In de eerste drie wedstrijden van Denemarken scoorde Jon Dahl Tomasson drie keer. ‘De moeilijkheidsgraad van het Italiaanse voetbal heeft me vooruit geholpen.’

Ineens waren de schutters daar ! Aanvankelijk slopen ze op de toppen van hun tenen door het toernooi. Maar in de beslissende wedstrijden van de eerste ronde sloegen ze toe. Thierry Henry sleurde Frankrijk over Zwitserland met twee goals, Ruud van Nistelrooy trof twee keer raak tegen de Letten en hielp Oranje in de volgende ronde, Wayne Rooney realiseerde een dubbelslag en lag aan de basis van de Engelse remonte tegen Kroatië.

En de Deen Jon Dahl Tomasson tekende voor twee treffers in de wedstrijd tegen Zweden, die straks mogelijk de geschiedenis ingaat als de beruchtste match van het EK 2004. Twee goals van uiteenlopende makelij overigens : de eerste met een strak lobschot dat de Zweedse doelman Andreas Isaksson als verlamd aan de grond nagelde, de tweede een droge knal na een slordig ontzetten van de Zweedse achterhoede. Niet weinig waarnemers beoordeelden het eerste doelpunt als het mooiste van het toernooi tot dusver. Mede door de pracht van dat doelpunt werd Tomasson aangeduid als beste speler van de match.

Hij bleef er achteraf bescheiden bij. ‘Bij zo’n doelpunt hoort altijd een ruime dosis geluk. Eerlijk, ik had niet gezien dat de doelman wat uit zijn doel stond. De voorzet van Ebbe Sand was gewoon perfect. Ik probeerde die lob omdat ik dacht : in die stromende regen heeft Isaksson het misschien moeilijk met zijn detente. Geluk kwam ook om de hoek kijken bij mijn tweede goal. Ik kon gebruikmaken van de aarzelingen van de Zweedse verdediging die verzuimde die bal weg te keilen. Om het even welke speler had in die omstandigheden even gemakkelijk gescoord als ik. Veel verdienste heb ik niet aan de twee doelpunten, vind ik. Dan beleefde ik veel meer plezier aan de assist die ik in de wedstrijd tegen Bulgarije gaf aan Jesper Grønkjær. Na een dubbelpass met mij kon hij scoren. Rekening houdend met wat hij de laatste tijd allemaal heeft meegemaakt – het overlijden van zijn moeder – hecht ik meer waarde aan die voorzet dan aan mijn twee doelpunten tegen Zweden en mijn goal tegen Bulgarije. ‘

De uitspraak tekent Jon Dahl Tomasson. Liever de nadruk leggen op een daad van dienstbaarheid : tevreden als hij iemand heeft kunnen helpen, dankbaar als iemand hem heeft geholpen. Zichzelf zet de Deen bij voorkeur niet in het licht van de schijnwerpers. Als gevolg van die bescheidenheid mist Tomasson de aura van een Thierry Henry of Ruud van Nistelrooy. Dat is bizar, bij een statistische vergelijking met deze goleadors hoeft Tomasson niet te blozen, wel integendeel. Het is, mogelijk als gevolg van zijn eigen discretie daarover, in de vergeethoek geraakt, maar Tomasson eindigde het WK 2002 in Japan en Zuid-Korea als op één na beste doelschutter. Natuurlijk ogen zijn vier goals bleek in vergelijking met de acht doelpunten die topschutter Ronaldo in Azië in het mandje legde. Maar in rekening moet worden gebracht dat de Braziliaan tot en met de laatste wedstrijd van dat WK speelde, terwijl het WK-avontuur voor Tomasson ophield bij de achtste finales. Maar in de groepswedstrijden had Tomasson telkens gescoord : twee keer tegen Uruguay en één keer tegen Senegal en Frankrijk. In totaal kwam de Deen dus aan één doelpunt per WK-match. Een gemiddelde dat hem een lucratieve transfer naar AC Milan bezorgde.

