RC Genk herademt na twee testwedstrijden tegen Standard : volgend seizoen speelt het toch Europees. ‘Van de eerste wedstrijd tot de laatste hebben ze zich tot op het einde ingezet.’

In het Fenixstadion was het seizoen 2004/05 dat van de onrust. Amper was RenéVandereycken als trainer bij RC Genk aangesteld of Jos Vaessen liet zich al ontvallen dat er toch zaken waren die hem van de trainer verrasten en die in hun uren durend voorafgaand gesprek niet aan de orde waren gekomen. Goed gewerkt, maar een moeilijk mens, heette dat later. Alsof ze in Genk niet eerder hadden kunnen weten hoe Vandereycken is. Alsof niemand kon weten dat Vandereyckens voetbal met overleg wordt gespeeld en niet dat van pompen of verzuipen is. En twee geloven op één kussen, daar slaapt nu eenmaal de duvel tussen. Welaan dan, vertrokken waren ze voor een seizoen mens-erger-je-niet.

Steeds weer slaagde de trainer erin de gangbare opinie tegen de haren in te strijken, steeds vaker werd het woord ‘extreem’ in de mond genomen als het over zijn perfectionisme ging. Hoeveel waren het er ook alweer, zeiden ze ? Twintig hotels – twintig, was het niet ? – twintig hotels waren de revue gepasseerd voor de trainer het goed genoeg vond om er tijdens een verre verplaatsing even halt te houden. Zeggen ze.

En dan dat gezwaai met die broeksriem op Standard, dat gedreig met een proces naar de vierde official op Sint-Truiden, dat furieus uithalen naar AiméAnthuenis, die vier basisspelers die in de halve finale van de intertoto ineens op de bank zaten terwijl de finale en de Uefacup een haalbare kaart konden zijn,… Steeds minder voelde de trainer ondertussen de behoefte zijn daden in de pers te verantwoorden. Wie begreep dat profvoetbal voor hem het tooggesprek hoort te overstijgen en hij het meest met de ploeg bezig is en het dus het best weet ?

Te eigengereid vinden ze René Vandereycken in het Fenixstadion, met het publiek geheim dat er geen tweede seizoen-Vandereycken zou komen als gevolg. Maar was het ook niet Jos Vaessen die met zijn steeds weerkerende uitlatingen de indruk wekte cavalier seul te spelen ? Maar weinig moest tegenvallen of daar was de voorzitter wel weer met een openbare mening. Maar tactvol ? Was het nu eens niet aanvallend genoeg wat de ploeg volgens hem liet zien, dan weer was het de trainers gedrag dat zijn furie opwekte. En blij met een herkansing voor Europees voetbal was Jos Vaessen in eerste instantie ook al niet op Cercle Brugge, want, moet hij hebben gedacht, een trainer die Europees voetbal haalt, ontsla je die ? Slap spel, dát was hem meer opgevallen.

Weg van zijn loslippig imago wil de voorzitter nu en hij wordt er daarom niet graag meer aan herinnerd, aan wat hij het voorbije seizoen allemaal heeft laten optekenen. Wie begreep dat hij zijn commentaren als die van een supporter bedoelde ? En hoe het opgeblazen en verkeerd weergegeven werd !

Edoch, Vandereycken en Vaessen hadden beter moeten weten, ervaren als ze zijn. Maar Genk eindigde de competitie ondertussen wel knap als gedeeld derde. Niet slecht voor een ploeg die meer extrasportief dan sportief in het nieuws is geweest.

Hoe goed was Genk ? Eric Vanlessen, onder andere oud-jeugdspeler van Standard, oud-speler van Winterslag en scout voor de nationale ploeg : “Dit was, op de misstap in de beker na, zeker geen slecht seizoen. In het begin van het seizoen was de ploeg niet zo sterk, maar er werd stevig verdedigd. Ik heb de indruk dat het aantal tegendoelpunten is teruggelopen omdat ze steviger en beter uitverdedigen dan andere jaren. Dat kunnen uitvoetballen hangt uiteraard ook af van de beweging van de andere spelers. De aanwezigheid van Claessens in de verdediging heeft daar misschien veel mee te maken, omdat hij de leiding geeft die ze achterin alledrie wel een beetje kunnen gebruiken en daardoor samen met Moons de patron achterin is én altijd op hoog niveau heeft gespeeld.

