Club Brugge is verkocht. De kapitaalinbreng van 15 miljoen euro door Bart Verhaeghe en enkele mede-investeerders is gisteren officieel bekrachtigd bij de notaris. Zeven jaar nadat Club hem nodig had, is het nu eigendom van de ambitieuze projectontwikkelaar. Een reconstructie.

Algemene vergaderingen houden doorgaans weinig verrassingen in. Het bestuur stelt iets voor en vervolgens wordt dat bij handopsteking en met algemeenheid van stemmen goedgekeurd. Het is bij Club Brugge niet anders. Tot begin 2011 Pol Jonckheere uit zijn voorzittersstoel wordt gelicht en enkele vzw-leden vragen om een geheime stemming over de man die hem wil opvolgen, Bart Verhaeghe. Verhaeghe is kort voordien toegetreden tot de vzw en op voorspraak van erevoorzitter Michel D’Hooghe aangesteld als gedelegeerd bestuurder van de club. De bijzondere algemene vergadering dreigt te kantelen als plots Jean-Luc Dehaene het woord neemt. Het politieke zwaargewicht zegt niets te begrijpen van het gistende verzet. Zijn stem buldert door de zaal: dat wie een geheime stemming wil dan nu opstaat! De intimidatie mist haar effect niet. Iedereen blijft zitten en Verhaeghe wordt bij handopsteking verkozen.

De nieuwe voorzitter heeft dan al Vincent Mannaert losgeweekt bij Zulte Waregem en gooit een strategisch toekomstplan voor Club Brugge op tafel. Om dat erdoor te krijgen pakt hij het anders aan. Slimmer. De vzw-leden worden verdeeld in vijf werkgroepen die het plan vooraf kunnen bespreken. Op de algemene vergadering waarop zal worden gestemd, statutair ingepland tijdens de herfstvakantie, daagt van de 127 leden minder dan de helft op: 52. De rest is verhinderd of met vakantie. 26 leden laten zich bij volmacht vertegenwoordigen. Hen is per e-mail vriendelijk verzocht om vooraf te laten weten aan wie zij hun volmacht geven.

Wanneer Verhaeghe tijdens de algemene vergadering het woord neemt, is hij zoals steeds duidelijk. Hoe de stemming ook uitdraait, de uiteindelijke beslissing over het toekomstplan zal nadien – zoals de statuten het voorschrijven – door de vijfkoppige raad van bestuur worden genomen. Die stelde hij een jaar geleden zelf samen. Eén man komt de rust nog verstoren: Ignace Van Doorselaere, aanvankelijk een medestander van Verhaeghe (hij nam het net als Jean-Luc Dehaene op voor Verhaeghe bij diens verkiezing), maar in mei 2012 opgestapt uit diens raad van bestuur. De CEO van lingeriefabrikant Van de Velde waarschuwt de aanwezigen ervoor dat een volksclub op het punt staat in handen te vallen van één man die er daarna mee doet wat hij wil.

Zijn tussenkomst komt te laat. Door de timing zijn nogal wat van de mondigste vzw-leden afwezig, net als Michel D’Hooghe trouwens. Het plan wordt goedgekeurd met 94 procent van de 78 uitgebrachte stemmen. Op een totaal van 127 vzw-leden geeft dat 61 procent effectieve ja-stemmers. Ver- haeghe haalt zijn slag thuis. De project- ontwikkelaar die eerst voorzitter werd, is nu ook eigenaar van Club Brugge.

Op het spreekgestoelte

Verhaeghe maakt voor het eerst zijn opwachting in het Jan Breydelstadion in het voorjaar van 2006, enkele maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Club heeft een locatieonderzoek voor een nieuw stadion laten uitvoeren, maar beseft dat het te weinig knowhow in huis heeft om het dossier tot een goed einde te brengen. Wanneer een Brugse delegatie onder aanvoering van toenmalig voorzitter D’Hooghe langsgaat bij Dirk VanMechelen, destijds Vlaams minister van Ruimtelijke Ordening, laat de Open VLD-politicus de naam van Bart Verhaeghe vallen. Van Uplace is dan nog geen sprake. Verhaeghe is CEO van Eurinpro, zijn ontwikkelaar van magazijnen en loodsen die hij later dat jaar voor 400 miljoen euro verkoopt aan een Australische vastgoedgroep. Pas dan, in december 2006, richt hij Uplace op.

