Met de bouw van een nieuw stadion glorend aan de einder stuurde AA Gent alvast zijn ambities voorop. Of hoe maak je van een droge bloem een fris boeket.

Een rijke geschiedenis ? Pfoeh, Gent heeft het. Een historisch centrum ? Aanwezig. Terrasjes en cultureel leven ? Ook. Een wereldhaven, economisch hinterland en een bloeiende middenstand ? En of. Nobelprijswinnaar ? Al sinds 1911, met MauriceMaeterlinck. Een Manneke Pis ? Jawel. In het straatje achter het Mexicaans restaurant aan het begin van het Patershol, boven een deur. En een beetje voetbalploeg van niveau, grijnst u ? Ai.

Gent, het beschikt over veel troeven, maar als het op voetbal aankwam, viel er de laatste jaren weinig op te snijden. Fluitconcerten waren het veeleer die in het Ottenstadion van de tribunes weerklonken. Behept als AA Gent is met het wegwerken van zijn schulden konden de prioriteiten lange tijd niet bij de kwaliteit van de spelerskern liggen. Maar nu over twee jaar met de bouw van een imposant Arteveldestadion zal worden begonnen, wilde Gent graag tabula rasa maken. Nog altijd met de knip op de beugel, dat wel, maar toch een nieuwe start met een andere bezetting.

Voorlopig wist AA Gent vorige week alleen PatrickDimbala en BrechtVerbrugghe te slijten aan respectievelijk Excelsior Moeskroen en KV Kortrijk. Afvloeien moet er evenwel nog een aantal, uitpuilen als de A-kern doet met dik dertig spelers sinds de komst van zeven nieuwe krachten : StephenLaybutt, BjörnDeConinck, WouterVrancken, die voor drie seizoenen tekenden, en MaâmarMamouni, NordinJbari, SteveCooreman en NicolasLombaerts, die een contract voor twee jaar kregen.

Daarmee was Gent, op zoek naar een nieuw elan, ongetwijfeld ’s lands bedrijvigste club op de vroege transfermarkt. Met Stephen Laybutt haalde het een Australische bonk die centraal maar indien nodig ook als linksachter kan worden uitgespeeld en vorig seizoen een van de revelaties was bij Moeskroen. Met Björn De Coninck een bij Westerlo met de gezondheid sukkelende maar harde rechtsachter, die zich door een uitdagende tegenstander echter wel gemakkelijk tot een gele kaart laat verleiden. En met Nicolas Lombaerts, een van Club Brugge overgenomen eerstejaarsstudent in de rechten, bruikbaar centraal of als linksachter. Op het middenveld liet Wouter Vrancken, de verdedigende middenvelder van Sint-Truiden, zich na het be- kendraken van zijn transfer al in maart aan de voet opereren, waardoor hij de voorbereiding moet kunnen halen. In eenzelfde rol moet ook Maâmar Moumouni, een Fransman met een voorgeschiedenis bij Ajaccio, Le Havre, Créteil en La Louvière, kunnen spelen. In tegenstelling tot Steve Cooreman, eerder een energieke rechtermiddenvelder. Voorin zal het voor Nordin Jbari zaak zijn te bevestigen dat hij na zijn rentree bij Cercle Brugge zijn in het buitenland verslapte carrière verder kan opkrikken.

De ploeg die ze komen versterken, is er een die vorig seizoen helemaal aan de grond zat. “Op de counter”, analyseert DavidVanhoyweghen, “hebben we onze sterkste wedstrijden gespeeld, wat betekent dat we als groep te weinig zelf de bal hebben gehad. Mustapha Oussalah kon na nieuwjaar voor wat meer diepgang zorgen, maar er waren buiten hem eigenlijk geen echte flanken, geen nummer tien, niemand voor doel die sterk was met de kop, geen echt uitgesproken systeem. Vroeger met iemand als Alexandros Kaklamanos wist je : lange bal naar voren, scoren en je kon beginnen te verdedigen. Vorig seizoen was het elke keer hard zwoegen en was je al blij met een gelijkspel, wat we dan ook veel gehaald hebben.”

Drie keer slechts wist Gent thuis te winnen. “De meeste tegenstanders lieten ons thuis het spel maken en wij wilden wel, maar we konden niet”, zegt Vanhoyweghen. “Als we dan na een half uur nog geen bal tussen de palen hadden gekregen, begon het publiek te fluiten en aanvallend waren wij niet klaar om tegen die druk te vechten. Een nummer tien aan wie je die bal eens kwijt kon, dat hadden we niet, dus konden wij het achterin ook niet altijd volhouden. Altijd breed of terug moeten spelen : zo blijf je verdedigen natuurlijk. We misten iemand die de diepte zocht. Matthieu Verschuere heeft het wat gedaan, maar uiteindelijk is dat vlak voor de verdediging niet zo efficiënt. Al waren we wel blij dát hij de bal opvroeg, natuurlijk. Maar het is juist dat voor de eigen backlijn breien dat niet zo mooi oogt. Als je dan met lange ballen naar Venance Zézéto of Ivica Jarakovic moet gaan werken, weet je dat je de kopduels kan verliezen. Bovendien haalden we de tweede bal ook dikwijls niet. Waardoor je tegen het eind van de match met zo’n druk zat achterin dat je vaak met één doelpunt verschil verloor. Er moést iets gebeuren. Veel zal straks afhangen van de start die we nemen, die zal goed moeten zijn, maar dan is in Gent alles aanwezig om een sfeervolle club te zijn. Dat ze een trainer als Georges Leekens nemen, wil toch zeggen dat er ambitie is. Anders zou die, denk ik, niet geïnteresseerd zijn.”

