In eigen land blijft Gent aan de leiding. Welke gedachten maakt dat bij je los ?

Frank Raes : Dat is toch straf, het kan geen toeval meer zijn. Dit is een dikke proficiat waard. Voor het bestuur én de trainer. Als je zo’n Mathieu Verschuere weet zitten en je kan die halen, vind ik dat sterk. Want Gent blijft toch een zuinig bij elkaar gekochte ploeg. Met veel minder middelen dan die andere drie die ik samen met Gent tot het einde voor de titel zie gaan : Club, Anderlecht en Genk.

Horen we je daar Genk titelkandidaat noemen ?

Voor mij is Genk een outsider en gaat het tot het einde meedoen. Genk is op zijn minst de topdrie waard. Op het einde zie ik die ploeg zwaarder doorwegen dan Gent. Genk heeft geld, hé, met die enorme achterban. Als GBA een goeie speler heeft, kan Genk die wegkopen. In het huidige Belgische voetbal is dat niet zo vanzelfsprekend.

Europees maakte enkel Club Brugge indruk.

Laat Club eerst maar eens tegen een serieuze Europese tegenstander spelen voor we de ploeg écht inschatten. Brugge heeft de nodige stabiliteit, dat is een voordeel tegenover ploegen als Anderlecht en Standard die continu switchen.

Je noemde Standard niet bij de titelkandidaten. Omdat het Europees onderuit is gegaan ?

Tegen een Franse tweedeklasser kan het zich nog handhaven, maar tegen Bordeaux zag je weer hoe sterk het Franse topvoetbal toch is. Niet voor niets merkt Mathieu Verschuere op dat Gent in Frankrijk misschien net in de top tien zou mee kunnen. Dat men bij Standard vraagteken zou zetten bij de waarde van Preud’homme als trainer vind ik voorbarig. Je kan alleen maar compassie hebben met die mens. Die is binnengehaald om rust te creëren, maar daarna moet je ook eens iets doen, hé. En dat is niet makkelijk, als je geleid wordt door iemand die het voetbal niet ziet als een ploegsport, maar als één grote markt. Want wat doet D’Onofrio ? Hij vraagt zich niet af of Cavens goed kan voetballen of een toegevoegde waarde brengt, dat maakt allemaal niets meer uit. Daardoor verlies je elke vorm van idendificatie met een team. Trainer is tegenwoordig een erg moeilijke job geworden, hoor. Als je een goeie speler hebt, ben je hem morgen kwijt. Laat Preud’homme maar een jaar of twee, drie werken. Hij moet het vak ook leren.

Anderlecht mag tevreden zijn dat het van Real geen pandoering kreeg.

Toch vind ik Real kwetsbaar. Het speelt zonder spitsen, heeft daardoor te weinig gewicht vooraan. Met een goeie Morientes erbij is het onklopbaar. Madrid beschikt niet over het vermogen om op kracht een wedstrijd in zijn voordeel te beslissen. Dat kan bijvoorbeeld Bayern wél, het heeft Real vorig jaar een paar keer ontregeld.

Anderlecht was natuurlijk erg slecht de eerste helft. Nu mogen we concluderen dat Anderlecht verzwakt is tegenover vorig jaar, waardoor in eigen land Brugge, Gent en Genk dichterbij schoven. Anderlecht kocht vijf spitsen, maar geen enkele is zo goed als Jan Koller. Vergeet niet dat het goeie Anderlecht van vorig jaar Europees ook maar weinig overschot had. De balans is uit het elftal, de ploeg zoekt evenwicht. Anthuenis gebruikt het liefst een vaste kern van twaalf, dertien spelers en gooit er nu elke week noodgedwongen een nieuwe bij. Anderlecht zit in een zoekperiode. Goed dat De Boeck weer scoort !

Wat zou jij met het geval Stoica doen ?

Scifo zegt : “je moet je ploeg rond zo’n speler bouwen.” Het is en blijft de beste voetballer die Anderlecht heeft. Ik zou een extra inspanning doen om hem te houden. Je kan het niet alleen met werkvoetbal halen. De Vanderhaeghes beslissen niet altijd de match, je moet twee of drie creatieve spelers hebben. Weet je wat het is ? Wij hebben in België nog altijd té veel respect voor het harde werken. In het wielrennen is dat ook : we willen échte Flandrientypes, kunnen moeilijk respect opbrengen voor iemand die met één hakje hetzelfde bereikt als een ander die zevenentwintig keer achter zijn man aangaat. Het type Stoica moet in elke ploeg aanwezig zijn.