Verhaeghe mag dan een Brabander zijn, zijn roots liggen in West-Vlaanderen en hij out zich als een geboren Clubsupporter. Een vaste stadionbezoeker is hij niet, maar dat verandert. Hij koopt een tiental van de duurste abonnementen in de Brugse eretribune en is niet meer weg te slaan uit de bestuurderszaal waar voor en na de wedstrijden de voetbalelite zich vermengt met de politiek en de zakenwereld. Wanneer het stadionproject op 11 januari 2007 in het Brugse stadhuis wordt voorgesteld, bestijgt behalve D’Hooghe en algemeen directeur Filips Dhondt ook Verhaeghe het spreekgestoelte. Vooral D’Hooghe kan het uitstekend vinden met zijn externe zakenpartner. Uplace neemt het stadiondossier stevig in handen en laat de ene na de andere studie uitvoeren. Dat kost het bedrijf handenvol geld, maar voor zover bekend factureert het daarvan geen euro aan Club Brugge.

Wat Verhaeghe volgens Vlaams minister Van Mechelen zo geschikt maakt voor Club Brugge, is zijn “unieke formule” om een voetbalstadion te financieren met de opbrengsten van een aanpalend winkelcentrum. Verhaeghe is van mening dat een voetbalclub niet moet investeren in vastgoed omdat dat ten koste gaat van het sportieve beleid. Hij belooft Club gratis een nieuw stadion. Zijn oog en dat van Club Brugge vallen op een stuk grond in Loppem, maar een storm van protest steekt op en Verhaeghe moet inbinden. De projectontwikkelaar haalt zwaar uit naar de politiek.

Stadion voor Malinwa

Clubs stadiondossier verzeilt in een impasse en Verhaeghe heeft er even genoeg van. Wanneer in 2011 de Raad van State de vergunningsprocedure voor het nieuwe stadion schorst, is zijn focus al helemaal verschoven naar het – volgens critici – megalomane ‘belevingscomplex’ dat hij in Machelen wil zien verrijzen. Verrassing alom dan ook wanneer voorzitter Johan Timmermans van KV Mechelen begin 2011 bekendmaakt dat hij een jaar eerder, terwijl het Brugse dossier in het slop zat, met Verhaeghe aan tafel zat over de bouw van een nieuw stadion voor zijn club.

Verhaeghe en KV Mechelen kennen elkaar. De Brabantse projectontwikkelaar is er sponsor van de jeugd en zijn zoon voetbalt er. Van het een komt het ander. Malinwa worstelt al jaren met zijn verouderde installaties. Volgens Timmermans wilde Verhaeghe niet alleen graag een stadion neerplanten in Mechelen, maar wilde hij ook de club volledig overnemen, runnen én eigenaar worden van het stamnummer 25. Omdat hij verwachtte dat vooral dat laatste moeilijk zou liggen bij de achterban, legde Timmermans het voorstel voor aan de mensen die de supporters vertegenwoordigen in de bestuursorganen. Er volgde, zoals verwacht, een njet.

Het lek is vervelend voor Verhaeghe, die inmiddels op het punt staat voorzitter te worden van Club Brugge. Het beeld ontstaat van een man wiens liefde voor nieuwe stadions en hunker naar macht en invloed groter zijn dan zijn blauw-zwarte supportershart. In een persbericht volgend op Timmermans’ verklaringen ontkent Verhaeghe dat hij KV Mechelen wilde overnemen. Het contact met de club is via burgemeester Bart Somers gelegd, met wiens partij Open VLD hij goede relaties onderhoudt. Ook met KV Mechelen blijft de verstandhouding nadien goed. Verhaeghe is vandaag nog geregeld te zien op Malinwa, zijn zoon voetbalt er nog steeds en hij is er nog steeds jeugdsponsor.

