Heeft de zege bij Aalst, de eerste in anderhalve maand, de crisis in Anderlecht verdreven ?

Gui Polspoel : Dat zal moeten blijken. Ik heb de indruk dat ze niet echt bedreigd werden door Aalst. Dat wijst erop dat ze zich na Real herpakt hebben. Het pruttelen tegen elkaar, de uitvallen van een wat gefrustreerde De Wilde, afgunst tegenover de nieuwe mannen met de dikke contracten : deze prestatie bewijst dat het allemaal niet zo diep zit, of dat het misschien wel is uitgepraat. Allicht is de rol van Anthuenis daar belangrijk, hij weet heel goed wat er leeft in zijn groep, kan anticiperen en het weer allemaal aan elkaar lijmen. Natuurlijk is er ook de vraag wat Eendracht Aalst waard was. Nog ongeslagen, oké, maar misschien blijkt in de komende weken – en ik verwacht dat wel – dat het naar zijn echte plaats zal worden teruggestuurd. Anderlecht heeft niet de echte tweede geklopt.

Anderlecht heeft tijd nodig, zegt aanvoerder Glen De Boeck.

Als ze vrij snel Stoica en Baseggio naar hun oude niveau kunnen optillen, is dit nog steeds de ploeg met de meeste kwaliteit. Daar ben ik het mee eens. Als op termijn ook Jestrovic op zijn oude niveau terugkeert, dan blijft Anderlecht titelkandidaat nummer één. Tot vandaag was de vraag hoeveel ze achterop zouden liggen op het moment dat ze op toerental komen, en of het allemaal nog bij te benen was. Ik vind ook dat ze achteraan wat krap zitten. Haal De Boeck weg en ze hebben een enorm probleem.

Een probleem waarvoor de eigen jeugd blijkbaar ook geen oplossing biedt. Anders moesten ze niet inderhaast van aanvaller Joris Van Hout een verdediger maken.

Doorstroming uit de jeugd zou er moeten komen op basis van een beleid dat pakweg vijf jaar geleden moest begonnen zijn. Dat is er nog altijd niet. Anderlecht trekt wel talenten aan, maar een jeugdbeléid, met de klemtoon op dat laatste, is er niet. Zeker niet vergeleken bij de Franse voorbeelden. In Anderlecht is Baseggio de laatste geweest die er kwam, en ik zie niemand op komst. Vóór Baseggio was het Crasson en dat was al vier, vijf jaar daarvoor.

Club Brugge leed zijn eerste nederlaag.

Het zat er wat aan te komen, ondanks dat maximum. Elke keer was het knokken, speelden ze een zwakke eerste helft, kwamen ze op achterstand, zelfs tegen La Louvière, waarna ze op kracht en fysiek terugkeerden. Door te poweren, de tegenstander in eigen doel rammen. Dat is geen recept waar je een seizoen lang op kan teren.

Misschien is het geen toeval dat iemand als Rune Lange voor de goals zorgt.

Neen, neen. Dat is zijn gelijk – en ook dat van Sollied natuurlijk -, want iedereen veroordeelde Lange al. Als je hem ziet voetballen en zijn cijfertjes niet kent, zou je denken dat hij nooit een grote spits kan zijn, maar dat soort mannen ramt ze er wel in. Of het nu met knie, het scheenbeen of de billen is. Ik denk dat bij Club Brugge te zien is wat we vorig jaar ook al zegden : een gebrek aan intrinsiek talent.

Trond Sollied haalde Tjörven De Brul, die bij het eerste Genkse doelpunt in de fout ging, net voor de rust naar de kant.

Of je doet het onmiddellijk of je doet het in de rust, maar zo’n speler laten staan en dan net voor de pauze toch naar de kant halen, is een onnodige publieke blamage die ik absoluut niet begrijp. Dan ben je een slechte psycholoog.

Vooral als je hem een maand eerder al geen dienst bewees door hem de beste verdediger van België te noemen.

Dus is het eigenlijk ook een publieke blamage voor zichzelf. Zoiets doe je niet met volwassen mensen. Je kan gerust iemand uit een wedstrijd halen, iedereen mag een slechte dag kennen, maar voor een vol huis een volwassen man te kakken zetten, vind ik schandalig.

De Genkse remonte lijkt geen toeval meer : sterk thuis met een doelpuntenverhouding van 14-4, een eerder ook een gelijkspel bij Anderlecht.

