RC Genk, zoekend naar goed voetbal en resultaten, kon zondag tegen Zulte Waregem voor het eerst dit seizoen winnen. ‘Was er maar één oorzaak, dan zou een ploeg als wij er iets aan moeten kunnen doen.’

Zullen we een paar oorzaken opsommen die de slappe start van RC Genk kunnen verklaren ? Zijn het Eric Matoukou en Tomislav Mikulic die centraal te weinig coachen ? Is het Gert Claessens‘ uitvallen waardoor ook het uitvoetballen achterin in goede bedoelingen blijft steken ? Is het de actieradius van Sunday Oliseh die te beperkt is ? Is het Orlando Engelaars balvastheid en rol als tussenstation die wordt gemist ? Is het de afwezigheid van Indridi Sigurdsson ? Is het het gebrek aan alertheid waarmee wordt gereageerd bij stilstaande fasen ? Is het de laattijdige komst van Bob Peeters ? Het dipje van Nenad Stojanovic ? Is het de door blessures en laattijdige waanwervingen verstoorde voorbereiding ? Is het de andere speelstijl van Hugo Broos ? Zijn het de grotere ruimtes die spelers moeilijker te bespelen vinden ? Is het…

“Als er één reden was waarom het minder loopt”, zegt technisch directeur Ariël Jacobs, “dan zou een ploeg als wij daar iets aan moeten kunnen doen.”

Maar één reden, laat staan een remedie, ook de technisch directeur kan er de vinger niet zo een, twee, drie op leggen. Wel, zegt hij, “zijn, laat ons zeggen, de ruimtes nu veel groter, waardoor de tegenstander en een andere bezetting dan vroeger de taken er niet makkelijker op maken. Maar vorig jaar was een van de kritieken ook dat we niet vlot voetbalden, maar kregen we toen een halve kans, dan scoorden we wel. Het ligt allemaal heel dicht bij elkaar : de tegenstander scoort meer goals dan wij en wij laten de kansen liggen.”

“Spijtig is”, zegt Gert Claessens, zelf op de eerste speeldag uitgevallen met een, ernstige knieblessure, “dat we het ondanks ons beter spel soms niet afmaken, maar als je vergelijkt met vorig seizoen : in de eerste helft van het seizoen kampte je daar ook mee, maar in de tweede helft van het seizoen scoorde je dan wel vlot en speelde je een sterke terugronde. Alles staat of valt eigenlijk met vertrouwen dat je krijgt door te winnen en de mentaliteit waarmee je op het veld komt. Als je niet goed speelt, doe je geen vertrouwen op en dat liep al moeilijk van in de voorbereiding, want tegen Mönchengladbach en Celta de Vigo vond ik ons als ploeg ook niet goed. Maar eens het erin zit, dan blijft dat goed.”

Zoals het ook geen twijfel lijdt dat Claessens achteraan wordt gemist, staat het vast dat Matoukou en Mikulic, die het nu centraal moesten klaren, geen van beiden spelers zijn die het verbaal sturen noch het verzorgd opbouwen in hun basispakket hebben zitten. Sterker nog : ze functioneren zelf het best met een leider naast zich. Moest er dan niet naar een andere oplossing gezocht worden, anders dan van hen het tegen natuurlijke te verwachten ?

“Eric is vrij jong en dan is het makkelijker als er iemand naast je staat die je wat stuurt”, zegt Gert Claessens, “maar hij zal stilaan zijn ervaring moeten gaan gebruiken, want iedereen weet onderhand ook wel dat Mikulic niet de grote prater is. Maar als je nu die twee doelpunten op Gent bekijkt : die hebben niks te maken met wie daar centraal in de verdediging staat. Dan is het ieder z’n man en als die vrije trappen snel genomen wordt, moet je er sneller bij zijn. Dat is gewoon een persoonlijke verantwoordelijkheid. Er waren vroeger ook wedstrijden waarin ik niet goed speelde en dan paste de ploeg zich daaraan aan. Door wat anders vrij te lopen bijvoorbeeld, wat meer afstand te nemen van de tegenstander. Want soms zetten ze je volledig vast en moest de opbouw ook van ergens anders gebeuren.”