Bang van supporters

Ondertussen is Pol Jonckheere midden 2009 D’Hooghe opgevolgd als voorzitter van Club Brugge. Jonckheere probeert het stadiondossier uit de impasse te halen. De nieuwe voorzitter vindt het te risicovol om het stadion aan een privéinvesteerder te geven en knoopt gesprekken aan met de stad Brugge om samen een nieuw onderkomen te bouwen. Dat kost hem uiteindelijk zijn kop. Ingewijden menen dat de tandem D’Hooghe-Verhaeghe hem geen doorbraak gunt in een dossier waarin zij mislukten. Terwijl Jonckheere, op wiens stijl velen zijn afgeknapt, met de ploeg op winterstage is in Turkije, promoveert D’Hooghe Verhaeghe tot gedelegeerd bestuurder van de club. Een maand later wordt Jonckheere naar de exit geleid, minder dan twee jaar na zijn aanstelling.

Jonckheeres ontslag volgt enkele weken na dat van sportief directeur Luc Devroe en acht maanden nadat algemeen directeur Filips Dhondt zelf is weggegaan. Verhaeghe gaat met de grove borstel door de club. Hij installeert een zevenkoppig directiecomité, dat in de loop der maanden zo veel veranderingen ondergaat dat minder dan twee jaar later nog maar twee namen dezelfde zijn. Mensen houden het voor bekeken – huidig CEO van Lierse Jesse De Preter al na drie maanden – of worden ontslagen.

Al van bij het begin sluipt er onrust in de club. Jeugdtrainers worden aan de kant geschoven, scouts bedankt. Verhaeghe duldt amper tegenspraak en heeft in Vincent Mannaert een gelijkgestemde gevonden. Mensen – ook spelers en stafleden – gaan gebukt onder de stress, durven amper nog hun mond open te doen en wie niet in de pas loopt, krijgt een uitbrander.

De enigen die ontzien worden, zijn de supporters. Verhaeghe en Mannaert zijn beducht voor de blauw-zwarte achterban, van oudsher een machtige factor in de volksclub Club Brugge. Wanneer die zich verzet tegen het ontslag van Adrie Koster, durven beide tenoren de confrontatie niet aan te gaan. Maandenlange vergaderingen en zelfs contractuele afspraken met Francky Dury worden prompt als onbestaande beschouwd. Carl Hoefkens krijgt onder druk van diezelfde supporters een nieuw contract, door de Brugse top misprijzend ‘het Twittercontract’ genoemd. Maar ze zwichten wel. Zelfs de nieuwe slogan No sweat, no glory is op maat van de fans gesneden. Een counter als het ware op de zakelijkheid die is ingetreden in Jan Breydel.

Contraproductieve druk

Op het veld gaat het intussen van kwaad naar erger. Het sportieve beleid mist duidelijkheid en deskundigheid. Koster, Dury, Daum, Leekens en nu weer Garrido: het is een raadsel voor welk voetbal de nieuwe politiek wil staan. De kwaliteit van het ingehaalde spelersmateriaal staat evenmin in verhouding tot de ambities. Of zoals Aad de Mos het zegt: de Brugse scouts lijken geblinddoekt op pad te zijn gestuurd. Analisten, volgers en waarnemers blijven proberen het slechte presteren van Club sportief te verklaren, maar soms ligt de verklaring ook náást het veld. De druk die de tandem Verhaeghe-Mannaert ontwikkelt, werkt verlammend in de Brugse kleedkamer. In plaats van succesvol is ze contraproductief.

Het is precies die druk ook waaronder zelfs Georges Leekens bezwijkt. Leekens is de keuze van Verhaeghe, niet van Mannaert. Al vroeg bereiken die laatste waarschuwingen dat het helemaal de verkeerde kant opgaat onder de ex-bondscoach. Pas na de CL-uitschakeling tegen FC Kopenhagen wordt er ook gehoor aan gegeven. Leekens denkt zijn beide bazen uit elkaar te kunnen spelen, maar verkijkt zich op hun band. Hij vermagert en lijdt onder hoe zijn bazen ook hem nietsontziend aanpakken. Naar de buitenwereld wordt elk dissident geluid gesmoord. Wanneer Sport/Voetbalmagazine eind september de interne problemen toch blootlegt, is de Brugse top furieus.

