Het geslacht De Clercq: ‘Gent is zelfbewustzijn, positief voetbal én uitgaan van eigen kracht’

© FILIP NAUDTS

Zet de Gentse burgemeester Mathias De Clercq aan tafel met zijn oom Alexis en gooi hen de term KAA Gent voor de voeten: na ruim 75 minuten is het duo nog niet uitgepraat over de kampioen van 2015. Hun volgende doel voor een triomftocht: de bekerfinale. ‘Laat Vadis ons maar naar de zege loodsen.’

De begroeting is hartelijk aan de Topsporthal Vlaanderen, vlak bij de Watersportbaan op een zonnige zaterdagvoormiddag begin april. De Gentse burgemeester Mathias De Clercq (37) parkeerde zijn wagen iets verderop. Na een korte wandeling valt de Open VLD-politicus en kleinzoon van Willy De Clercq vrij spontaan in de armen van oom Alexis, bijna 64 en ‘al sinds Sport 70 lezer van jullie magazine’.

Brecht Dejaegere en Birger Verstraete dromen ervan om met die beker op het dak van de bus de stad binnen te rijden in een echte volksmassa.

Mathias De Clercq

Oud-basketinternational Kamiel Dierckx passeert op de parking in zijn witte auto. Direct wijst die op het T-shirt van Alexis, ex-werknemer van Sport Vlaanderen, want het oud-bestuurslid van KAA Gent (van 1980 tot 1999) pakt uit met een opvallend exemplaar. ‘Een leeuw, maar met de hoofdtooi van een indiaan. En natuurlijk in onze favoriete blauwe kleuren.’ Zijn neef gniffelt. ‘Ik zie dat je hier ook al goed je best deed. Dat standbeeld van die drie lopers hier buiten is in het lichtblauw, ook het logo van Sport Vlaanderen en rondom de Topsporthal in onze favoriete kleur duidelijk aanwezig. Mooi zo. Maar laat het ons snel hebben over die prachtige voetbalploeg uit de Ghelamco Arena.’

Verbindingsgevoel

Alexis: ‘Ik spreek nog altijd over La Gantoise, sorry. Dat zal altijd zo blijven, want het zit er zo ingebakken.’

Mathias: ‘In het Gents klinkt dat inderdaad prachtig. Ik koester de kostbare jeugdherinneringen met de Buffalo’s fel. Op mijn achtste kreeg ik de keeperstrui van Francky Frans, met Maes Pils als hoofdsponsor, en zijn handschoenen. Ik ga dat beeld nooit vergeten. Zeker omdat we in tweede klasse speelden, voor de promotie naar Eeklo moesten en het daar na een heroïsche strijd haalden. Met René Vandereycken als coach.’

Alexis: ‘Een echte overrompeling werd het, in prachtig weer. Bompa was erbij, Mathias. We reden zelfs samen. Normaal was ik uitgenodigd voor een autorally. Dat plan moest snel worden aangepast. Alles moet wijken voor de Gantoise. Mijn vrouw ging op bezoek bij een vriendin. Wij trokken naar het voetbal en bouwden daarna nog een stevig feestje op de terugkeer naar de hoogste klasse.

‘Mijn vader was supporter, zat in het bestuur, maar hij had weinig tijd om wedstrijden te zien. Wij trokken, vanaf mijn tiende ongeveer, altijd mee. In dat eerste seizoen stond Mance Seghers in doel en eindigden we in de middenmoot. Het jaar nadien degradeerden we. Dat gebeurde op Standard, James Storme weigerde mee te spelen. Tegen Club Brugge verloren we met 0-2, waar Fernand Boone een penalty stopte van Eric Lambert omdat hij had gezegd welke kant hij zou kiezen. ( grijnst) Zelfs toen gunde blauw-zwart ons al niets.

‘Bij ons hadden we Moetje, iemand die bij ons thuis kwam helpen om te kuisen. Haar man, Eduard, die we Pè of Peetje noemden, was een enorme Buffalo. Dankzij hem zaten wij niet alleen constant in het Ottenstadion, ook in Beringen of Tongeren kwamen we. Of Sclessin. Na verloop van tijd haakte mijn broer Yannick af, door het begin van wat politieke interesse. Ik bleef Pè met veel passie vergezellen. Moetje reed lang mee, tot ze MS kreeg. Tot haar dood zorgde onze familie voor haar opvang. Peetje kreeg me echt zot van het voetbal. Zijn verhalen waren hilarisch. Ik hing aan zijn lippen en groeide zo mee. Nooit zou ik onze ploeg in de steek laten. Dat verbond sloten we snel.’