“Met Cornelis, van wie ik me een sublieme wedstrijd herinner dit seizoen, hebben ze nu een heel goeie vervanger voor Priske. Jong én Belgisch bovendien, wat ook wel eens mag als nu al drie van de vier verdedigers buitenlanders zijn – zonder dat ik iets tegen buitenlanders heb, hoor, integendeel zelfs, als ze beter zijn. Dat er vaak met een of twee controlerende middenvelders werd gespeeld, wil niet zeggen dat Genk verdedigend heeft gevoetbald. Want je krijgt in zo’n systeem meer vrijheid voor andere spelers omdat zij de gaten dan makkelijker dichtlopen voor Soetaers of Daerden op links en Chatelle of Beslija, allebei niet van de traagste, op rechts. Wamfor is daarin net als Soley van enorme waarde, maar qua uitvoetballen niet zo sterk, vind ik persoonlijk. Wamfor loopt wel alles dicht, maar Soley is uitvoetballend iets beter, kopbalsterker ook door zijn postuur.

“Hoewel ik Soetaers persoonlijk wat vond tegenvallen, zijn de aankopen die ze in de winter deden allemaal meegevallen en een meerwaarde. Als Stojanovic vroeger was gekomen en als hij zich zo blijft doorzetten, gaan ze daar volgend seizoen een dikke speler aan hebben. Dat Kevin Vandenbergh de helft beter geworden is, zou ik niet durven zeggen – hij wás al een belangrijke speler – maar hij is toch gegroeid. Hij is misschien niet de targetman zoals men in Genk wil, maar Belgische spitsen van zijn niveau moet je al ver gaan zoeken. Hij heeft achter de spitsen veel meer leren lopen, is ook steviger in de duels, maar hij blijft het gevaarlijkst in het strafschopgebied. Al heeft hij er ook voetbalintelligentie bij gekregen : zijn actieradius is groter, hij draait beter met een man in de rug, ziet sneller de vrije man en hij heeft nog altijd die enorme reactiesnelheid.

Engelaar is dan weer iemand die je niet op één plaats kan vastpinnen, een heel eigenaardige speler, die vooral een meerwaarde biedt in een heel vrije rol. Op de linkerflank, achter de spits, in de spits… Persoonlijk zie ik liever Koen Daerden op de flank dan Engelaar omdat Daerden die inzet heeft, dat loopvermogen om dertig, veertig meter te overbruggen.

“Ik heb heel veel wedstrijden van Genk gezien en ik kan niet zeggen dat de ploeg niét in evenwicht was : Genk was een sterk geheel met succesvol resultaatvoetbal. Of het attractief was, dat laat ik in het midden ( grijnst). Je kan niet zeggen dat het slecht was, wel met ups en downs, soms zelfs in één wedstrijd. Men verwijt soms de trainer dat hij te veel wissels doorvoerde, maar dat is ook nodig de dag van vandaag. Als je ziet hoeveel en welke wedstrijden er worden gespeeld : dat is niet meer wandelen op het plein, hé.

“Een van hun sterke punten was dat ze zich van de eerste wedstrijd tot de laatste altijd tot op het einde hebben ingezet : tegen Brussels scoorden ze in de 93e minuut en op Cercle ook in de laatste minuten. Dan moet je mentaal en fysiek sterk staan. Daarover is geen discussie mogelijk. Maar als ze volgend seizoen de Champions League willen halen, zullen ze niet te veel mogen laten vertrekken.”

door Raoul De Groote

‘De leiding van Claessens kan Genk achterin gebruiken.’ (Eric Vanlessen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content