Vier weken later wordt duidelijk waarom. Het overnameproces van de club zat in de laatste rechte lijn. Onrust moest worden vermeden en daarmee ook lastige vragen over het sportieve beleid door gealarmeerde vzw-leden. Die komen er uiteindelijk niet. En toeval of niet: zes dagen nadat Verhaeghe Club Brugge heeft gekocht, wordt Leekens ontslagen. In voetbalmiddens is al die tijd met stijgende verbazing gekeken naar wat ‘een geniale strategische aanpak’ wordt genoemd, of – voor sommigen – zelfs ‘de perfecte hold-up’. Vooral omdat uit de recentste balans van 30 juni 2012 van Club Brugge (omzetstijging ruim 5 miljoen, winst 1 miljoen, in kas 10 miljoen) een gezonde club naar voren komt. Een club die méér dan 15 miljoen waard is.

Duidelijk engagement

Sport/Voetbalmagazine wilde Bart Verhaeghe graag enkele vragen stellen over zijn kapitaalinbreng, maar hij verkiest te zwijgen. Vincent Mannaert, de general manager aan wie hij een deel van zijn aandelen tegen gunstvoorwaarden verkocht, antwoordt in zijn plaats.

In principe vragen bij een verkoop de koper én de verkoper altijd een waardebepaling. Op basis daarvan ga je onderhandelen. Hier heeft alleen de koper, in casu Bart Verhaeghe, een schatting laten maken en is er geen tegenexpertise gebeurd. Waarom niet?

Vincent Mannaert: “Er is voor de waarderingsoefening een beroep gedaan op de onafhankelijke bedrijfsrevisor van Club Brugge, met name BDO. Die was dat al vóór Bart Verhaeghe voorzitter is geworden. Zij hebben een opdracht gekregen van Club Brugge, niet van Bart Verhaeghe. Daar zijn een aantal waarderingen uit gekomen en er is geopteerd voor de hoogste waardering. De vraag naar een tegenexpertise is er nooit geweest. Wel naar wat het merk Club Brugge waard is. Wel: als je zo populair bent als Club Brugge, dan verkoop je meer tickets, meer boarding, meer couverts. Dat zorgt voor je inkomsten. Je cijfers – het eigen vermogen – zijn dus je merk.”

Club Brugge ís Bart Verhaeghe. Hij is de koper, en de verkoper is de vzw waarvan hij voorzitter was. Koper en verkoper zijn dus dezelfde persoon. Ruikt dit niet naar belangenvermenging?

“Strikt juridisch gezien is de raad van bestuur de enige die bevoegd is om te beslissen over een kapitalisatie. Om het plat te zeggen: als er echt sprake zou zijn van een coup of een putsch, dan was er op 2 juli 2012 een raad van bestuur georganiseerd met vijf man die beslisten om te kapitaliseren en te verkopen. Dat hebben we niet gedaan. We hebben dit eerst uitvoerig besproken en toegelicht in werkgroepen en vervolgens ter stemming voorgelegd aan de algemene vergadering, waar dan is gezegd: jullie beslissen. Precies om aan te tonen hoe democratisch het hele proces is verlopen. Als er nu zijn die achteraf komen zeggen dat ze niet akkoordgingen: wat hebben die dan zitten doen in de werkgroepen? Waarom hebben ze dan ja gestemd?”

Slechts 61 procent van de vzw-leden bracht een stem uit.

“Sorry. In de statuten van Club Brugge staat dat de jaarlijkse algemene vergadering in oktober plaatsvindt. Dat is vervolgens nog eens aangekondigd op 18 april, in de werkgroepen en vijftien dagen op voorhand per brief. Als je dan een mening hebt en je rol als lid wilt opnemen, kom dan af.”

