In de topper tegen Anderlecht kreeg RC Genk de helft van wat het zocht : geen drie punten, maar wel vertrouwen.

RC Genk-Anderlecht is met 3-3 een vooral in de tweede helft boeiende wedstrijd geworden, met doelpunten van Gonzague Vandooren, Hans Cornelis en Tomislav Mikulic in de tweede helft. Het zag Anderlecht de laatste twintig minuten slechts met tien volmaken door een uitsluiting van Anthony Vanden Borre en Bob Peeters na 66 minuten opnieuw zijn opwachting maken in eerste klasse. Zijn intrede in de ploeg luidde de ommekeer in voor RC Genk, dat een 0-2-achterstand ophaalde.

Hoopgevend was eerder in de week al de terugwedstrijd tegen Liepajas Metalurgs geweest. Met pap in de benen had Genk zich heen een 2-3 aan laten naaien, maar thuis vermocht de Letse kabouter niks meer : 3-0 en een halfuur Europese speeltijd voor Marvin Ogunjimi en Jordan Remacle erbovenop. Ook dat laatste is in het Fenixstadion goed gevallen : eigen jeugd die speelgelegenheid krijgt in een Europese kwalificatiewedstrijd biedt de perspectieven voor de toekomst waar Genk vorig seizoen haast om smeekte.

Dat Genk zich deze luxe kon permitteren, dankt het aan de mentaliteit die het van bij de aftrap toonde : het liet zich niet meezuigen naar het niveau van de Letten, maar nam zelf de wedstrijd in handen en scoorde vroeg. Een instelling waar Hugo Broos al herhaaldelijk op aandrong en die de ploeg zich in het verleden nog te weinig eigen bleek te hebben gemaakt. Niet alleen werden er wat dat betreft onder de vorige trainer andere consignes gegeven, het zegt ook iets over de gemiddelde persoonlijkheid waarmee Genk in het veld staat. Na het uitvallen van Gert Claessens waren Koen Daerden en Jan Moons welhaast de enigen die, geholpen door hun eigen sterke prestaties, de ploeg bij de hand konden nemen. Anderen zijn nog te jong, worstelen nog te veel met zichzelf of tonen, zoals Jan Moons het vorige week in de marge verwoordde, te weinig professionalisme door zich na al die jaren dat ze bij Genk zitten nog steeds op een gebrekkige onderlinge coaching te laten betrappen. Dat maakt dat van de drie nieuwkomers van deze zomer – Sunday Oliseh, Bob Peeters en Gonzague Vandooren – ook meer dan zomaar sportieve prestaties zullen worden verwacht.

Maar het is, louter speltechnisch bekeken dan, wel drie keer afwachten wat Genk moet doen. Niet dat het trio van wie sprake geen gedrevenheid meer zou kunnen etaleren maar op het transferbal van de ploegen die met enige ernst naar Europees succes mikken, waren ze toch eerder m’a-tu-vus dan leiders in de dans. Een beperking waar de huidige situatie van het Belgisch voetbal wel meer ploegen toe dwingt : ook Anderlecht en Club Brugge grepen met Bart Goor, Sven Vermant of Joos Valgaeren naar oude waarden terug. Alleen konden zij door het behalen van de Champions League inmiddels wel al beginnen te denken aan versterking van een ander niveau.

Bob Peeters torst, hoewel volledig gekeurd en fit bevonden, het voorbehoud mee dat hij er van de voorbije zesendertig maanden door drie operaties minstens negentien niet op voetballen moest rekenen. Wordt hij de komende twee seizoenen meer dan een vrolijke Frans met een rijk verleden ? Er wordt in Genk naar uitgekeken. Peeters moet de met Kevin Vandenbergh en Nenad Stojanovic weinig gestalterijke voorhoede kopbalsterker maken en voor beide spitsen een balvast af- en aanspeelpunt zijn. Dat moet ook de middenvelders toelaten hoger te spelen en het rendement van de buitenspelers waar het met Mirsad Beslija en Tom Soetaers over beschikt optimaliseren. Genk zou daardoor via voorzetten vanop de flanken meer variatie in zijn spel moeten kunnen leggen.

Dat is zeker nu Orlando Engelaar met een knieblessure is uitgevallen een meegenomen troef. Veel wedstrijden van het creatieve niveau dat hem wordt toegedicht, heeft de Rotterdammer nog niet kunnen laten zien bij Genk. Beperkte de nadruk op balvastheid die vorig seizoen werd gelegd hem vaak in zijn acties, nu was het een blessure aan de knie die hem al langer parten speelde. Dat hij en Oliseh overigens een onvolledige voorbereiding kenden, maakte het centrale middenveld er in het begin van deze competitie niet sterker op.

