je nu zoiets beloven op een moment dat men niet eens de volle waarheid over alle vervalste wedstrijden heeft ontdekt ? Als nog mocht blijken dat Moeskroen door vervalste matchen gedupeerd is geworden, dan zal ik de stad vragen om te reageren en een klacht neer te leggen. Want een voetbalclub is niet van één man, maar behoort de hele stad en regio toe.”

PIERRE DANVOYE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content