Doorgaans worden bij goed draaiende bedrijven ook de toekomstige winstverwachtingen in de overnameprijs meegenomen. Hier niet, ook al boekte Club het voorbije seizoen een omzetstijging van ruim 5 miljoen euro. Ook de waarde van spelers als Odjidja en Bacca is op nul gezet. Vreemd, toch?

“Er is in de berekening zeven jaar teruggegaan in de tijd. Waarom zeven jaar? Omdat Club toen nog Champions League speelde en een beker won. We wilden niet het verwijt krijgen dat we alleen de vijf minst succesvolle jaren meenamen. De discussie was rap gedaan: er is op transfervlak géén waarde gecreëerd door Club Brugge de afgelopen tien jaar, te beginnen dus nog bij Antoine Vanhove. Uiteindelijk is ervoor gekozen ons te baseren op het eigen vermogen, wat op 30 juni 2012 historisch het hoogste was voor Club Brugge.”

Geen waarde? De verkoop van Vargas, Dirar en Perisic zou goed zijn geweest voor 17 miljoen euro netto transferinkomsten.

“Dat bedrag is overdreven. Voor alle duidelijkheid: ik heb het over het saldo van wat werd aan- en verkocht. Het klopt wel dat Club nooit voor meer verkocht dan vorig seizoen.”

Op het moment dat Bart Verhaeghe voorzitter werd, had Club Brugge 14 miljoen euro in kas. Nu nog 10 miljoen. Dus is er de voorbije twintig maanden zo’n 24 miljoen uitgegeven, rekening houdend met die 17 miljoen en ook nog eens een operationele winst in 2011 van ongeveer 3 miljoen euro. Waar zijn die 24 miljoen euro naartoe?

“Zoals gezegd is die 17 miljoen behoorlijk overdreven. Alle transferinkomsten en niet-sportieve winsten werden integraal aangewend voor sportieve investeringen in transfers, lonen en staf en omkadering. Maar uiteraard geen 24 miljoen, laat dat duidelijk zijn. De beleidsstrategie is steeds geweest: operationele winsten investeren in de core business.”

U hebt vaak benadrukt dat Club met zijn omvorming naar een vennootschap gevolg gaf aan een zogenaamde ruling van de fiscus. Volgens andere clubs was er zo geen ruling. Zie RC Genk: dat blijft ondanks zijn winst van 28 miljoen euro gewoon een vzw. Hebt u de Brugse vzw-leden bang gemaakt met het rulingverhaal, aangezien zij hoofdelijk aansprakelijk kunnen worden gesteld mocht Club een vzw blijven en in het rood gaan?

“Kijk, Club is zeer gezond en het geld wordt met overleg besteed. Er diende een organisatorische en kwalitatieve inhaalbeweging te worden gemaakt, door te investeren in middelen en mensen. Extra-sportief hebben die investeringen geloond, zie de stijging van de inkomsten. Sportief was er vorig seizoen de tweede plaats, ik blijf het herhalen: de beste ranking in zeven seizoenen. Op vandaag is het resultaat onder de verwachtingen, maar de eindbalans maak je op het einde van het seizoen.”

Verhaeghe en zijn mede-investeerders krijgen voor hun kapitaalinbreng van 15 miljoen euro 94 procent van de aandelen. De vzw slechts 6 procent in ruil voor ruim 14 miljoen euro. Hoe kan dat?

“De vzw stelt aan de nv Club Brugge een lening ter beschikking van 14,4 miljoen euro, zijnde het eigen vermogen. Ze blijft dus eigenaar van die 14,4 miljoen euro, die zij na tien jaar kan terugvorderen. In ruil krijgt zij 6 procent van de aandelen in de nv – wat in verhouding staat tot de winst van ongeveer een miljoen euro die het afgelopen seizoen is geboekt – en een vertegenwoordiger in de raad van bestuur van die nv.”

Behalve dat Bart Verhaeghe Club Brugge verwerft tegen een erg lage prijs, is de kritiek ook dat hij dat doet op een belofte. Hij belooft om in 2015 nog eens 45 miljoen euro te investeren uit eigen zak, maar wat als hij dat niet doet? Wat als hij toch een commerciële constructie opzet zoals eerder in het Loppemscenario en een stadion bouwt dat wordt gefinancierd door een winkelcomplex?