De uitvoetballende en leiderskwaliteiten zijn het nochtans die Sunday Oliseh mede op basis van zijn ervaring de zijne mag noemen. Zoals hij zich in de thuiswedstrijd tegen Charleroi bijvoorbeeld tegen Jacky Mathijssen keerde, getuigde van ervaring : terwijl iedereen toekeek hoe de Charleroitrainer maar niet naar de tribune verbannen wilde worden, was het Oliseh die als eerste de scheidsrechter op zijn horloge wees. Waarna ook de Genkse trainers van hun bank sprongen. Kan iemand met zoveel ervaring en doorzicht bijvoorbeeld Gert Claessens niet vervangen in de verdediging ?

Maar, zegt Jacobs, “dan verlegt men een nieuw mogelijk probleem. Oliseh brengt namelijk sturing op het middenveld, balvastheid, voetballend vermogen en hij durft de bal te vragen. Als hij hoger speelt en ze spelen in zijn rug, dan zegt men dat hij een verkeerd positiespel heeft. Wat wij vorig seizoen misten, was juist zo iemand die voor de verdediging kon spelen als hij. Tien meter hoger verliest Oliseh zijn grote kracht : hij heeft een pass over dertig, veertig meter die niemand anders heeft. Ik wil daar niet over in detail treden, maar als men zegt dat de afstand tussen de diepste spitsen en de verdediging te groot is, dan heeft dat niks te maken met het loopvermogen van Oliseh. De bezetting van de andere spelers zou moeten maken dat Koen ( Daerden, nvdr) zoals op Gent niet zoveel moest lopen.”

Maar doorvoetballen, het blijft een probleem. “Ach”, zucht Claessens, “vorig jaar hebben ze mij ook vijf, zes wedstrijden gemist, alleen zitten ze nu met Tommy ( Mikulic, nvdr), Eric ( Matoukou, nvdr), Gonzague ( Vandooren, nvdr) en Hans ( Cornelis, nvdr) met een heel nieuwe verdediging. Je moet in de opbouw de spelers opzoeken die het lef hebben om de bal tussen de linies in te komen opvragen. Koen ( Daerden, nvdr) is bijvoorbeeld wel heel vaak aanspeelbaar, Sunday ook, of je past naar de rechts- of linksback. Maar het is wat zoeken in de opbouw nu. Ik denk vooral dat daarom de lijnen korter op elkaar zouden moeten. Maar ja, dan geef je meer ruimte weg in de rug van de verdediging. Het gevaar zal altijd wel ergens loeren natuurlijk.”

H ugo Broos besloot voor de Europese heenwedstrijd van vorige week in te grijpen en een middenvelder ( Faris Haroun) extra op te stellen ten koste van een spits ( Kevin Vandenbergh). Maar van de ene kant zeggen dat je ploeg meer vertrouwen moet hebben en van de andere kant tegen een door jezelf eerder haalbaar genoemde tegenstander wel overschakelen naar een meer verdedigend concept : sprak hier ook namens de coach geen gebrek aan vertrouwen uit ? Bovendien kweekte het ergernis bij Bob Peeters, die zich voorin nog meer geïsoleerd voelde en het zo niet verder vond kunnen, terwijl ook Kevin Vandenbergh zich niet schroomde openlijk zijn plaats weer op te eisen. Het was, kortom, een ontregeld RC Genk dat zondagavond Zulte Waregem in het Fenixstadion kreeg. Ook al omdat Broos nog eens een wijziging doorvoerde : Seyfo Soley kwam op de plaats van Matoukou en Justice Wamfor op die van Daerden, die op de flank dan weer Tom Soetaers naar de bank verdrong.

Beter voetballeverde het niet op, wel een blessure bij Beslija, een rode kaart voor de ingekomen Matoukou en alweer een tegendoelpunbt door slap verdedigen, maar ook : de eerste competitie-overwinning vna het seizoen, dankzij twee late doelpunten va invalr Stojanovic. Genk moet hopen dat de ommekeer is ingezet.

door Raoul De Groote

‘Als Oliseh tien meter hoger speelt, verliest hij zijn grote kracht.’ (Ariël Jacobs)’Het is in de opbouw wat zoeken naar de spelers die het lef hebben de bal tussen de linies in te vragen.’ (Gert Claessens)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content