Hoe denkt Nederland terug aan Orlando Engelaar ? ‘Hij is niet de snelste, maar hij heeft de gave ontwikkeld om snel te denken.’

Groot was Henk ten Cates verbazing toen op de eerste training bij NAC de nieuwste aanwinst, Orlando Engelaar, in het shirt van Real Madrid verscheen. Was hij nou helemáál ? Maar het tekende de fase van zijn carrière waarin de polyvalente aanvaller-middenvelder zich op dat moment bevond : die van 21-jarig joch, zich nog niet volledig bewust van de geplogenheden op het hoogste niveau. Inmiddels draagt Engelaar alleen nog het shirt van RC Genk, waar zijn cruciale inbreng van de voorbije weken een stap is volgend op dewelke hij bij Feyenoord en NAC Breda al zette.

Getuigenissen over het Nederlandse groeiproces van rugnummer 21.

R ob Baan, voormalig technisch directeur van Feyenoord, nu technisch directeur van Al-Jazira in de Verenigde Arabische Emiraten : “Op zeventienjarige leeftijd moest hij door een kruisbandblessure een operatie aan de knie ondergaan. Daardoor heeft hij driekwart jaar uit gelegen en een van de belangrijkste fasen in zijn opleiding gemist. Hij heeft daarom, toen hij door Feyenoord werd uitgeleend aan Excelsior ( in de eerste divisie, nvdr), heel hard moeten knokken om dat in te halen en de vorm terug te vinden. Daarna koos hij voor NAC, omdat hij in een eerste elftal in de eredivisie wilde spelen. Wij konden hem geen uitzicht geven op een basisplaats omdat op dat moment op zijn positie Buffel en Ono aan het doorbreken waren. Je hebt er, zoals Van Persie, die heel snel een carrière maken en je hebt er zoals Bosvelt, die telkens een stukje groeien. Bij Orlando heeft het dus ook allemaal wat langer geduurd. Hij is ook op het veld niet dé snelste, maar hij heeft de gave ontwikkeld om snel te denken. En dan kan je voor de top spelen. Ik heb hem nog proberen terug te halen naar Feyenoord, maar zijn financiële eisen lagen te hoog.”

Eduard Burleson, zaakwaarnemer : “We kwamen er niet uit, dat komt altijd van twee kanten, natuurlijk. Ook Engelse clubs waren geïnteresseerd en Ajax heel even, maar het werd niet concreet. Engelse clubs hebben de trend om heel lang spelers te bekijken. Ze bleven maar kijken en werden niet concreet. Wat bij Genk daarentegen wel heel snel het geval was. Dan moet je beslissingen nemen. Hij was toe aan iets anders, want hij zat al een poosje bij NAC. Hij wist weinig van Genk en de Belgische competitie, maar toen hij een wedstrijd had bekeken en een gesprek had gevoerd, bleek het beeld dat hij kreeg van het Belgische voetbal hem positief te verrassen. Toen zijn we er met de club uit gekomen. Een andere competitie zou niet verkeerd zijn voor zijn ontwikkeling. Je kan in principe nog langer wachten, maar dan weet je dus niet of het concreet wordt of niet. Toen hebben we besloten naar Genk te gaan als een volgende tussenstap.

“De beslissing voor Genk te kiezen, voelde goed. Ik heb het idee dat hij daar nog niet aan zijn plafond zit. Het voetbal in Nederland is heel erg tactisch en technisch, terwijl het er in België wat fysieker en sneller aan toegaat. Nou, daar moet je je aan aanpassen, ook omdat het een nieuwe ploeg was voor hem, maar ik was niet bang : ik weet wat hij kan. Hij kwam bij Feyenoord tot het tweede elftal en kreeg een contract aangeboden, maar hij vond dat het te lang duurde. Leeftijdsgenoten van hem bij Ajax, tegen wie hij in de jeugd nog speelde, zaten al in het eerste elftal en dat maakte hem ongeduldig. Nu is er alweer belangstelling van twee ploegen uit de Bundesliga.”