“Dat van die ‘erg lage prijs’ betwist ik. Verder kan ik alleen maar zeggen dat er vanwege Bart Verhaeghe en de andere aandeelhouders – want die zijn er ook – een duidelijk engagement is om een stadion en een opleidingscentrum te bouwen. Ik kan mij heel moeilijk inbeelden dat de bevoegde overheden datgene waartegen ze zich in 2006 hebben verzet, nu laten schieten. Uit al mijn contacten met administraties blijkt duidelijk dat er geen 40.000 m² winkelruimte zal worden gecreëerd. Bart Verhaeghe gaat er helemaal niet meer vanuit dat hij een gratis stadion zal kunnen realiseren. In het RUP dat nu ter discussie ligt bij de Raad van State is er sprake van 18.000 m² winkelruimte. Volgens mij kan dit nog licht worden geoptimaliseerd, maar niet naar 40.000 m².”

Niemand hoeft dus te vrezen dat er plots toch een door winkels gefinancierd stadion zal staan waardoor Bart Verhaeghe met een eenmalige injectie van minder dan 15 miljoen euro een club én een stadion in handen krijgt?

“Zoals gezegd is er een duidelijk engagement van de aandeelhouders.”

Zou hij met het nieuwe stadion durven uit te wijken naar het Oost-Vlaamse Aalter?

“Wij zijn absoluut vragende partij om het stadion op Brugs grondgebied te realiseren. Chartreuse is Brugs grondgebied, maar dan moet je steun krijgen om het daar te doen. Wij vragen nu aan de stad Brugge of zij hieraan wil meewerken. Voor het opleidingscentrum wordt er wel ook buiten de grenzen van Brugge gekeken.”

Er is door de aandeelhouders een lock-up van tien jaar afgesproken. Dat betekent dat er in die periode geen dividend wordt uitgekeerd noch dat er aandelen kunnen worden verkocht. Hoe afdwingbaar is die afspraak?

“Ook dat is een engagement vanwege de aandeelhouders.”

Het sluit dus niet uit dat Bart Verhaeghe de club eerder verkoopt, aan pakweg een rijke Rus of Qatarees?

“Nogmaals: er is een engagement van de aandeelhouders.”

Waarom was het voor Bart Verhaeghe nodig om eerst voorzitter en daarna ook eigenaar te worden van Club Brugge?

“Ik kan bevestigen dat het nooit Bart Verhaeges bedoeling is geweest om voorzitter te worden, laat staan eigenaar. Hij is alleen voorzitter geworden doordat er op een bepaald moment spanningen waren in de raad van bestuur, lang voor er sprake was van een eventuele kapitalisatie van Club Brugge. Na een jaar is het besef gegroeid dat we stilaan aan onze organische limiet zaten. Dus hadden we centen nodig. Oké, heeft hij gezegd, ik wil dat wel doen, maar dan op mijn manier.”

Tijdens het EL-duel tegen Bordeaux liep de viptribune al leeg na de 0-2. Heel wat leden van de businessclub bleven na de rust binnen. Zelfde verhaal na Charleroi, Cercle en KV Mechelen afgelopen zaterdag. Du jamais vu op Club, naar verluidt. Wat zal Bart Verhaeghe doen nu de supporters zich ook tegen hem lijken te keren?

“Wishful thinking? (lacht) Blue Army en de supportersfederatie hebben gevraagd: voorzitter, doe hiermee voort! Natuurlijk krijg ik negatieve commentaren, maar ook veel positieve. Heel veel mensen steunen dit verhaal. Heel veel mensen liggen er ook niet van wakker. Sportief gaat het niet goed, dat is juist. Is het catastrofaal? Neen, zeker niet. Is er stemmingmakerij in en rond de club? Ja, maar die was er vorig jaar ook. Ze is nog niet weg geweest.”

DOOR JAN HAUSPIE

“Is er stemmingmakerij in en rond de club? Ja, maar die was er vorig jaar ook. Ze is nog niet weg geweest.” Vincent Mannaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content