Mathias: ‘Ik herken dat verbindingsgevoel. Vanaf mijn zestiende maakte ik de opgang mee. Aanvankelijk zat ik met bompa en mijn vader op de eretribune. Maar ik verhuisde iets nadien naar de spionkop, waar de staanplaatsen waren ingeruild voor een overdekte zittribune. Tien rijen onder de horloge, met mijn eigen abonnement. Het beeld van de klok met de kerk op de achtergrond van het Ottenstadion blijft voor altijd in mijn geheugen gegrift. Het meest onder de indruk was ik van die massageoliegeur in de kleedkamers, waar ik als kind vaak binnen ging, of die oud-strijders met hun vlaggen die een erehaag vormden. Die fierheid voor ARAG. Typisch Gents. Dat supporterslied en het scanderen van ARAG, daar krijg ik nog altijd kiekevel van.’

Alexis: ‘Sinds 1996 zit ik hier in de voormalige Blosogebouwen. In die periode gebruikte Lei Clijsters die open ruimte hiernaast als oefenveld. Ze kwamen destijds met de bus naar hier, maar die viel blijkbaar meer in panne dan dat hij reed. De legende wil dat Frank Dauwen zich ooit op de grond moest leggen om de defecte versnellingspook vast te houden. Het waren de financieel moeilijke tijden. Chapeau voor Lei, dat hij het drie jaar zo vol hield.’

Alexis en Mathias De Clercq: 'Het moet een feest worden voor alle Genteneirs.'
Alexis en Mathias De Clercq: ‘Het moet een feest worden voor alle Genteneirs.’© FILIP NAUDTS

Mathias: ‘We ontdekten zo wel jongens als Sandy Martens van Olsa Brakel, Kenny Verhoene van Lovendegem, Axel Smeets, Ronald Foguenne en Mohammed Barka. Die eerste competitiewedstrijd was tegen Beveren in den Ot. We wonnen met 2-1, Martens scoorde de eerste op voorzet van Smeets. Ik vond dat een charmante periode, met veel streekjongens. Dat zorgde voor veel herkenning bij de supporters. Een schone tijd.

Ik kan een nederlaag nog altijd moeilijk verkroppen.’ Alexis De Clercq

‘Wij steunen onze ploeg onvoorwaardelijk, ook al kan ik – als ex-voetballer, weliswaar op amateurniveau – niet om met verlies. Met een bus trok ik ooit mee naar Parijs, voor de Intertoto tegen PSG. Onder Henk Houwaart werd het 7-1. Op ons kas, hé. Ibrahima Faye scoorde daar magistraal, in de winkelhaak. Een wereldgoal. Hij kreeg van het gehele stadion een staande ovatie. Onvergetelijk. Op de terugrit was het muisstil, door die pijn van dat verlies. Even prachtig waren de verplaatsingen naar Lausanne en Frankfurt. Maar memorabel was voor mij ook de 0-0 voor de Intertoto in 2005 tegen Valencia, toen Nicolas Lombaerts achtereenvolgens Marco Di Vaio en David Villa in zijn achterzak stopte.’

Alexis: ‘Ook ik kan een nederlaag nog altijd moeilijk verkroppen, omdat ik zo begaan ben met mijn favoriete ploeg en hun prestaties. Het ideale scenario bestaat er uit dat de Gantoise op vrijdagavond speelt en wint, dan kan je een geheel weekend genieten. Sowieso kan ik na een wedstrijd maar moeilijk de slaap vatten, doordat mijn lijf vol adrenaline zit. Winst of verlies, dat maakt niet uit. Ik lig altijd nog wat te woelen.’

Mathias: ‘Ik ben daar ook heel ambetant in, want het kan geheel je weekend verknallen. Als we onderuit gaan op zondagavond, dan krijg ik het nog altijd niet over mijn hart om op maandagmorgen de sportkrant te lezen. Dan eet ik mijn pistolet over de middag op zonder lectuur, terwijl ik ze bij winst er nog graag eens bijneem. Iedereen op het werk weet ondertussen dat ze mij na verlies van de Buffalo’s een beetje meer met rust moeten laten, zodat het wat kan bezinken. En zeker niet over het voetbal beginnen.’