SándorPopovics, hoofd scouting van NAC Breda : “Hij heeft zich zo geweldig ontwikkeld omdat hij leergierig is, wat hem een erg dankbare speler maakt voor een trainer. Hij was als onbekende speler naar NAC gekomen, maar op het eind een dragende figuur geworden. Want als je bij hem de juiste snaar raakt, is hij een formidabele kracht. Hij heeft warmte, waardering, begrip, tijd en geduld nodig. Als hij voelt dat zijn omgeving dat voor hem doet, betaalt hij het vijfvoudig terug. Dat typeert wat voor een fijne knul hij is. Met René Vandereycken moet dat een fantastische combinatie opleveren. Voor een Nederlander is het echter altijd moeilijker aanpassen aan België, dan voor een Belg aan Nederland. In Nederland wordt volgens mij fysiek minder hard gevoetbald en krijg je meer ruimte. Belgen spelen nog meer om niet te verliezen, daardoor wordt de omschakeling voor hem moeilijker, maar als hij op volle snelheid met zijn gezicht naar de goal van de tegenstander mag lopen, is hij op z’n sterkst.

“Dat zijn beste vriend is verongelukt, ( Ferry van Vliet, met wie Engelaar dagelijks naar de club reed, verongelukte met zijn vriendin net toen Engelaar een keer niet meereed, nvdr) daar is hij wekenlang ondersteboven van geweest. Zijn prestaties leden eronder. Maar hij leeft voor z’n vak en z’n hele familie leeft mee. Elk jaar spelen de Surinamers uit de Nederlandse competitie ook een liefdadigheidswedstrijd. Daar is hij Henk ten Cate opgevallen en zo is hij bij NAC terechtgekomen.”

Henk ten Cate, voormalig trainer van NAC Breda, nu assistent-trainer bij Barcelona : “Hij heeft de pech gehad in zijn eerste wedstrijd geblesseerd te raken aan de lies en hij had daarna best moeite om terug te keren naar het niveau dat we ingeschat hadden. Mensen op de club begonnen op den duur aan hem te twijfelen. Ik niet, maar ik heb hem wel veel op z’n donder gegeven. Ik vond hem wel eens te lief. Hij mocht zich, vond ik, best wat weerbaarder opstellen met zijn grote lichaam en brutaler zijn. Ook naast het veld. Dat was voor hem een levensles, dat hij meer voor zichzelf moest opkomen, overtuigd moest zijn van zijn eigen kwaliteiten en niet denken dat een ander altijd beter is. Dat is on-Nederlands, vandaar dat het opviel. Hij heeft tijd nodig, maar het zal in Genk van hemzelf afhangen, want tijd krijg je in de voetballerij niet altijd.

“Hij zit bij Genk, denk ik, nog niet aan zijn plafond. Hij kan na een of twee jaar nog stappen voorwaarts maken. Hij heeft een hele goeie techniek en handelingssnelheid, een fantastische trap en overzicht. Orlando is gewoon een heel complete speler. Zijn startsnelheid zou wel beter kunnen, maar dat heeft met zijn lengte te maken. Hij is onder mij begonnen op de flank – want we hadden daar niemand – maar later is hij teruggekeerd als binnenste middenvelder of achter de spits, maar hij kan ook als centrumspits met de rug naar doel spelen, wat weinigen gegeven is.

“Orlando is fysiek zó sterk… Dat is ongekend, maar de vraag is : met wat voor instelling ga je in duel ? Doet hij dat om te winnen, dan is er niemand die van hem kán winnen. Maar is het van ik zie wel wat het wordt, dan verliest hij. Hij is wat dat betreft heel sfeergevoelig.”

door Raoul De Groote

Hij moest meer voor zichzelf leren opkomen.’

(Henk ten Cate)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content