In Europa winnen de Italianen weer, in tegenstelling tot de Nederlanders.

De Italiaanse ploegen waren té tactisch en te verdedigend bezig, maar het is niet omdat Parma wint van Utrecht, dat ze wéér helemaal terug zijn. Die overwinning zegt meer over Utrecht dan over Parma, toch niet meteen het best op dreef zijnde Italiaanse team. Utrecht is een leuke, aardig voetballende ploeg. En een beetje symbool voor het Nederlandse voetbal : het ziet er leuk uit, maar het is erg kwetsbaar. Toch een beetje een Mickey Mouse-competitie. Ik zou niet durven zeggen dat die van ons minder hoog moet aangeschreven worden. Je ziet nu ook Ajax zich aanpassen aan het nieuwe realisme. Het wordt tijd, want tegen Andorra hadden ze nog maar één speler in de nationale ploeg : een 18-jarige.

Het nieuwe realisme maakt ophef : Bayern werd Europees kampioen met realistisch voetbal. Ach, alles gaat in golfbewegingen. En verdedigen is altijd makkelijker dan aanvallen.

Schalke pakt Emile Mpenza hard aan. En dat in een tijd waarin spelers zogezegd alle macht hebben.

Er is iets ongrijpbaars aan Emile Mpenza, net als bij Stoica. Hij leeft in zijn eigen wereld, ik zie een mystiek aspect in zijn blik. Hij communiceert ook niet makkelijk, spreekt na twee jaar nog geen Duits, dat is ginder toch iets. Hij oogt naast het veld een beetje naïef ook : meisjes en auto’s, het overkomt hem allemaal gewoon. Er moest ook iets gebeuren bij Schalke, het draaide daar helemaal niet. Het heeft natuurlijk ook genoeg spelers achter de hand.

In de Belgische competitie is RWDM aan een opmerkelijke remonte bezig.

Beveren gooit Emilio Ferrera buiten, maar die haalt prompt zes punten terwijl Beveren er voorheen één hadden. Dat vind ik sterk, ondanks alle kritiek op die man. Hij wordt niet echt serieus genomen, maar hij hééft wel iets. Hij durft iets zeggen, houdt zich niet in, wat on-Belgisch is. Want de meesten slikken hun woorden makkelijk in : het zijn allemaal goeie vrienden en collega’s en misschien moeten ze volgend jaar wel samenwerken met degene waar ze nu commentaar op geven. Emilio durft zich profileren en is daarom een interessant figuur. Als je je niet profileert, kom je niet aan bod in deze maatschappij. Dat heeft hij goed begrepen. Je mag in de schaduw zo goed werken als je maar wil, als niemand dat ziet, blijf je in de schaduw. Als je de waarde van een trainer afmeet aan de resultaten – wat journalisten doen, want wij volgen niet alle trainingen – is hij een hele goeie. Overigens wil ik nog eens opmerken dat hij geen co-commentator is voor de VRT, maar net als zijn collega’s gastspreker.

Hij werd wel zwaar aangepakt door Bart Van Den Eede omwille van belangenvermenging bij Beveren.

Belangenvermenging is van alle tijden. Ik herinner me dat overal waar vroeger trainer Ernst Künnecke kwam, even later de Duitse speler Uwe Rapolder arriveerde. Aad de Mos had ook een voorkeur voor spelers van Ger Lagendijk. Die had liever dat zijn spelers op het veld stonden dan de nochtans bijzonder getalenteerde Eli Ohana die de pech had dat hij door Paul Courant was gehaald. Belangenvermenging wordt pas gevaarlijk als trainers ook geld gaan verdienen aan spelerstransfers. Dat hoor je wel eens, maar niemand ziet dat en je kan het niet bewijzen. Het heeft ook te maken met een vrijgemaakte markt. Vroeger was het simpel : drie buitenlanders en alleen transfers in de zomermaanden.

Aalst heeft een nieuwe manager.

Alleen de topclubs kunnen nog geld genereren, de kleine clubs niet meer. Omdat men onderin altijd dringend geld nodig heeft, is de vraag van waar dat geld komt helemaal overbodig geworden. Alle normen worden opzijgezet als er geld in aantocht is. Het voetbal is geen betere wereld dan de rest van de maatschappij. Een Patrick De Cock is ook een product van de maatschappij. Weinig clubs kunnen het zich permitteren om boven die discussie te gaan staan en te zeggen : dat doen wij niet.

door Geert Foutré

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content