Sunday Oliseh werd bij zijn komst naar Genk in een voor een Duits journalist ongewoon lyrische ingeving nog omschreven als “een generaal die vanop een heuvel zijn troepen stuurt, maar zelf het strijdgewoel ontloopt.” Oliseh ziet met andere woorden het spel nog uitstekend, weet een perfecte lange pass te trappen, maar qua snelheid en fysiek, moesten ze bij Dortmund vaststellen, is der Pass- masterkeine Kampfmachine meer. Dat kan te maken hebben met diens gebrouilleerde relatie met zijn Duitse omgeving – echt goed in zijn vel voelde Oliseh zich het vorige seizoen niet bepaald in Dortmund – en dat hij, zoals menigeen die met hem werkte aangeeft, neigt naar zelfoverschatting maakt nu juist dat hij zich gewaardeerd wil weten. Hugo Broos streelde daarom wellicht ook niet toevallig Olisehs ijdelheid door hem al “heel belangrijk voor de ploeg” te noemen, maar het is hem op Westerlo inmiddels evenzeer niet ontgaan dat de Nigeriaan nogal graag dicht bij de verdediging bivakkeert. Liever ziet de trainer zijn Passmaster hoger in het middenveld voetballen en daarmee vertrouwen geven aan wie in de verdediging staat.

Maar dat, vertrouwen hebben in de verdediging, is nu net waar zijn ploeg de voorbije weken geen meeval kende. Gert Claessens, die met zijn sturend vermogen een bindmiddel vormde en desgewenst venijn in een duel kon leggen, verloor Genk op Lokeren voor maanden ook al met een knieblessure. Dat noopte de trainer ertoe alsnog Mikulic centraal uit te spelen en IndridiSigurdsson als linksachter in zijn ploeg op te nemen. De IJslander, die Genk tot zijn spijt maar niet aan Sochaux of Stoke City kon slijten, kreeg zo onverwacht nog een speelkans, maar was even voordien nog de tweede keus achter de nochtans centraal sterkere Mikulic.

Als alternatief voor de linksachter- of linksmiddenpositie trok Genk Gonzague Vandooren aan, die bij Standard van de ene positie naar de andere pendelde. Aanvaller, linksmidden, verdedigende middenvelder of linksachter : Vandooren was het allemaal. Met matig succes overigens, want zo zeer als zijn inzet wordt geloofd, zo bescheiden moet over zijn opbouwende en technische kwaliteiten worden gesproken.

Hans Cornelis, de vierde, maar al in de loop van vorig seizoen vastgelegde nieuwkomer, was al rechtsachter, rechtsmidden en bankzitter. Door het verrassend getimede vertrek naar Portsmouth van Brian Priske, dat in een stroomversnelling kwam na een interland van Denemarken tegen Engeland, krijgt hij een vrijgeleide naar de rechtsachterpositie. Die zal hij in tegenstelling tot de beredeneerde Priske met meer aanvalsdrift invullen.

Een en ander maakt dat van een basiselftal of automatismen de voorbije weken nog maar nauwelijks sprake was bij Genk. Hugo Broos’ elftal diende wedstrijd na wedstrijd vertimmerd : Priske rechtsachter, Priske centraal, Matoukou erin, Matoukou eruit, Cornelis rechtsachter, Cornelis rechtsmidden, Cornelis op de bank, Mikulic linksachter, Mikulic centraal, Soetaers erin, Soetaers eruit, Oliseh Europees niet speelgerechtigd, Vandenbergh alleen, Vandenbergh met Stojanovic, Haroun erin, Haroun eruit, Daerden centraal, Daerden op de flank…

Samengevat : Genk was in de voorbereiding en de prille aanzet van de competitie een met vraagtekens omgeven ploeg en dat was het tot voor zondagavond nog. Maar zoveel vraagtekens als Genk de voorbije weken nog omgaven, zoveel hoop mocht en mag het anderzijds ook nog koesteren : het voetbalde met aanvallende intenties, dwong kansen af, kreeg er versterkingen bij en wist dat spelers als Oliseh en Engelaar door een verstoorde voorbereiding nog naar hun beste conditie toe aan het groeien waren. Bovendien was de tegenstand niet de zwakste : Lokeren (1-1), Charleroi (0-0) en Westerlo (1-1) zijn ploegen die net onder de top worden verwacht.

Tijd is wat Genk daarom nodig heeft om er zelf ook helemaal te staan. Zijn ploeg, zo bescheiden en braaf, had daarbij vooral ook nog een “stoot van zelfvertrouwen” nodig, vond Hugo Broos vorige week. Want als iedereen zich bewust werd van de aanwezige kwaliteiten zou Genk ook al een stuk verder staan.

En toen kwam die tweede helft tegen Anderlecht.

G.F.

Genk had een ‘stoot van zelfvertrouwen’ nodig.

Scoren lijkt de verdediging beter af te gaan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content