Heldentocht

Alexis: ‘Onze Ghelamco Arena maakt bij mij iets extra los van binnen. Ik ben zo trots dat wij over het meest moderne stadion van België beschikken.’

Mathias: ‘Het blijft een schitterende heldentocht wanneer ik met ons zoontje Cezar met de fiets naar daar trek. Amper vijf tot tien minuten, maar samen met die sjaal rond onze nek… Dat familiemoment koester ik sterk. Het leuke is dat ik, net zoals mijn bompa, pa of oom vroeger, die verhalen doorgeef. Dat verenigt generaties en mensen.

‘Die drang naar voren typeert onze Buffalo’s en werd er sterk ingepompt door HeinVanhaezebrouck. Dat blijft absoluut zijn grootste verdienste. KAA Gent is zelfbewustzijn, positief voetbal brengen én altijd uitgaan van eigen kracht. Alleen zo behaalden we in de Champions League resultaat tegen Lyon, Valencia en Zenit. Met JessThorup zie ik dat terug, maar het heeft wat meer tijd nodig.’

Alexis: ‘Je hebt de onverzettelijkheid nodig van Dylan Bronn, Timothy Derijck of Birger Verstraete. ‘

Mathias: ‘Ik ben blij dat we nu ook weer een Gentenaar in onze basisploeg hebben die echt toont wat hij in zijn mars heeft. Vadis Odjidja als strateeg en spelbepaler, die onze ploeg naar een hoger en constanter niveau kan stuwen. Dat blijft zo’n belangrijke schakel. Ik geloof daar sterk in. Een echte Strop van de Malemwijk, waar hij opgroeide.’

Alexis: ‘Qua speelstijl is hij niet vergelijkbaar, maar qua denkwijze doet Vadis me terugdenken aan Aad Koudijzer. Die zei letterlijk: ‘Geef mij de bal en ik zal bepalen hoe rap we zullen beslissen’. Nu ligt het tempo veel hoger, maar als we het vergelijken met de ploeg te dragen en succes te bepalen dan is Vadis daartoe ook in staat. Laat hem ons maar naar de bekerzege loodsen.’

Mathias: ‘Vadis blijft een herkenningspunt, net zoals Gunther Schepens als teammanager. Prachtig. Ik vind dat belangrijk, qua lokale verankering.’

Spontane omhelzing

Alexis: ‘Die terugwedstrijd voor de halve finale in Oostende was een ferme thriller. Ik werd daar in één duel een paar jaar ouder.’

Mathias: ‘Na afloop ben ik daar echt in de armen gevallen van onze voorzitter in de gang. Een spontane omhelzing, uit fierheid. Zo opgelucht was ik. Maar ook omdat ik terugdacht aan onze vorige bekerfinales. In 2008 vertrok ik met mijn madam, met een bus vol supporters vanuit Sint-Denijs-Westrem, maar verloren we onder Trond Sollied jammer genoeg van Anderlecht. Twee jaar later, toen we wel wonnen van Cercle Brugge onder Michel Preud’homme, was ik er ook bij op de Heizel. Later hielden we nog een groot feest op het Sint-Pietersplein. Terug naar Brussel, dat is voor veel Gentenaars iets moois om naar uit te kijken. Op donderdagmorgen hebben we altijd schepencollege. Het eerste agendapunt na de plaatsing voor de bekerfinale was mijn voorstel voor een fanevenement op het Sint-Pietersplein. Er volgde een unaniem akkoord. Het komt er ook. Met dank aan de vele studenten, die hun loopwedstrijd verlegden.’

Alexis: ‘Dat blijft knap. En het toont aan hoe groot de solidariteit tegenwoordig is.’

Mathias: ‘Het leeft ook sterk bij de spelers. Brecht Dejaegere en Birger Verstraete bevestigden me al dat het hun droom is om met die beker op het dak van de bus de stad binnen te rijden in een echte volksmassa, vol sfeer en gezelligheid. Daar willen wij natuurlijk ook bij zijn.’

Alexis: ‘Zo’n finale in de middag, met mooi stralend weer, dat wordt opnieuw een memorabele gebeurtenis.’

Mathias: ‘Nu is het weer een topscenario, met de aftrap om half drie. Dat betekent er al zijn rond 11 uur. Hopelijk is er ook weer zo’n supportersdorp aan het Atomium. Echt indrukwekkend, het leek wel of geheel Gent was uitgezwermd naar Brussel. Super. We gaan met onze nieuwe ploeg van het stadsbestuur, die echt heel goed aan elkaar hangt, samen naar de bekerfinale. We kijken er enorm naar uit.’