Het economisch en financieel potentieel van Genk is groter dan dat van Brugge. Ons voetbal heeft dat nodig. Het is niet een kleine club – met alle respect dat ik voor ze heb – die door een goed seizoen te draaien ons voetbal nieuwe impulsen zal geven. Je hebt Westerlo’s en Aalst’en nodig, maar zij tillen ons voetbal niet omhoog. Genk schept perspectieven. De twee groten hebben ze nu al achter de rug, en bij hen thuis zie ik niet veel ploegen punten pakken.

Exponent van het nieuwe Genk : de wedergeboorte van Wesley Sonck, vorig seizoen zo vaak verguisd.

Een lefgozertje met een behoorlijke basistechniek, een knokkertje, snel, door niemand uit zijn lood te slaan, iemand met de kwaliteiten van een Radzinski. Hij moet alleen nog leren dat persoonlijkheid niet is te pas of te onpas tegen een scheidsrechter lopen blaffen. Zolang het voetbal bestaat, heeft dat nog nooit iets opgeleverd. Het brengt alleen hem en de club schade toe, want het kost vaak onnodige gele, soms zelfs rode kaarten. Maar goed, dat hoort misschien bij zijn temperament, dat één van zijn sterke punten is.

Zaterdag hebben we Kroatië-België. Sonck of Mpenza ?

Dat hangt af van de manier van spelen en de fitheid van Wilmots. Sonck kan beter geïntegreerd worden in het samenspel, terwijl Mpenza meer het eindpunt van een actie is. Waar kiest de bondscoach dan voor ? Misschien is Wilmots wel in staat om te spelen, maar ik acht het onwaarschijnlijk dat hij een behoorlijk niveau kan halen. Dat kan ik niet geloven. Hij is wel een speciale man, maar of dit nog gezond is ? Probleem is misschien dat de nationale ploeg rond Wilmots is gebouwd en dat er niet direct een vervanger is. In functie van de oplossing zal allicht de keuze tussen één van die twee spitsen worden gemaakt.

AA Gent is ongeslagen. Is het een topclub ?

Ik heb ze twee keer aan het werk gezien in uitwedstrijden, maar naar ik hoor is hun voetbal thuis iets beter. Het maximum staat er, maar de maand die nu volgt – met wedstrijden tegen Anderlecht, Genk en Club Brugge – zal ons meer leren over hun werkelijke waarde. De organisatie is solide en moeilijk te bespelen, de groep is goed. Ik vind het alleen wat spijtig dat ze conservatief spelen, op de organisatie. De boel gesloten houden en dan bij het veroveren van de bal rekenen op die zeven, acht seconden waarin iets beslissend kan zijn. Naar mijn gevoel heeft Gent een groep waarmee je andere dingen kan doen. Een tamelijk brede kern ook, want Remy roteert ook. Maar goed, wie zijn wij om te zeggen dat Gent anders moet voetballen, als het het maximum van de punten heeft ? De toeschouwers misschien.

Doet Gent mee voor de prijzen ?

Niet direct voor de titel, maar ik kijk toch uit naar de wedstrijd tegen Anderlecht. Voor Boskamp moeten ze een groot bronzen standbeeld oprichten, want hij verdiende voor hen een half miljard frank. Anders bestond Gent misschien niet meer. En dan is de verdienste van Sollied en Remy ook wel groot : weten dat ze elk jaar de beste mensen moeten laten gaan, maar toch goeie vervangers aantrekken. Zij hadden een neus voor wat de ploeg nodig had. Alleen het aanstellen van Houwaart tussendoor begrijp ik niet zo goed. De voorzitter allicht ook niet.

Onderin wordt het stilaan duidelijk. Leclercq gooide de handdoek, met RWDM en Beveren zal La Louvière strijden tegen de degradatie.

Het zou me verbazen mochten de dalers niet uit dat trio komen. Lokeren, Moeskroen, Westerlo : die ploegen hebben voldoende in huis. De soap in Beveren loopt intussen al een jaar of drie en is het belachelijke voorbij. Ik vraag me alleen af hoe zo’n ploegen op een ernstige manier aan een licentie geraken. Volgens mij moet er toch zo snel mogelijk een tweede en een derde stap komen. Zeggen dat je geen licentie krijgt als er geen begroting, contracten en een bankgarantie op tafel liggen. Verbist dreigt ermee zijn boekje over La Louvière open te doen. Bij die club spelen veel ervaren mannen, allicht niet voor alleen een paar nieuwe schoenen. Leclercq tekende pas zijn contract, en nu stapt hij op… Wat is dat allemaal ?

door Peter T’Kint

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content