Opmerkelijk is het voor een ploeg die op spektakel hoopt wel dat van de zeven nieuwkomers er slechts één spits is, drie verdediger zijn en drie middenvelder, waarvan twee centraal verdedigende. Was het niet net dat onevenwicht, te veel recupererende spelers en te weinig opbouwende, dat Gent vorig seizoen parten speelde ?

Met Jbari voorin en Cooreman als mogelijke rechterflank moet wel meer diepgang mogelijk zijn, maar het is niet uitgesloten dat Gent, zoals Leekens wil, nog een aanvaller aantrekt, misschien ook wel een creatieve middenvelder en/of een jonge doelman. “Bovendien”, wijst manager MichelLouwagie, “beschikken bijna al onze nieuwe middenvelders nu wel over scorend vermogen. Daar hebben we ze bewust voor gekozen. Mamouni heeft er vorig seizoen zeven gemaakt bij La Louvière, Cooreman vijf bij Germinal Beerschot en Vrancken heeft gescoord tot hij geblesseerd raakte. Zelfs Laybutt heeft er als verdediger een gemaakt. En Jbari, daarvan weten we dat hij kan scoren.”

Zijn wensen om de kern te stofferen neemt Leekens voor de zekerheid ruim – drie wil hij er nog bij – maar afhangen zal de invulling ervan grotendeels van welke spelers de club eerst nog van de hand kan doen. “Het geraamte”, zegt Louwagie, “staat er, laat ons zeggen. Ik begrijp natuurlijk perfect dat een trainer zoveel mogelijk spelers probeert te krijgen, maar nu zitten we op het punt dat we een beetje moeten wachten op wat weggaat. We hebben nu eenmaal een totale loonkost in ons hoofd waar we niet boven gaan.”

Nordin Jbari maakte er vorig seizoen bij Cercle elf. Zeven jaar geleden speelde hij al eens één seizoen in Gent, Nordin Jbari, toen opgevist uit het tweede elftal van Anderlecht en gebrand om te laten zien dat hij het in eerste klasse wel degelijk ook kon. Een maand of twee stond AA onder LeiClijsters in de top van de rangschikking, maar uiteindelijk moest het nog spartelen om in eerste te blijven. SandyMartens, inmiddels ook terug op het nest, haakte in die ploeg een beetje af naar rechts en IgorCalo en ValéryNtamag waren de alternatieven centraal, herinnert Jbari zich. Zelf was hij goed voor veertien doelpunten toen, de chou van het publiek, maar ook de bron van ergernis in de groep.

Nordin Jbari : “Ik ben blij dat ik mijn eerste supporters terug kan vinden. Ik denk dat we er iets groots van kunnen maken. Hoe het nu zal klikken, zullen we moeten afwachten, maar ik weet dat ik veel zal moeten werken om mijn plaats te verdienen en het collectieve op de eerste plaats laten komen. Ik ben niét de joueur terrible zoals men links en rechts beweert. Ik heb de supporters in Gent destijds alleen maar als goed ervaren, ze hebben ons geholpen in eerste te blijven. Nadien zijn ze betere resultaten gewoon geraakt, dus is het logisch dat ze kritischer zijn geworden. Maar zelfs Zinédine Zidane en Diego Maradona kregen al eens kritiek, waarom wij dan ook niet ( lacht) ?”

Georges Leekens kent Jbari, liet hij bij zijn aantreden weten, van binnen en van buiten. Van bij de nationale ploeg, waar Jbari eerst door Wilfried VanMoer werd opgeroepen en vervolgens één wedstrijd onder Leekens speelde. Maar omgekeerd kent Jbari Leekens vooral van horen zeggen. “Uiteindelijk ben je daar bij de nationale ploeg maar een of twee dagen samen. Maar wat ik wel zie, is dat hij overal waar hij gaat goeie resultaten haalt. Hij is, vind ik, eigenlijk de laatst overgebleven grote trainer in België. Voor de rest zie ik vooral veel jongere trainers, wat, pas op, ook niet slecht is, hé. Leekens straalt ambitie uit. Als hij bij wijze van spreken zegt dat hij eerste wil worden, word je misschien tweede of derde ; als je zegt dat tweede of derde worden ook al goed is, word je misschien tiende. Dat zal nooit gebeuren als je zegt dat je de beste wil zijn. Ik ben ook zo. Gent is ondertussen bovendien een grotere club geworden, dus moeten we volgend seizoen ook gewoon durven de groten te ambeteren.”

door Raoul De Groote

‘Het geraamte staat er.’ (Michel Louwagie)

‘Ik denk dat we er iets groots van kunnen maken. ‘ (Nordin Jbari)

‘We misten iemand die diepte zocht.’ (David Vanhoyweghen)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content