Alexis: ‘Wij doen het ditmaal iets anders. De vorige twee keer had ik zelf een bus ingelegd. Maar we waren het wat beu om op die grote parking te moeten wachten op iedereen, naast de duur om daar weg te geraken. Daarom bedachten we volgend plan: we gaan met de auto, verzamelen al om 10 uur op de Grote Markt, reserveerden voor een brunch en trekken achteraf met het openbaar vervoer naar de Heizel.’

Mathias: ‘ Vree wijs.’

Alexis: ‘En sowieso volgt er nog een afsluiter op het Sint-Pietersplein. Ik verwacht niet dat we met 7-0 zullen verliezen.’

Mathias: ‘De uniciteit van de kampioenviering en die mensenzee valt niet meer te evenaren. Natuurlijk droom ik van een nieuwe titel, het liefst tijdens mijn bestuursperiode. Hen mogen ontvangen op het stadhuis zou fantastisch zijn. Er waren slechts twintigduizend toegangstickets voor het stadion, daarom dat we met een groot scherm op het Sint-Pietersplein het probleem oplossen. Ik verwacht daar opnieuw veel volk. Het mag en moet een feest worden voor alle Genteneirs. Het is een droom om die beker in de lucht te steken als burgemeester.’

Alexis: ‘Natuurlijk. Mensen snakken naar die momenten.’

Giorgi Tsjakvetadze, een man van de acties.
Giorgi Tsjakvetadze, een man van de acties.© FILIP NAUDTS

‘Tsjak is een klasbak’

Alexis de Clercq: ‘ Jess Thorup is een man met een plan, die wil bouwen aan iets. Door hem beschikken we met Alexander Sørloth weer over een goudhaantje. Hij wil werken met jonge talenten, maar heeft de vaste overtuiging om een nieuwe titel te veroveren.’

Mathias de Clercq: ‘Op de Halfvastenfoor maakte hij een sterke indruk in ons gesprek. Iemand met een echte voetbalvisie, een warm persoon die duidelijk beseft hoe belangrijk peoplemanagement is. Dat hij telkens na een wedstrijd de eigen aanhang nog groet, zegt veel over zijn persoonlijkheid. Kunnen we dit team samenhouden, dan zit er weer iets moois aan te komen. Ik ben absoluut een believer. We missen nog het extra pigment met de acties van Giorgi Tsjakvetadze. ‘

Alexis: ‘ Tsjak is een klasbak. Het komt er op neer om de puzzelstukjes goed te blijven leggen. Ik ben een Beatlesfan. Op de Nieuwjaarsreceptie stond ik een uur bij assistent Johnny Mølby, wiens neef Jan nog bij Liverpool voetbalde. Hij bevestigde me daar dat Thorup altijd uitgaat van een offensieve denkwijze. Die overtuiging past perfect bij KAA Gent.’

‘We komen almaar dichter bij de echte top in België’

Mathias de Clercq: ‘Voor de continuïteit en uitbouw van de ploeg is het belangrijk straks weer te kunnen uitpakken met Europees voetbal. Mits twee tot drie gerichte versterkingen en geen vertrekkers, dan moet KAA Gent toch stilaan gewapend zijn om mee te strijden voor een nieuwe titel.’

Alexis de Clercq: ‘De Gantoise is nu een Belgische topclub.’

Mathias: ‘We komen almaar dichter bij de echte top. Zeker structureel. En qua accommodatie, naast het aura die HeinVanhaezebrouck installeerde, moeten we toch voor niemand meer onder doen. Daarom moet het bestuur Jess Thorup kansen geven in zijn traject. Naast de dertigers NanaAsare, VadisOdjidjaen TimothyDerijck zit je met veel jongens met nog doorgroeimogelijkheden. De toekomst oogt dus mooi. Na een nieuwe trofee zijn we weer vertrokken.’

Alexis: ‘Elke topclub leeft van prijzen. Alleen zo kan je je verder ontwikkelen.’

Mathias: ‘( lacht) Jess we can!’

Alexis: ‘Ik zeg altijd tegen mijn vrienden: je moet van mijn vrouw, kinderen en mijn voetbalploeg blijven. Al de rest trek ik mij niet aan. Forza Buffalo.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content