Het was voor de toen 25-jarige Jon Dahl Tomasson niet de eerste keer dat hij van buitenlands voetbal proefde. In 1994 al had hij – toen nog een tiener – zijn vaderland verlaten. Hij kwam toen terecht bij het Nederlandse Heerenveen. Tomasson werkte er onder de hoede van trainer Foppe de Haan, die in de context van dezelfde club ook de ruwe kanten van de diamant genaamd Ruud van Nistelrooy wegvijlde.

Een spoor van vernieling trok Jon Dahl Tomasson door Nederland : in 200 wedstrijden maakte hij liefst 92 doelpunten. Heerenveen (van 1994 tot 1997) en Feyenoord (van 1998 tot 2002) vaarden er wel bij. Tussendoor verbleef Tomasson één seizoen lang bij Newcastle, maar daar liet hij geen onvergetelijke indruk. Hij kwam daar binnen het bestek van 23 wedstrijden niet verder dan drie doelpunten. Over zijn Engelse passage zegt hij : ‘Ik had daar een dubbele uitdaging. Me aanpassen aan het Engelse voetbal en een legende als Alan Shearer – langdurig geblesseerd tijdens die campagne – doen vergeten. Ik ben daar niet in geslaagd, ik moet daar eerlijk in blijven. Het heeft geen zin om naar excuses te zoeken. Toch ben ik ervan overtuigd : was ik een of twee seizoenen langer bij Newcastle gebleven, dan zou ik me wél aan het Britse voetbal hebben kunnen aanpassen.’

In Italië, bij AC Milan, kreeg Tomasson wel het krediet waarvan hij bij Newcastle verstoken was gebleven. Want aanvankelijk kon hij bij de rossoneri de reputatie die hij op het WK had opgebouwd, niet bevestigen. In het seizoen 2002-2003 tikte hij na negentien wedstrijden af met vier doelpunten. Een nogal magere oogst. Maar de impact van één van die vier treffers compenseerde veel. In de kwartfinale van de Champions League tekende Tomasson in blessuretijd voor de goal die AC Milan voorbij Ajax loodste : de heenwedstrijd was op 0-0 geëindigd, Tomassons doelpunt zette de eindscore op 3-2.

Dit jaar raakte de Deen echt gelanceerd. Ondanks de concurrentie van kanonnen als Pippo Inzaghi en Andriy Shevchenko tekende Tomasson dit seizoen voor twaalf doelpunten. Trainer Carlo Ancelotti windt er geen doekjes om : onder geen beding wil hij horen van een vertrek van zijn doelschutter.

Dat komt Tomasson goed uit, want : ‘Ik ben niet gehaast om bij AC Milan te vertrekken. De eerste maanden had ik het moeilijk, maar die lastige periode ligt achter de rug. Ik heb het seizoen op een schitterende manier afgerond : met twee doelpunten in de voor de landstitel beslissende wedstrijd tegen Brescia. Inmiddels heb ik me volledig aan het Italiaanse voetbal aangepast. Als ik op 28-jarige leeftijd nog vooruitgang wil boeken, dan kan ik dat naar mijn gevoel het best in Italië. Voor een aanvaller is het Italiaanse voetbal het meest complexe dat er bestaat. Die hoge moeilijkheidsgraad helpt me in mijn ontwikkeling. Dat word ik bijvoorbeeld gewaar bij de Deense nationale ploeg. Ik heb de indruk dat ik daar scherper loop te voetballen dan vroeger en dat dank ik aan mijn Italiaanse ervaringen. Natuurlijk profiteer ik daarbij ook volop van het offensieve voetbal dat bondscoach Morten Olsen predikt. Ik denk dat die keuze voor aanvallend voetbal ons naar de kwartfinale heeft gebracht. Dat daar precies het verschil lag tussen Denemarken en Italië. Hoe jammer ik het ook vind voor mijn ploegmaats Alessandro Nesta, Gennaro Gattuso en Andrea Pirlo, maar volgens mij is Italië het slachtoffer geworden van zijn eigen voorzichtigheid. Ze hebben te berekend gevoetbald en daarvoor zijn ze afgestraft geworden.’

door Bruno Govers

Tomasson was ook al de op één na beste doelschutter van het WK 2004.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content